Status grote PV projecten PPV: 21-7-'16
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index
 

SOLARENERGYERGY

PV projecten >= 15 kWp

Stand van zaken grote PV projecten overzicht van Polder PV dd. 21 juli 2016

Introductie

Progressie projecten lijst Polder PV

Inventarisatie PV projecten lijst Polder PV

Kerncijfers
100+ kWp categorie wederom verder fors gegroeid
Project voorbeeld: Mts Boon 300 kWp
Relatie met CertiQ data
Gemiddelde systeem-grootte accumulaties en toevoegingen
Verdeling over de kalenderjaren in de onderzochte populatie PV projecten
Gerealiseerde grondgebonden vrijeveld installaties

Segmentatie single-site projecten per provincie

Aantal gevonden single-site projecten per provincie
Aantal zonnepanelen in grote single-site projecten per provincie
Geaccumuleerde PV capaciteit in grote single-site projecten per provincie
Gemiddelde module capaciteit in grote projecten per provincie
Gemiddelde aantal zonnepanelen per project per provincie
Gemiddelde opgestelde PV-capaciteit per project per provincie

Relatieve verhoudingen single-site projecten per provincie:
(1) Aantal grote PV-projecten per 100.000 inwoners per provincie
(2) PV-project capaciteit in Wp per inwoner per provincie
(3) Aantal grote PV-projecten per 100.000 hectare landoppervlak per provincie
(4) PV capaciteit in grote projecten in Wp/hectare landoppervlak per provincie

Multi-sites, "vermogen gerealiseerd onbekend", en totaal in drie project dossiers

Status implementatie SDE / SDE "+"

"Plannen" project portfolio

En verder:

Belangrijke eenheden & kengetallen

Disclaimer

Oproep bijdrage project lijsten


Introductie: Update statistiek PV projecten lijst Polder PV - Meer dan 700 single-site 100 kWp installaties

Na vrijwel continu nieuwe, maar ook weer de nodige oudere gerealiseerde "grote" PV projecten te hebben ingevoerd in de projecten lijst(en), werd het weer tijd voor een update. Sedert de voorlaatste versie van de single-site projecten lijst (12 april 2016: 3.223 installaties van elk minimaal 15 kWp, met geaccumuleerde capaciteit van 271 MWp) zijn er wederom 493 projecten bij gekomen, met een toevoeging van bijna 59 MWp aan capaciteit. Daarmee is het systeemgemiddelde van de nieuw toegevoegde installaties wederom verder toegenomen. Van 107 kWp voor de nieuwe installaties in de vorige update, tot 119 kWp in de huidige update. Dat is niet verbazingwekkend: de SDE 2014 implementatie is in volle gang, en inmiddels beginnen ook de grote projecten, die een langere looptijd hebben bij de voorbereiding, feitelijk te worden opgeleverd. Dat schroeft direct het systeemgemiddelde van de toevoegingen fors omhoog, want grote projecten hebben flinke impact op het totaal.

Met name toevoegingen in de grootste project categoriëen waren fors. Sedert de Kerst 2015 update waren de opvallendst groeiende project categorieën die voor single-site installaties groter of gelijk aan 1 MWp (sedert december vorig jaar 149% groei bij de capaciteit (bij verdubbeling van het aantal projecten). En de categorie tussen 250 en 500 kWp (ruim 80% toename bij capaciteit, en 42% bij het aantal projecten). In de single-site projecten lijst van Polder PV staan nu al ruim 700 (fysiek aan het net gekoppelde) zonnestroom genererende installaties van elk 100 kWp of groter. Een realiteit die zeer waarschijnlijk slecht bekend is in de PV sector. Daarvan zijn er al 24 stuks die per project 1 MWp of groter zijn qua omvang. Alleen al die 24 projecten hebben bij elkaar een verzamelde capaciteit van ruim 47 MWp. Dat is al meer dan er tot en met 2003 was geaccumuleerd bij álle PV installaties in ons land (grafiek). Wel moet opgemerkt worden dat 1 van die 24 grote projecten nog fysiek moet worden aangesloten op het distributienet. De zonnepanelen liggen er echter al sedert eind juni, en het is mogelijk dat die aansluiting aan het net binnen afzienbare tijd zal worden gerealiseerd.

In totaal heeft Polder PV nu rond de 3.700 single-site installaties groter of gelijk aan 15 kWp in de projecten sheet staan. De gezamenlijke capaciteit ervan is 330 MWp. Dat is alleen al voor deze (single-site) verzameling ruim 16% meer geaccumuleerde PV capaciteit dan er eind juni nog in het register van CertiQ stond aan gecertificeerde installaties (ruim 283 MWp, een ondergeschikt deel van die capaciteit, verdeeld over 11.717 PV projecten, betreft vele duizenden kleine installaties bij particulieren, die destijds een SDE 2008-2010 beschikking hebben weten te verzilveren).

Omdat ik inmiddels een fors bestand aan projecten heb opgebouwd, begint het zinvol te worden naar segmentaties te gaan kijken. Een belangrijke eerste factor die ik heb geanalyseerd zijn de diverse verschillen tussen de provincies. Daarvoor heb ik weer verschillende nieuwe grafieken gemaakt, die inmiddels op deze aparte webpagina zijn gepubliceerd. Ik zal hier in het vervolg de meeste (nieuwe) data gaan weergeven. Ook in komende updates, die op een nieuwe versie van deze pagina zullen worden gepubliceerd.


Belangrijke eenheden & kengetallen, toelichting

  • 1 kWp = 1.000 Wp = bijna 4 moderne modules met een nominaal (STC) vermogen van 260 Wp.
  • 15 kWp = ondergrens van projecten lijst Polder PV, tevens SDE "+" minimum. Omvang: plm. 58 moderne 260 Wp modules.
  • 1 MWp = 1.000 kWp = bijna 3.850 modules van 260 Wp, een fysieke paneel oppervlakte van ongeveer 6.300 vierkante meter.
  • 100 MWp = bijna 385.000 modules van 260 Wp, een fysieke paneel oppervlakte van ongeveer 623.000 vierkante meter. Ongeveer 86 voetbalvelden van het "maximale" formaat verordonneerd door de KNVB, waarbij de panelen "plat op de grond" zouden liggen. Wat natuurlijk in werkelijkheid nooit gebeurt.
  • In de nu nog schaarse grondgebonden zonneparken staan modules in rijen achter elkaar op frames, in wisselende configuraties, soms zelfs met 2 of meer rijen modules boven elkaar per rij (4 rijen al een keer gesignaleerd, landscape oriëntatie). En in recentere vormen zelfs in "kasdek" configuratie met panelen op (globaal) oost en west gericht. Ook het vermogen van de ingezette zonnepanelen kan extreem verschillen, zeker als je dunnelaag (bij Solar Frontier CIS modules nu max. 170 Wp) versus "klassiek" kristallijn Si beschouwt. De vermogens bij laatstgenoemde "standaard" panelen kunnen makkelijk 270 Wp zijn, maar er zijn al gevallen bekend dat er kristallijne panelen >300 Wp per stuk zijn ingezet. Dit alles maakt dat "standaarden" voor zonneparken onmogelijk zijn vast te pinnen. Het hangt van de business-case af, de fysieke mogelijkheden, de gekozen leveranciers (incl. de daar aan verbonden garantie claims), en andere variabelen. Voorbeeld Zonnepark Ameland: gemiddeld plm. 600 kWp capaciteit aan kristallijn Si modules per hectare, bij toepassing van 2 rijen modules per frame. Maar er zijn ook al NL vrijeveld installaties opgeleverd met kristallijne Si modules variërend van 627 kWp/ha tot zelfs al 811 kWp/ha. Daar tegenover staat bijvoorbeeld het al oudere project te Azewijn. Een zonnepark met dunnelaag amorf Si modules: slechts 225 kWp/ha opgestelde capaciteit. Bij deze overwegingen moet trouwens ook meegenomen worden wat als de "buitengrens" van het park wordt bepaald. Sommige parken hebben behoorlijk wat vrije ruimte rond de module velden binnen de - meestal aanwezige - omheining, de vraag is of die ruimte geteld moet worden als onderdeel van het park, of niet.
  • De fysieke stroomproductie verschilt per lokatie in het land, is afhankelijk van lokale factoren, van oriëntatie en hellingshoek van de PV generator, van (partiële) beschaduwing en van specifieke systeem eigenschappen. Optimale installaties kunnen makkelijk 900 kWh per opgestelde capaciteit van 1 kWp per kalenderjaar opwekken. Veel projecten halen zonder problemen specifieke opbrengsten tussen de 900 en 1.000 kWh/kWp.jaar. Nogal wat goede installaties halen opbrengsten die er zelfs nog ver boven liggen. Er zijn Polder PV projecten - meestal in de zon-rijke kustregio liggend - bekend die zelfs meer dan 1.100 kWh/kWp.jaar blijken op te wekken. Hier is documentatie van. Voor kengetallen gebaseerd op een geavanceerd instralings-model, zie Siderea.nl!
  • STC condities: 1.000 Watt/m² loodrechte instraling op het zonnepaneel, 25 graden Celsius cel temperatuur, en een zogenaamde "air-mass" van 1,5. Zie Fraunhofer ISE.

Progressie projecten lijst Polder PV

In deze nieuwe grafiek de historische progressie die mijn single-site projecten lijst heeft doorgemaakt sinds ik die vanaf eind 2014 ben gaan bijhouden. Ik ben aanvankelijk begonnen met - voor die tijd - "grote" projecten in een lijst te zetten (eind 2014). Vandaar dat het systeemgemiddelde toen ook "relatief hoog" lag (bijna 84 kWp voor de eerste verzameling van zo'n 1.000 projecten). In het voorjaar van 2015 begon ik er serieuzer werk van te maken, en begon toen ook (veel) kleinere mij bekende gerealiseerde systemen er aan toe te voegen (en regelmatig weer een nieuwe grafiek update in mijn archief). Met daarbij als praktische ondergrens 15 kWp per project. Niet alleen omdat dat de ondergrens is in de SDE regelingen sedert SDE 2011. Maar ook omdat het anders gigantisch veel (extra) werk zou gaan worden, en dat bovendien op vele problemen zou gaan stuiten. Want installaties onder 15 kWp waren zelfs toen al "doodnormaal" geworden in Nederland. En het wordt steeds lastiger om die terug te vinden in berichten, overzichten, etc. Je gaat gewoon ontzagwekkend veel installaties missen als je onder de 15 kWp zou gaan "zoeken". Feitelijk is dat zelfs al het geval onder de 50 kWp. Er wordt tot dat niveau fors bijgebouwd, maar veel installaties halen nooit in een of andere vorm de publiciteit.

In de grafiek zijn drie variabelen terug te vinden. (1) het aantal single-site installaties >=15 kWp (blauw, rechter Y-as); (2) de totale accumulatie van de capaciteit ("het opgestelde STC vermogen"), in MWp (rood, linker Y-as); en (3) de uit voorgaande 2 variabelen volgende "gemiddelde systeemgrootte" in kWp (groen, linker Y-as). Duidelijk is dat er continu progressie zit in de lijst, waarbij er af en toe een lichte versnelling of vertraging is te zien in het "bijschrijf tempo". De progressie in capaciteit toename zakte iets terug in 2015 (t.o.v. progressie in aantallen), dit had te maken met een flinke "inhaalrace" bij het invoeren van talloze "kleinere grote" installaties. Derhalve is het systeemgemiddelde in die periode ook licht achteruit gegaan. Maar sedert de update van Kerst 2015 is die weer gestaag aan het toenemen (in de huidige update 89 kWp). Vooral veroorzaakt door de "zeer forse" projecten die met name met SDE 2014 subsidie worden gerealiseerd. Ook de curve voor capaciteits-toename in mijn projecten overzicht laat weer meer progressie zien dan bij de "aantallen" nieuwe projecten.


Inventarisatie PV projecten lijst Polder PV

De projecten lijst groeit al lange tijd snel, met name door (maar niet exclusief vanwege) de implementatie van de SDE 2014 portfolio (waarvoor 883 MWp was beschikt door RVO). Ik heb vele tientallen bronnen tot mijn beschikking, en, al heb ik al het nodige uitgezocht, er zijn er nog vele om (verder) uit te zoeken. Er wordt immers overal over zonnestroom - en (grote) realisaties gepubliceerd, vaak ook slechts eenmalig, op goed verstopte digitale lokaties. M.a.w.: wat er tot nog toe in de accumulatie lijst staat is een absoluut minimum, er staat al (veel) meer aan grote installaties, alleen heb ik die nog lang niet allemaal op het netvlies. Desondanks mag het hier getoonde volume al als spectaculair worden beschouwd voor diegenen die de groei in de projecten markt slecht hebben gevolgd.

De diverse versies van de projectenlijst van Polder PV blijven, zoals al eerder gemeld, strict geheim. Niet alleen vanwege de vele honderden uren onbetaalde arbeid die hier al in is gaan zitten. Maar ook omdat er al de nodige PV-installaties in staan van leveranciers en installatie bedrijven met forse portolio's die deze informatie alleen vertrouwelijk wilden delen. Waarvoor natuurlijk grote dank, zie ook de oproep aan anderen om hetzelfde te doen, verderop in het gele kader. Goed is om te benadrukken dat er in mijn lijst ook al de nodige particuliere installaties zijn opgenomen (NB: >=15 kWp...), op adressen waarvoor geen KvK inschrijving bekend is. Een deel daarvan betreft bijvoorbeeld boerderijen waarop in eerdere jaren zonnepanelen zijn geplaatst, de agrariër er mee is opgehouden (of overleden), en de locatie is vervolgens door een particulier (zonder eigen bedrijf) gekocht. Inclusief de PV-generator.

Op basis van de huidige lijst heb ik de bekende grafiek weer van een update voorzien, met de segmentatie van aantallen en opgesteld vermogen per "vermogensklasse" (in MWp), aflopend van links naar rechts. Let op de separate Y-assen voor de aantallen en het vermogen. En houdt s.v.p. in gedachten dat (a) multi-sites projecten niet in deze grafiek zijn opgenomen. En (b) dat ook projecten waarvan wel mededelingen zijn gedaan dat ze zijn opgeleverd, maar waarvoor helaas geen systeem vermogen (noch aantallen modules) is genoemd, hier ook niet in staan. Alleen "enigszins" tot "zeer goed" gedocumenteerde single-site projecten met totaal systeem vermogen en/of aantal modules bekend, zitten in dit overzicht.

Kerncijfers
Met alle nieuwe projecten bij elkaar staat er nu ruim 330 MWp in mijn single site projectenlijst, verdeeld over bijna 3.720 installaties, met gezamenlijk ruim 1,4 miljoen zonnepanelen. Het aantal geschatte zonnepanelen is bepaald op basis van werkelijke opgaves, indien aanwezig tellingen van foto's, of is afgeleid van opgegeven project vermogens. Daarbij is rekening gehouden met het jaar van installatie (vermogens zijn in de loop der jaren toegenomen bij alle technologie platforms). Ook is rekening gehouden met - soms fors - lagere vermogens per module indien dunnelaag technologie is ingezet (een klein, doch opvallend deel van de totale, door kristallijne Si technologie gedomineerde Nederlandse markt).

Er zijn een paar tiental projecten in de op 21 juli jl. bijna 3.720 single-site projecten tellende grote lijst, waarvoor nog geen hard opleveringsbericht is gepubliceerd (maar wel een overeengekomen oplever datum, of de fysieke werkzaamheden aan de installatie waren al gestart, o.i.d.). Soms worden later nog andere verwijzingen naar dergelijke installaties gepubliceerd, waaruit vaak blijkt dat kort na start van de installatie zo'n project daadwerkelijk is opgeleverd, en aan het net aangesloten. Soms blijkt het project al lang aan het net te zijn aangesloten, maar is daar nooit expliciet ruchtbaarheid aan gegeven. Die netkoppelings-datum is voor mij - en voor de statistieken - het enige relevante exemplaar, omdat er dan pas fysiek groene stroom wordt geproduceerd. Alleen bij grote en/of complexe projecten kan het soms zelfs maanden duren voordat de aansluiting op orde is gebracht (vaak is hier de flessehals de fysieke oplevering van een verzwaarde of zelfs een geheel nieuwe aansluiting door de netbeheerder). Ik heb nogal wat voorbeelden in m'n projectenlijst die op dit punt forse vertraging hebben opgelopen bij de (geplande) oplevering in het recente verleden. Hun feitelijke opleveringsdatum is dan ook aangepast als nieuwe informatie dat heeft duidelijk gemaakt. Soms wordt daarbij de jaar"grens" overschreden, zodat het feitelijke installatiejaar aangepast moest worden.

Voor het >= 100 kWp marktsegment gaat het bij de geturfde installaties binnen de categorie "waarschijnlijk al opgeleverd, maar netkoppelings-datum nog niet duidelijk" op de peildatum (21 juli 2016) om 29 projecten.

Disclaimer

Bovenstaande grafiek geeft de situatie weer tijdens publicatie van mijn artikel. De aan de basis ervan liggende projecten spreadsheet wordt bijna dagelijks bijgewerkt. Niet alleen met zowel "oude", in diverse bronnen terug gevonden exemplaren, als nieuwe ingaves. Maar ook: Oude opgegeven of voorheen afgeschatte data kunnen wijzigen (nieuwe inzichten, nieuwe bronnen, correcties van project eigenaren of betrokkenen, etc.). Ergo: de aantallen en de (totale) vermogens per categorie veranderen mee met elke aanvulling/wijziging. De "verhoudingen" tussen de categorieën veranderen echter niet in opvallende mate met deze soms dagelijkse wijzigingen. Wel is de verwachting dat, met name door implementatie van via de SDE (2013, 2014 en latere) gesubsidieerde projecten, vooral de grotere categorieën een (nog) hogere impact gaan krijgen in het totale volume (MWp). De "linkerkant" van de grafiek zal met name wat de capaciteit betreft flink verder gaan groeien. De categorie indeling op de X-as is in kWp klassen opgegeven, van groot (links) naar "klein" (rechts).

Belangrijk is, om te beseffen dat vooral de "kleinere" categorieën van 25-50 en, met name, 15-25 kWp structureel, en chronisch zullen zijn, en blijven onder-vertegenwoordigd. Dit, omdat er steeds minder aandacht aan wordt besteed in zowel pers-uitingen, als op webpagina's van installateurs vanwege het feit dat ze al lang niet meer als "byzonder" dan wel "vermeldenswaardig" worden beschouwd. Vandaar dat ik met een vertikale stippellijn heb aangegeven dat aan de rechterzijde van de grafiek (de kleinste installaties tot zo'n 50 kWp) er heel veel aantallen installaties zullen, en opgestelde capaciteit (MWp) zal ontbreken, het meest in de kleinste categorie. Ook heb ik de kolommen doorzichtig gemaakt voor deze kleinste twee van de grote projecten categorieën, om aan te geven dat in werkelijkheid er veel meer aanwezig zal zijn.

Het zwaartepunt van mijn inventarisatie blijft op de "echt grote" projecten liggen, en dat is dus aan de linkerkant van die stippellijn. Die natuurlijk ook niet als "absoluut" dient te worden gezien, er zullen beslist ook wel grotere projecten dan 50 kWp niet of nauwelijks in de media zijn terechtgekomen, al lijkt die kans geringer te worden naarmate die projecten (nog) groter zijn. Maar vergis u s.v.p. niet: er zijn beslist partijen, die in het geheel géén ruchtbaarheid aan hun gerealiseerde "zeer grote" solar-moois willen geven. Ik heb daar verschillende, soms zelfs ronduit spectaculaire voorbeelden van in mijn spreadsheet, die ik desondanks via verschillende (andere) kanalen op het spoor ben gekomen.

NB: De grafiek geeft alleen de "single-site" projecten weer. Zogenaamde "multi-sites" (PV installaties die vaak binnen één projectmatige aanpak vallen, maar die op duidelijk van elkaar verschillende locaties in het land, binnen een provincie of gemeente worden gerealiseerd, (2) die op verschillende flats met tientallen appartementen worden gerealiseerd, (3) en/of projecten die duidelijk fysiek van elkaar gescheiden gebouwen op bijvoorbeeld een industrieterrein betreffen) vallen hier buiten. Diverse projecten van corporaties vallen hier onder (flats), gemeentelijke projecten met verschillende gebouwen, maar ook bijvoorbeeld puur commerciële trajecten als snellaad-stations met PV modules (FastNed, >50 stations over heel Nederland), en de verschillende locaties van het eind 2015 afgeronde project van 3 MWp bij 8 vestigingen van Heineken. Vaak worden niet de afzonderlijke vermogens gepubliceerd binnen dergelijke multi-site projecten, vandaar de benodigde separate categorie.

Deze scheidslijn single- / multi-site blijft natuurlijk artificieel, twijfelgevallen zullen er altijd zijn. Zonnestroom is zo enorm breed toepasbaar, en er worden zoveel verschillende "business-modellen" gehanteerd. Dat overschrijdt alle mogelijke "hokjes" die je ervoor zou kunnen verzinnen.

Binnen de in de grafiek 7 onderscheiden grootte-klassen zijn wat de aantallen betreft de categorieën > 50-100 kWp (inmiddels 891 stuks, 105 exemplaren meer dan in de vorige update) resp. > 25-50 kWp (1.208 stuks, 112 meer dan in de vorige update) dominant. Dat de kleinste categorie, > 15-25 kWp, gezien haar potentie, "relatief ondergewaardeerd" is met slechts 883 exemplaren, komt door genoemde reden ("projectjes niet veel meer in media terechtkomend"), en het feit dat mijn aandacht vooral naar de echt grote projecten blijft gaan bij de inventarisaties (álles wat ik op dat vlak tegenkom "moet direct in de spreadsheet", het kleinere grut kan wat langer wachten). De verwachting is natuurlijk, dat die kleinste categorie in werkelijkheid waarschijnlijk de mééste aantallen projecten zal bevatten, maar hoogstwaarschijnlijk niet, gezien de sterke groeitrend bij hogere project categorieën, "het meeste vermogen".

* Oproep bijdrage project lijsten

Mocht u Polder PV willen helpen om de grote projecten sheet >= 15 kWp verder te vervolmaken, stuurt u dan s.v.p. een e-mail om uw eventuele contributie kenbaar te maken. Wat niet reeds publiek is gemaakt, zal beslist niet door mij aan derden worden doorgegeven of met naam en toenaam worden geopenbaard. Eventueel verstrekte project gegevens blijven geheim, tenzij expliciet anders aangegeven. Polder PV is bereid om een Non-Disclosure Agreement te ondertekenen, mocht dat gewenst zijn. Met grote dank voor uw hulp, deze klus is een majeure operatie...



100+ kWp categorie wederom verder fors gegroeid
Er zijn t.o.v. de vorige update maar liefst 134
PV projecten groter of gelijk aan 100 kWp aan mijn lijst toegevoegd (in de vorige update waren het er 129). Met de notitie dat ik beslist grote projecten (nog) over het hoofd zal hebben gezien. Er zijn in Nederland al 24 single-site projecten, elk met een vermogen van 1 MWp of groter. Dat is al het dubbele aantal van dat in de "kerst 2015 update", met een toegevoegde capaciteit van ruim 28 MWp. Voor deliberaties over de effecten van sommige grote projecten op deze statistieken, zie verder de discussie in de vorige update.

De tweede categorie (500 - 1.000 kWp) kreeg er sinds de update van april dit jaar 9 projecten bij (goed voor 6,3 MWp). De derde, 250-500 kWp, groeide hard, met 34 stuks (+12,0 MWp). Met name de versnelling van de vermogens bij de grootste projecten (>=1 MWp), en die van de categorie >250 tm. 500 kWp maakt, dat de verdeling van de oranje kolommen t.o.v. de vorige versie aan de linkerzijde van de grafiek van vorm is veranderd: de tweede klasse begint, wat geaccumuleerde capaciteit betreft, nu duidelijk achter te blijven bij de haar omringende twee categorieën.

De toename voor de categorie 100-250 kWp was als vanouds, binnen het top-segment, het grootst: ik kon maar liefst 91 PV projecten in die categorie toevoegen, met een vermogen van 13,8 MWp. Een klein deel daarvan betreft oude SDE projecten, waarvan ik eerder gepubliceerde RVO info inmiddels volledig heb verwerkt (voor de project categorie "groot"). Het gros betreft compleet nieuwe, middels SDE 2014 gesubsidieerde installaties. Gezamenlijk groeide het "top-segment" (>= 100 kWp), single-site installaties vanaf (en inclusief) 100 kWp, sinds de april versie met 134 installaties, en voegde daarmee een respectabele 44,6 MWp toe. Deze toevoegingen resulteerden voor genoemd "top-segment" in een totale accumulatie van 734 installaties per stuk groter of gelijk aan 100 kWp, met een gezamenlijk opgesteld vermogen van 209,4 MWp. Die (>700) al lang aan het net zijn gekoppeld, en/of waarvan dit elk moment kan geschieden (of waarvan netkoppeling nog niet is bevestigd, het restant). Ter vergelijking: dat volume is equivalent aan het geaccumuleerde landelijke vermogen (alle installaties inclusief dominant residentieel) wat we ergens halverwege 2012 gehad moeten hebben volgens de officiële CBS cijfers. Anders gezegd, het is ook zo'n beetje het volume van de niet residentiële markt wat ergens eind 2013 in ons land opgesteld moet zijn geweest volgens de segmentatie cijfers van het CBS (analyse Polder PV). Alleen al binnen deze super-categorie met installaties uitsluitend groter of gelijk aan 100 kWp.

Bij de accumulaties van de vermogens per categorie is er een concentratie rond de projecten > 100-250 kWp (totaal vermogen binnen die categorie 76 MWp), en de 1 stap kleinere categorie > 50-100 kWp (60 MWp). Vervolgens is er een flinke wijziging opgetreden t.o.v. de vorige update, waarin de categorie tussen 25 en 50 kWp nog op de derde plaats stond. Die is in de huidige versie al ingehaald door zowel categorie > 250 - 500 kWp (al 51 MWp aan projecten), als categorie >= 1.000 kWp (47 MWp accumulatie). Dan pas volgt categorie > 25-50 kWp, met 43 MWp. Deels wordt dit veroorzaakt door het feit dat de binnen laatstgenoemde categorie populaire installaties op boerderijen gemiddeld genomen fors groter zijn geworden. Ik vind steeds vaker nieuwe, omvangrijke projecten terug op grote stal dak complexen bij de immer uitdijende industriële veeteelt sector. Maar ook veel forse installaties op koel loodsen binnen de landbouw sector. Uiteraard krijgen die ook in toenemende mate gezelschap van grote PV projecten op loodsen van andere bedrijven, zoals meubel boulevards, distributie complexen, supermarkt filialen, stadions, tot zelfs op productie lokaties in de metaal industrie. En er is ook veel activiteit met grotere PV projecten op gemeentelijk vastgoed.

Een andere reden waarom het 25-50 kWp traject wat achterblijft is, dat zelfs voor deze categorie lang niet alle projecten meer "het nieuws" halen. Ze worden "gewoon", dus zijn ze vaak niet meer "nieuwswaardig" als ze worden opgeleverd.

De voorlaatste categorie is die van >500-1.000 kWp, met tot nog toe 36 MWp aan projecten. Mogelijk gaat de nieuwe eis van aantoonbare financiële soliditeit en een verplichte haalbaarheidsstudie, voor projecten vanaf 500 kWp vanaf SDE 2014 daar straks nog een extra "rem" op zetten. Evenals de aanscherping (per SDE 2016 ronde I) van zo'n haalbaarheidsstudie voor aanvragers waarvan het totaal van hun project aanvragen binnen een SDE ronde de 500 kWp overschrijdt. Voor de echt grote PV projecten (meestal groter dan 1 MWp) is vaak wel een krachtige financier te vinden, mits het een kwalitatief goed project is waarvan de garanties goed zijn dicht-getimmerd. Voor het "tussen-traject" 500-1.000 kWp kon dat wel eens lastig gaan worden.

De kleinste categorie (> 15-25 kWp), zoals bekend mag worden verondersteld chronisch "ondergewaardeerd" in de talloze media uitingen over PV-projecten, heeft nog maar iets meer dan 17 MWp verzameld in mijn database, met maar liefst 883 installaties. Maar het is natuurlijk in werkelijkheid veel meer. Hoeveel meer is vooralsnog niet goed op het netvlies te krijgen, de markt is veel te chaotisch om goed te kunnen doorgronden op dat niveau.


Succesvolle samenwerking tussen projectontwikkelaar Horizon Energy en destijds nog florerend Oskomera leidde in 2010 tot een van de grootste agrarische roof-top PV projecten van Nederland, "Boer Boon" in Zeewolde (met 3 SDE 2009 beschikkingen "groot", toen nog gemaximeerd op 100 kWp per beschikking). Met een respectabele 300 kWp was het toen "een reus". Die tijd ligt alweer ver achter ons. Er worden tegenwoordig agrarische projecten opgeleverd die het dubbele van dat volume overstijgen. En er is meer veranderd. Het project heeft nog een kleine toevoeging gekregen. HVC kocht Horizon NRG uit, Michel Peek (links op foto), destijds CEO van Horizon Energy, heeft weer een eigen ontwikkel bedrijf opgericht (Zon Exploitatie Nederland), en richt zich na enkele Duitse en Engelse avonturen weer op de Nederlandse markt. En Dennis Gieselaar (rechts op foto) heeft zijn draai weer gevonden bij de Pallieter Group (4Blue), na het faillissement van de Oskomera groep en haar dochter bedrijven incl. OSPS (16 juni 2015). "Boer Boon" valt binnen Polder PV's >250-500 kWp categorie.


Relatie met CertiQ data
In de vorige update (april 2016) werd al door mij vastgesteld dat het totale vermogen (destijds 271 MWp) in de spreadsheet al ruim 6% hoger lag dan het laatst bekende volume wat CertiQ in haar maart 2016 rapportage had gepubliceerd voor de gecertificeerde capaciteit, 255 MWp. Over de drie mogelijke oorzaken heb ik toen al enkele opmerkingen gemaakt, zie aldaar.

Het nu laatst bekende CertiQ maandrapport is van juni 2016, waarin een capaciteit van ruim 283 MWp werd vastgesteld (alleen gecertificeerde installaties, waarvan een hoog aandeel kleine residentiële projecten bij de aantallen). Momenteel heb ik, zoals hier getoond, ruim 330 MWp in mijn single-site spreadsheet staan. Wat dus al bijna 17% hoger ligt dan het genoemde volume bekend bij de TenneT dochter. De verwachting is dat, als het tempo (netto) nieuwe PV capaciteit bij CertiQ op het huidige, vergelijkbare niveau blijft liggen, dat dit verschil verder zal gaan oplopen.


Gemiddelde systeem-grootte accumulaties en toevoegingen
Zoals hierboven al kort vastgesteld, neemt de gemiddelde grootte van de nieuwe grote PV projecten toe. Gekwantificeerd in meer detail ziet dat er als volgt uit:

  • systeemgemiddelde van de toevoegingen in de periode 12 april 2015 - 21 juli 2016 (2.313 projecten, 221 MWp): 96 kWp
  • systeemgemiddelde van de toevoegingen sinds update van 25 dec. 2015 (1.084 projecten, 122 MWp): 107 kWp
  • systeemgemiddelde van de toevoegingen sinds voorlaatste update van 12 april 2016 (493 projecten, 59 MWp): 119 kWp

  • systeemgemiddelde van geaccumuleerde totaal volume per 21 juli 2016 (3.716 projecten, 330 MWp): 89 kWp


U ziet hieraan duidelijk dat met name de meest recent toegevoegde projecten bovengemiddeld hogere volumes aan vermogen inbrengen, wat alles heeft te maken met de volop op stoom gekomen realisatie van de talloze (per stuk grote) SDE 2014 beschikkingen. Binnen SDE 2014 was de gemiddelde installatiegrootte een spectaculaire 297 kWp bij het toegekende volume. Dat drijft het nieuwe systeem gemiddelde van alle projecten flink omhoog, ook al heeft een deel van dat nieuwe volume geen (traceerbare) SDE beschikking.


Verdeling over de kalenderjaren in de onderzochte populatie PV projecten
Ook over het hete thema "jaar van oplevering van PV projecten" heb ik reeds het nodige gezegd als begeleidend commentaar bij de toen voor het eerst gepubliceerde grafiek over dat thema, en in de eerste daar op volgende update. Ik verwijs u daarvoor naar de artikelen van 25 december 2015, en van 12 april 2016.

Uiteraard zijn in onderstaande grafiek de resultaten voor 2016 nog lang niet volledig, zelfs voor het eerste half jaar niet. Áls er al iets over projecten wordt gepubliceerd, kan dat beslist pas veel later geschieden dan rond de datum van oplevering. Dus sowieso zullen we voor het eerste half jaar van 2016 beslist nog niet een benadering van het werkelijk gerealiseerde volume hebben. Ik denk voorts dat er zeker ook nog volume uit eerdere jaren bij zal komen, naar gelang mijn navorsingen meer van dergelijke oude projecten boven tafel zullen gaan halen.

Helemaal rechts in de grafiek met de hier onderzochte populatie van 3.716 projecten de grote hoeveelheid (550, bijna 15% van totaal, bijna 20 MWp) projecten waarvoor ik nog geen jaar van oplevering heb kunnen vinden in de beschikbare documentatie. Dit kan veranderen, als er meer info over die projecten beschikbaar komt, en zal derhalve in toekomstige updates worden gecorrigeerd. Dit is trouwens op geringe schaal ook al geschied met projecten met destijds "onbekend" jaar van oplevering in de vorige (eerste) updates. En er zijn sowieso alweer wat extra oudere projecten gevonden, dus de "historische data" zijn t.o.v. de voorgaande versies van deze belangrijke grafiek dan ook bijgesteld.

Ter referentie heb ik ook twee belangrijke "subsidie" data in de vorm van rode streepjeslijnen in de grafiek gezet. Links de startdatum van de aller-eerste SDE regeling, SDE 2008 op 1 april 2008. Rechts ditto voor de start van de eerste zogenaamde "SDE+" regeling, SDE 2011. Die pas op 1 juli van dat jaar van start ging (en direct werd overtekend). Bij de introductie van "SDE+" werden alle particulieren uit de regeling gegooid door de nieuwe eis van minimaal 15 kWp project vermogen. Een eis die later nog verder werd verzwaard door het moeten hebben van een grootverbruik aansluiting (>3x 80 ampère). Lees: SDE + alleen nog maar als vette subsidie voor bedrijven, waar burgers vrijwel niks meer hebben "te zoeken" (tenzij er ook nog crowdfunding bij zou worden gehaald).

Het aantal projecten waarvoor het opleverings-jaar bekend is, in blauw, was in het begin extreem bescheiden, met een grillig verloop vanwege de toen al beruchte knipperlicht regelingen (NOVEM, MAP, EPA), die nooit zelfs een deukje in een pak boter hebben kunnen maken voor de grotere projecten. Het aantal grote projecten > 15 kWp stijgt sedert 2008 snel, en lijkt af te vlakken, maar dat is schijn, omdat de Y-as logaritmisch is weergegeven. Was het aantal tot nog toe gevonden, in 2009 opgeleverde projecten nog slechts 5, in 2012 was het al gestegen naar, inmiddels, 397 stuks (eerste effecten SDE 2009-2011). En, na een lichte, mogelijk statistisch niet relevante inzinking in 2014, zitten we in 2015, met waarschijnlijk nog steeds veel projecten die ik tot nog toe over het hoofd heb gezien, en die ik in de loop van de tijd alsnog hoop "te vinden", nu al op een record van 780 nieuwe grote projecten. Dat zijn er trouwens alweer ruim 150 meer dan de 628 die ik in december vorig jaar voor 2015 had gevonden (24% meer). Bovendien zijn het er in werkelijkheid natuurlijk sowieso veel meer geweest, vooral vanwege de zware onderwaardering van de kleinste project categorieën die niet in de publiciteit zullen zijn gekomen. Ik vind nog steeds regelmatig grote projecten die in 2015 (of zelfs eerder) zijn gerealiseerd.

De bovenste, groene curve geeft het totale aantal per project bekende, dan wel uit opgegeven vermogens en jaar van oplevering afgeleide aantal panelen van alle getelde installaties bij elkaar weer. Na een flinke dip in "Brinkhorst Droogte" jaren 2005-2008 nam dit ook snel toe, van (nog zwaar onderschat, nog bij te plussen) 746 stuks in 2009, naar een zeer sterk gestegen volume van 438.925 nieuwe exemplaren tot nog toe geteld in 2015. Veel van die panelen zijn in grote boerderij complexen gaan zitten waarvan ik wederom de ene na de andere voorbij heb zien komen het afgelopen jaar. En veel volume zit natuurlijk in de qua aantallen geringe, maar wat volume betreft spraakmakende "grote projecten" op industrie hallen e.d.

Nieuw toegevoegde vermogens per jaar, vermogen per paneel
Natuurlijk nauw gerelateerd aan het vorige exemplaar is de nieuwe capaciteit in kWp die per jaar is toegevoegd binnen de getelde populatie, weergegeven in de belangrijke bruine curve in de grafiek. Daarbij moet echter wel worden beseft, dat het gemiddelde vermogen per (kristallijn) zonnepaneel flink is toegenomen, van grofweg 100 Wp begin deze eeuw, naar inmiddels al - commercieel veel toegepast - een (ook fysiek een stuk groter) module van zo'n 260 Wp. Een kennelijke anomalie (verstoring van de trend bij de twee curves), "relatief veel" panelen, en "relatief weinig" nieuw vermogen, in 2011, zou verklaard kunnen worden vanwege relatief veel projecten met amorf / microkristallijn Si dunnelaag panelen t.o.v. het nog relatief bescheiden aantal van 276 nieuwe (grote) installaties in dat jaar. Die panelen hadden gemiddeld genomen een veel lager vermogen (grofweg zo'n 130 Wp) dan de toen al populaire kristallijne zusjes met vermogens (ver) boven de 200 Wp per stuk. Veel van die dunnelaag projecten werden gerealiseerd door de succesvolle, met name bij agrariërs installerende leverancier Agro-NRG. Ergo: de grotere daken, met dus relatief veel dunnelaag modules, maar nog wel een relatief bescheiden vermogen per installatie.

De "anomalie" voor 2011 zien we natuurlijk ook terug in de oranje curve, "gemiddelde module grootte", berekend uit het totaal nieuw toegevoegde vermogen en het aantal nieuw geplaatste zonnepanelen per kalenderjaar. Daar zien we een kleine dip in de curve ("gemiddelde paneel vermogen iets minder"). Maar de globale trend blijft natuurlijk ook stapsgewijs gaan naar steeds grotere paneel vermogens. Dat lag begin deze eeuw nog rond de 100 Wp voor kristallijne panelen. In 2015 zijn we gemiddeld genomen, in de onderzochte populatie, al gearriveerd bij 250 Wp. Voor commentaar op de in Nederland relatief populaire dunnelaag panelen (die het gemiddelde module vermogen in de blijvend door kristallijne Si technologie gedomineerde afzetmarkt enigszins "onder druk" zetten), gelieve de betreffende paragraaf in de december 2015 update te lezen.

Ook bij het nieuw geïnstalleerde vermogen binnen de onderzochte project populatie, zien we een zeer scherpe toename van 2014 naar 2015: er kwam met de meest recent beschikbare data bijna 110 MWp nieuw gevonden volume bij, waar dat in 2014 nog slechts 46 MWp was. Een zeer ruime verdubbeling dus, van de jaarlijkse nieuwbouw aan grote projecten. Bezien moet worden of bij latere updates hierin nog veel verandering komt, er zijn nog veel onzekerheden en lang niet alle data zijn bekend. Maar dat de toename vrij explosief cq. "een trendbreuk bij de groei van de grotere PV projecten" is geweest is inmiddels wel duidelijk. Hopelijk gaat CBS, na haar eerste afschatting in het voorjaar van 2016 (437 MWp totale marktgroei in 2015), meer duidelijkheid verschaffen over de "definitieve" jaargroei voor 2015 aan het eind van dit jaar, en daarbij ook de belangrijke markt segmentatie op een rijtje zetten. Daarbij zou duidelijk moeten worden dat het aandeel van de niet-residentiële installaties op de totale markt moet zijn toegenomen.

Een laatste curve is die voor het gemiddelde systeem vermogen per project, de paarse lijn (in kWp). Na de chaotisch verlopen "begintijd", met maar een paar projecten, bleef het gemiddelde nieuwe project vermogen lang hangen tussen de 30 en 70 kWp in de >= 15 kWp projecten markt. Echter, wederom is ook hier een zeer duidelijke trendbreuk zichtbaar. Na een eerste aanzet daartoe in 2014, ging in 2015 dat systeem-gemiddelde, over veel meer projecten dan in het afgelopen decennium per jaar werd toegevoegd, fors omhoog. En belandde het in de onderzochte populatie dat jaar al op een hoog gemiddelde van 140 kWp per nieuw project. De implementatie van de succesvolle SDE 2014 regeling deed zich dat jaar al volop gelden, en die trend lijkt met de tot nog toe bekende installaties in 2016 verder door te zetten: het systeem gemiddelde van de eerst bekende populatie gerealiseerde grote PV projecten ligt dit jaar al op een hoog gemiddelde van 224 kWp.

Als je de blauwe curve (aantal projecten) vergelijkt met de bruine (vermogen bij diezelfde projecten) in de periode 2011-2015, is er een onontkoombare conclusie: het aantal nieuw gevonden projecten stijgt gemiddeld genomen nog steeds per jaar. Het totaal daarmee toegevoegde vermogen stijgt echter veel harder, met name in 2015. De projecten worden gemiddeld genomen dus steeds groter. Een feit waar de sector "rekening" mee moet (gaan) houden in haar markt benadering. Want het gaat om een compleet ander marktsegment dan de residentiële sector. Met grote potentie, maar ook met haar specifieke - vaak complexe - problemen.


Gerealiseerde grondgebonden vrijeveld installaties
Na vele jaren een beetje "prutsen", lijkt met de realisatie van het 6 MWp vrijeveld project op Ameland een feitelijke "trendbreuk" gezet, die een potentiële versnelling van deze belangrijke categorie zonnestroom installaties kan inluiden. Kán, want er zijn veel problemen met de implementatie van dergelijke projecten. Maar er wordt massaal op ingezet, en als de financiering kan worden gevonden, en een verantwoorde business-case voor met name de afzet van grote hoeveelheden zonnestroom, kan deze categorie in korte tijd "zeer interessant" gaan worden. Met name bij de realisatie van een forse hoeveelheid capaciteit (MWp). Er staan verschillende grote projecten klaar om te worden uitgevoerd. De laatste opvallende toevoeging, die ook weer een beetje een "status aparte" heeft, is de al op veel plekken gelinkte "motorport" (eigenzinnige variant op het al wijder verbreide thema "carport") op TT-Assen. De zonnepanelen, geïnstalleerd als lange rijen overkappingen om motoren van bezoekers droog - en in de schaduw - te kunnen parkeren, zijn allemaal al geïnstalleerd door GroenLeven uit Heerenveen (in samenwerking met diverse andere partijen zoals Van der Wiel Infra & Milieu). De netkoppeling kon echter nog niet op tijd voor de races, eind juni, tot stand worden gebracht. Maar dat gaat natuurlijk vroeg of laat alsnog gebeuren, en dan staat er in het dunbevolkte Drenthe weer een forse nieuwe installatie met een capaciteit van ruim 5,6 MWp zonnestroom te bakken. Er zullen nog diverse andere grote PV projecten van divers pluimage gaan volgen, er zijn er meerdere met oudere SDE beschikkingen. Bovendien zijn er inmiddels ook al enkele nieuwe beschikkingen afgegeven binnen de eerste SDE 2016 ronde voor dergelijke grondgebonden installaties. Het lijkt vrij waarschijnlijk dat de meeste projecten met zo'n beschikking op termijn zullen worden gerealiseerd.

Momenteel is, inclusief de belangrijke toevoeging van Zonnepark Ameland rond de jaarwisseling, de status van de feitelijke realisaties (lees: netgekoppelde, al zonnestroom producerende grond gebonden projecten, dus nog excl. TT-Assen) bij deze scherp door Polder PV in de gaten gehouden categorie >= 15 kWp als volgt:

  • Totaal 55 grondgebonden "vrije-veld" installaties met een opgesteld vermogen van 15,5 MWp (systeemgemiddelde: 218 kWp)
  • Daarvan zijn er groter of gelijk aan 50 kWp: 24 installaties met een capaciteit van totaal 14,8 MWp (gemiddelde project omvang: 615 kWp)
  • Dit is nog exclusief vele tientallen kleine "vrije-veld" installaties bij particulieren, vaak slechts maximaal een paar tiental zonnepanelen.
  • De verwachting is dat het totale vermogen van vrije-veld installaties snel zal gaan toenemen met elk toevoegd project.
  • Het aantal grondgebonden PV-projecten groter of gelijk aan 50 kWp zal relatief bezien echter bescheiden blijven, in vergelijking tot de aantallen grote projecten op daken ("rooftop").

Segmentatie single-site projecten per provincie

Voor het eerst publiceer ik hier een verdeling van de tot nog toe gevonden grote single-site PV projecten per provincie. Daarbij gebruik ik verschillende onderscheidende criteria, die anders uitpakken bij de daar uit volgende ratings. Ook bij deze cijfers dient prudentie te worden betracht. Want tijdens zoektochten naar grote PV projecten heb ik o.a. gebruik gemaakt van recente satelliet foto's. Recentere updates, absoluut noodzakelijk om het grootste deel aan grote nieuwe projecten te kunnen vinden, worden helaas selectief gepubliceerd (niet heel Nederland wordt in zijn geheel van een update voorzien). Zo heb ik behoorlijk wat recente projecten in provincie Noord-Holland en westelijk Flevoland kunnen vinden, die daardoor mogelijk in het huidige overzicht zullen zijn "over-vertegenwoordigd". Het gaat daarbij vaak om boerderij projecten van enkele tientallen kWp, die je normaliter makkelijk over het hoofd zou kunnen zien, omdat er vaak niets over wordt gepubliceerd. Dit laat onverlet, dat in combinatie met talloze andere elektronische bronnen, er inmiddels een redelijk representatief beeld is van de grote projecten in Nederland. Wat alleen maar beter zal worden, naarmate er meer over projecten bekend zal worden (en er bijvoorbeeld ook recentere satelliet foto's van andere provincies beschikbaar zullen gaan komen).


Aantal gevonden single-site projecten per provincie

Bij het aantal tot nog toe gevonden single-site PV projecten groter of gelijk aan 15 kWp (totaal tussenstand: 3.716 stuks) leidt Noord-Holland voorlopig de dans in mijn projectenlijst, met al 550 grote installaties. Dit kan deels te maken hebben met een hoop hits die ik op recente satellietfoto's vond, maar feit is dat in genoemde zonnige provincie sowieso veel activiteit is op het vlak van implementatie van grote projecten (o.a. Amsterdam is al lange tijd erg actief op dit vlak). Een andere provincie die altijd behoorlijk veel aandacht heeft besteed aan ondersteuning van zonnestroom projecten, en die ook een zware agrarische infrastructuur heeft (veel boerderijen), Overijssel, volgt op de voet met 512 reeds gevonden projecten. Dan krijgen we een trio bestaande uit de steden, en deels boerderijen rijke provincies Gelderland, Noord-Brabant en Zuid-Holland, die op iets grotere afstand volgen (458-453-428 projecten). En dan volgt er een stevig "gat", met in aflopende volgorde de rest van de provincies (Flevoland 256 stuks tm. Zeeland slechts 97 projecten). Achteraan is nog een rest-categorie van beslist netgekoppelde grote projecten waarvan de lokatie echter nog niet duidelijk is geworden. En in een rood-gearceerde kolom vindt u het gemiddelde van de 12 provincies (excl. "rest" post), wat uitkomt op 309 projecten per provincie.


Aantal zonnepanelen in grote single-site projecten per provincie

Een beduidend andere rating krijgen we, als we het totaal aantal zonnepanelen tellen (of: uit opgegeven vermogen, installatie datum, en eventuele circumstantial evidence berekenen) bij de hierboven getoonde >= 15 kWp grote single-site projecten. Hier blijkt Noord-Brabant heer en meester met (afgerond) 206 duizend panelen. Op de voet gevolgd door Noord-Holland (201 duizend modules), en een stuk verder op afstand, Gelderland, met 180 duizend exemplaren. Het is ook niet heel erg verwonderlijk, want de Brabantse projecten vinden we vaak op zeer grote daken van de intensieve veehouderij aldaar, waarop veel ruimte is. Dat Noord-Holland zo hoog eindigt heeft deels te maken met nogal wat grote projecten die duizenden modules inbrengen. Maar vergeet ook niet dat het langjarige "historische kampioens-project" Floriade dak in Vijfhuizen alleen al een heftige aanzet heeft gegeven met haar speciaal voor dat project gemaakte 19.380 Siemens modules (project vermogen 2,3 MWp).

Zuid-Holland en Overijssel gaan ongeveer gelijk op, met zo'n 148 duizend modules elk, daarna gaat het rap "bergafwaarts", van 123 duizend modules bij Flevoland (NB: veel boerderijen met grote installaties in een relatief dunbevolkte provincie!) tot, wederom, hekkensluiter Zeeland, met "slechts" 25 duizend zonnepanelen bij de grote single-site projecten. De "rest" categorie, helemaal rechts, omvat slechts zo'n drieduizend modules. Het provinciale gemiddelde, rood gearceerd, komt op ongeveer 116 duizend zonnepanelen.

Het totaal aantal panelen aanwezig in de grotere single-site projecten, tot nog toe "verzameld" door Polder PV, ligt boven de 1,4 miljoen exemplaren. Grofweg 1 paneel voor elke 12 Nederlanders.


Geaccumuleerde PV capaciteit in grote single-site projecten per provincie

Bij de geaccumuleerde capaciteit in MWp (totaal ongeveer 330 MWp), blijft landskampioen Noord-Brabant ook bij de single-site projecten >= 15 kWp, met 49,6 MWp, ongeslagen. En is de afstand tot numero twee, Noord-Holland, met 46,8 MWp, zelfs iets groter, dan bij de aantallen panelen. Dit heeft te maken met een kennelijk gemiddeld iets groter module vermogen wat in het zuiden des lands wordt toegepast. Er is ook een fors gat met de derde erepodium plaats, Gelderland (36,7 MWp, 26% lager dan het volume in NB), wat een aanwijsbare oorzaak heeft (zie "gemiddeld vermogen per paneel"). Vanaf die derde plaats gaat het gestaag omlaag, naar 13,2 MWp bij de grote single site projecten in provincie Groningen. Zeeland maakt tot slot weer een forse sprong extra omlaag, hier is nog maar 5,9 MWp aan capaciteit bij de grotere projecten ontdekt. Er staat minder dan 1 MWp in de "rest" categorie (lokatie onbekend). Het provinciale gemiddelde is 27,4 MWp (rood gearceerde kolom).

NB: de bijna 50 MWp in de grotere (gevonden) PV projecten in "kampioens-provincie" Noord-Brabant lijkt weliswaar indrukwekkend, maar het is slechts 21% van het volume wat we momenteel in het totaal-dossier voor die provincie vinden in Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat: 238 MWp. Zelfs als we er van uitgaan dat er nog veel grote projecten daar getraceerd moeten worden, ook in die provincie blijven residentiële en andere installaties tot 15 kWp het dominante volume vertegenwoordigen. Aan de andere kant van het spectrum, vertegenwoordigt de 5,9 MWp gevonden in provincie Zeeland zelfs slechts 12% van het momenteel in Klimaatmonitor opgevoerde volume van 50 MWp. Daar lijkt het residentiële aandeel dus nog groter te zijn, tenzij ik in die provincie een bovenmatig groot deel van de grotere PV projecten over het hoofd zou hebben gezien.


Gemiddelde module capaciteit in grote projecten per provincie

Een ronduit verrassende grafiek volgt als je per provincie het gemiddelde module vermogen (bepaald uit aantal panelen en totale project vermogen) gaat vaststellen. Je zou verwachten dat er dan relatief weinig variatie zou optreden op zo'n "hoog" gebiedsniveau. Maar dat blijkt bij het aanschouwen van deze (gesorteerde) grafiek toch een iets ander verhaal op te leveren dan je zou denken.

Natuurlijk, het relatief hoge gemiddelde module vermogen in de "rest" categorie (met onbekende lokatie) kan, vanwege het feit dat het om een relatief laag aantal projecten gaat (slechts 0,2 % van totaal aantal gevonden projecten), als niet representatieve aberratie worden beschouwd. Omdat het om een veel te kleine "steekproef" gaat van maar 9 projecten. Vervolgens: dat er wat lichte variatie tussen de provincies bestaat OK, maar het verschil tussen Limburg (gemiddeld 258 Wp per module) en Zuid-Holland (slechts gemiddeld 224 Wp per paneel) is best wel opvallend te noemen. ZH ligt "13% achter" op het gemiddelde module vermogen geïnstalleerd in de grote projecten in Limburg. Dit heeft meerdere oorzaken. In Zuid-Holland vinden we vaker oudere projecten van groter formaat, omdat die nu eenmaal vaker in het westen van het land zijn begonnen. En oudere projecten hebben veel lager vermogen hebbende zonnepanelen dan moderne installaties. Maar een veel belangrijker reden is, dat in de provincies met de hoogste gemiddelde vermogens per paneel (links in de grafiek), er twee mij bekende actieve partijen zijn, die gemiddeld veel hogere paneel vermogens uitleveren dan de vaak (nu) gemiddelde 260 Wp. En ze doen dat bovendien in zeer grote getalen, vaak op daken van grote boerderij complexen. Dit maakt, dat Limburg, Friesland, Drenthe en Groningen in de bovenste regionen zitten. En dat in de rest van het land deze module gemiddeldes, uiteraard verwaterd door de al talloze oudere projecten, met paneel vermogens die zeker in de beginjaren ver onder de 200 Wp hebben gelegen, een stuk lager liggen. Tot genoemde relatief lage waarde voor Zuid-Holland aan toe.

1 project verschil > grote slok op een borrel
Maar wat doet die curieuze provincie Gelderland, daar helemaal achteraan, terwijl ze nota bene een van de haantjes de voorste was in de voorgaande grafieken? Dat, mijne dames en heren, heeft maar 1 specifieke oorzaak. En die oorzaak "heet" Solarpark Azewijn. Dat is reeds een oud project op de vuilnisbelt aan de Reefweg, waar maar liefst 36.000 Chinese amorf silicium modules, met elk slechts 50 Wp STC vermogen zijn geïnstalleerd. Waarbij het totale project (dus) een capaciteit heeft van 1,8 MWp. Een installatie die daar sinds begin 2011 staat opgesteld. Als we dit ene project uit de door Polder PV bij elkaar gebrachte verzameling voor Gelderland halen, resulteert een gemiddelde module grootte voor alle grote single-site projecten in deze provincie van 243 Wp. Wat Gelderland tussen Flevoland en Noord-Brabant in zou doen belanden. Een "gemiddelde" positie dus (3% hoger dan het totale gemiddelde van 236 Wp per paneel, rood gearceerd, indien Azewijn gewoon wordt meegenomen). Maar als we het project, met enorm veel kleine dunnelaag modules, toevoegen "zoals het hoort", resulteert dus in een klap voor diezelfde provincie slechts een gemiddeld vermogen van maar 204 Wp per paneel. 14% láger dan het gemiddelde.

Dit is een goed voorbeeld om aan te tonen dat slechts 1 project zelfs op provinciaal niveau zeer veel invloed kan hebben, afhankelijk van welke parameter je bekijkt. In dit geval dus een project met heel veel kleine modules, wat het gemiddelde paneel vermogen in de hele provincie "onderdrukt". De verwachting van Polder PV is dat, als de totale volumes per provincie flink door blijven groeien, dit soort specifieke effecten op termijn minder zal gaan worden, en zal ondersneeuwen in de totale volumes. Een project zal dan niet heel erg veel "verschil" meer gaan maken op het provinciale niveau (tenzij het bijvoorbeeld weer om een gigantisch groot project zou gaan, met een sterk van een gangbaar module afwijkend type zonnepanelen).


Gemiddelde aantal zonnepanelen per project per provincie

Weer een andere "maat der dingen" vinden we als we het gemiddelde aantal zonnepanelen per project per provincie bepalen uit de stamdata in Polder PV's single-site projecten sheet. Opeens staat nu provincie Flevoland, in voorgaande grafieken op zijn hoogst een "hoge middenmoter", vooraan in de rij. Met gemiddeld 480 panelen per groot project steekt het duidelijk boven de rest van de provincies uit. Wat volkomen verklaarbaar is, want al tijdens enkele fietstochten door die provincie (zie fotoreportage), heb ik al kunnen vaststellen dat er sinds enkele jaren talloze boerderijen in dat nieuwe land "bezaaid" zijn met voldak PV systemen. En dat tikt natuurlijk fors aan voor zo'n relatief kleine provincie. In Klimaatmonitor staat niet voor niks sinds enige tijd het aggressief op agrarische lokaties bijplaatsende Noordoostpolder vooraan bij de (huidige) rating op het gebied van vermogen per gemeente. Samen met (het buitengebied van) de ook agrarisch gedomineerde gemeentes Biddinghuizen, Lelystad, en Zeewolde, maken deze plaatsen een fors verschil met de bijgeplaatste hoeveelheden modules per project binnen de provincie.

Op de volgende 2 plaatsen staan ditmaal bijna ex aequo de provincies Noord-Brabant (454) en Drenthe (452 panelen gemiddeld per project). Wat ook deels te maken heeft met de talloze grote boerderijen in deze provincies. Maar ook bijvoorbeeld met twee grote installaties als TT-Assen (22.000 modules) en Scholtenszathe in Klazienaveen-Noord (4.600 panelen, beide projecten van dezelfde ontwikkelaar) in de dunbevolkte, en relatief kleine provincie Drenthe. Ook hier dus weer een "provinciaal effect" van slechts een paar installaties. Het ook sterk agrarische Friesland komt een stuk lager uit, met gemiddeld 411 panelen per groot PV project.

Wederom trapsgewijs verder de ladder afdalend komen we uiteindelijk weer bij het "arme" Zeeland uit, wat gemiddeld genomen per project 260 panelen heeft bij de populatie grote projecten die ik tot nog toe heb weten te traceren. Het gemiddelde over alle projecten (rood gearceerde kolom) ligt op 377 panelen per installatie. Indien dit moderne 260 Wp modules zou betreffen, zit je dan op zo'n 98 kWp per project. Maar in het door Polder PV opgebouwde bestand zitten veel oudere projecten, waarbij de module vermogens - natuurlijk - op een veel lager niveau lagen.


Gemiddelde opgestelde PV-capaciteit per project per provincie

Globaal genomen lijkt deze grafiek, die de gemiddelde systeem capaciteit per project per provincie weergeeft, op de vorige grafiek. Wat natuurlijk logisch is, het aantal panelen correspondeert natuurlijk grofweg met het opgestelde vermogen. Maar gezien aberraties zoals "het geval" Azewijn voor provincie Gelderland, kan het best voorkomen dat op detail niveau de volgorde in deze rating iets afwijkt van die voor het aantal panelen. Dat is ook geschied, Drenthe staat nu duidelijk boven Noord-Brabant (114 resp. 110 kWp gemiddeld per >= 15 kWp single-site project). Maar moet Flevoland toch duidelijk voor zich laten (119 kWp gemiddeld per groot project). Na Limburg valt er een "gat", verder loopt het gemiddelde weer stapsgewijs af. Met Zeeland als de bekende sluitpost, 61 kWp gemiddeld per groot project. Nog steeds respectabel natuurlijk, al schreeuwt de hoge zonne-potentie in die provincie natuurlijk om (veel) meer...

Het gemiddelde vermogen over alle provincies ligt op een niveau van 89 kWp per groot PV project (rood gearceerde kolom).


Relatieve verhoudingen: (1) Aantal grote PV-projecten per 100.000 inwoners per provincie

Bij de relatieve verhoudingen krijgen we ook weer hele andere volgordes te zien. In deze eerste grafiek het aantal projecten per 100.000 inwoners per provincie (aantal inwoners per provincie gehaald uit CBS StatLine). Hier torent de kleine provincie Flevoland dominant boven alle andere provincies uit. 63 grotere PV projecten op genoemd aantal inwoners is bijna drie maal het provinciale gemiddelde (rood gearceerde kolom: 22 stuks)! Overijssel kan nog een "beetje" volgen, met 45 projecten per 100.000 inwoners, maar - ex aequo - Drenthe en Friesland, hebben beiden slechts iets meer dan de helft van het volume van Flevoland. De rest tobt met hoge inwoner aantallen (sterk verstedelijkte provincies) of een combinatie van relatief weinig projecten en een laag inwoner aantal (Zeeland, Groningen). Ditmaal is mijn eigen provincie Zuid-Holland, natuurlijk het meest dicht bevolkt van allemaal (3,6 miljoen inwoners), de sluitpost, met maar 12 grote PV projecten op 100.000 ingezetenen.


Relatieve verhoudingen: (2) PV-project capaciteit per inwoner per provincie (Wp)

Met deze tweede relatieve maat blijkt de positie van Flevoland zelfs superieur en onaantastbaar te zijn t.o.v. de rest van de provincies. Met 75 Wp gemiddeld per inwoner aan grote >=15 kWp zonnestroom producerende projecten beweegt "het nieuwe land" zich op eenzame hoogte, twee maal zo hoog dan verre volger Drenthe (38 Wp/inwoner aan grote projecten), en zelfs een factor vier maal het gemiddelde van alle 12 provincies (19 Wp/inwoner, rood gearceerde kolom). Opvallend is dat Overijssel, nog 2e bij de vorige maatvoering (aantal grote PV projecten per 100.000 inwoners), nu naar de vierde positie is verwezen, na Friesland (35 Wp/inwoner), met slechts 30 Wp per ingezetene. De rest van de provincies doet het op dit vlak ook niet zo best, met wederom het zeer dichtbevolkte Zuid-Holland als rode lantaarndrager: slechts 9 Wp per ingezetene. Of, anders gezegd: op elke 29 inwoners een zielig "groot project paneeltje" van 260 Wp. Het verschil tussen Flevoland en Zuid-Holland is hier opgelopen tot ruim een factor 8.


Relatieve verhoudingen: (3) Aantal grote PV-projecten per 100.000 hectare landoppervlak per provincie

Wederom een andere volgorde, als we het aantal grote PV installaties relateren aan het beschikbare landoppervlak per provincie. Een beetje redelijke getallen krijgen we als we 100.000 hectare als referentie nemen, wat gelijk is aan 1.000 vierkante kilometer. De oppervlaktes per provincie heb ik gehaald uit deze StatLine tabel.

Nu krijgen we weer geheel andere "spelers" in de voorhoede te zien. Achtereenvolgens Overijssel (150), Utrecht (137), resp. Noord-Holland (134 grote single-site projecten per 1.000 km²) bijten de spits af. Andere "relatief kleine" provincies met veel PV activiteit sluiten aan. De grote provincies verdwijnen meer naar de achterhoede, waarbij vooral de qua oppervlakte grootste, Friesland (575.000 hectare) opvalt met een lage uitkomst van 37 projecten per 1.000 km². Hekkensluiter Zeeland rondt het twaalftal provincies af, met slechts 33 grotere single-site projecten op hetzelfde oppervlak. Het verschil tussen de koploper en de rode lantaarndrager is een factor 4,5. Het gemiddelde ligt rond de 89 projecten per 1.000 km² (rood gearceerde kolom).


Relatieve verhoudingen: (4) PV capaciteit in grote projecten in Wp/hectare landoppervlak per provincie

Bij deze laatste relatieve maatvoering, de geaccumuleerde capaciteit van de grote projecten, terug gerekend naar een hanteerbare Wp per hectare per provincie, vinden we wederom provincie Flevoland voorop, met 126 Wp/ha. Noord-Holland met 114 Wp/ha, en provincie Limburg, met 108 Wp/ha, maken het erepodium vol. Na nog eens vier provincies die op vrijwel gelijk niveau zitten, is er een forse terugval. Die vanaf de positie van Drenthe (69 Wp/ha) nogmaals de diepte in duikt, om te eindigen op een wat pover resultaat bij de veelvuldig achteraan in de diverse ratings voorkomende provincie Zeeland. Die maar 20 Wp/ha scoort in deze figuur. Dat is een factor van ruim 6 t.o.v. het niveau bij Flevoland. Het gemiddelde van alle provincies ligt op 79 Wp/ha.

Uit dit alles volgt, dat afhankelijk van de gekozen variabele, verschillende provincies in de bovenste regionen opduiken bij de single-site PV projecten. Zonne-energie kent talloze winnaars. Het is maar op welk aspect in de vergelijkingen je de nadruk legt - of wilt leggen.


Multi-sites, "vermogen gerealiseerd onbekend", en totaal in drie project dossiers
De al eerder aangestipte "multi-site" projecten breng ik onder in een apart spreadsheet gedeelte, mede omdat van de afzonderlijke deel-installaties vaak geen informatie wordt verstrekt. Deze folder telt in deze laatste update 201 van dergelijke meervoudige locaties omvattende projecten, met een gezamenlijk vermogen van nog eens bijna 63 MWp. De belangrijkste toevoeging qua volume is het begin juli dit jaar opgeleverde, 4,2 MWp grote project op diverse bedrijfshallen van ABC Westland te Poeldijk. Het grootste in deze wat kunstmatige categorie die ik nu in deze aparte lijst heb staan. En tevens, naar verluidt het grootste gerealiseerde integrale PV project in provincie Zuid-Holland. Ik heb tot nog toe geen aanwijzingen dat die claim incorrect zou zijn. De installaties van Bunnik Plants (multi-site, 4 adressen, 1,8 MWp) en op de campus van TU Delft (twijfelgeval, is "campus" één adres / "erf" ?), met 1,2 MWp zijn een stuk kleiner.

De categorie "beslist al gerealiseerd", maar nog geen indicatie voor het opgestelde vermogen hebbend heeft inmiddels een omvang van 139 projecten in mijn spreadsheet. Het zijn meestal door RVO als "gerealiseerd" gemarkeerde SDE gesubsidieerde single-site projecten, waar nog geen enkele specifieke informatie over is gevonden. In totaal vallen er 92 SDE projecten onder. Het gros (64 stuks) betreft projecten met een SDE 2014 beschikking. Een stuk minder dan in de december 2015 update, gelukkig heb ik van nogal wat gerealiseerde projecten in die oudere lijst alsnog info over de gerealiseerde vermogens gevonden. Van sommige projecten in de nu nog "onbekende omvang" lijst heb ik een ruwe schatting kunnen maken "wat het gerealiseerde vermogen zou kunnen zijn". Dat telt op tot ruim 2,1 MWp voor die projecten waarvoor zo'n schatting "verantwoord" werd geacht (gezien enkele wel bekende project parameters). Hier zijn echter de door RVO geanonimiseerde projecten niet in opgenomen, want er is niets zinnigs met die informatie te doen. Vandaar dat onderstaande totaal uitkomst een absoluut minimum is: er is beslist al (veel) meer gerealiseerd dan tot nog toe is gevonden en opgenomen in de projecten spreadsheet. Er zitten nogal wat "maatschappen" onder die geanonimiseerde (al gerealiseerde) beschikkingen, en er zijn nogal wat van die bedrijven die een forse dak oppervlakte tot hun beschikking hebben. Hier kan beslist nog wel het nodige aan megawatten "missen" op het polderiaanse netvlies.

Totaal: minimum schatting
Gaan we alleen op de "gerealiseerde" projecten >= 15 kWp af, single-site + multi-site, en nog een geschatte hoeveelheid van grofweg 2 MWp "toewijsbaar gerealiseerd" in het "reserve lijstje", kom ik nu al uit op over de 4.050 stuks, met een gezamenlijk vermogen van minimaal 395 MWp (reeds gevonden) "gerealiseerde grote PV projecten" in Nederland.

Als we zeer conservatief zouden aannemen dat er dit jaar 450 MWp nieuw PV vermogen zou bijkomen, en we ervan zouden uitgaan dat dit evenredig over het jaar zou worden opgeleverd, zou er per maand gemiddeld minimaal 37,5 MWp moeten worden bijgebouwd in de nationale PV markt. Gaan we van het voorlopig eindejaars-cijfer van 1.485 MWp voor 2015 uit (CBS update), zou er theoretisch minimaal zo'n 1.485 + 225 = 1.710 MWp kunnen zijn geaccumuleerd, halverweg 2016. Uitgaande van de absolute minimum inschatting voor het "grote project vermogen", van 395 MWp, zou ik halverwege dit jaar dus al minimaal 23% zeg maar "niet-residentieel" vermogen hebben gevonden in de vorm van grote PV projecten. Maar gezien het feit dat ik nog steeds grote hoeveelheden aan projecten mis (met name in het omvangrijke traject tussen 15 en 50 kWp), en er waarschijnlijk van een toenemend aantal (ook grote) projecten niets publiekelijk bekend wordt gemaakt, kan dat makkelijk minimaal 25% - en m.i. waarschijnlijk zelfs fors meer - gaan worden. De vraag of de verdeling in capaciteit, 70% residentieel / 30% niet residentieel, zoals bevonden door CBS voor eind 2014, medio 2016 nog actueel zal zijn, is hiermee, gezien de vele, blijvende onzekerheden rond de cijfers, echter nog niet beantwoord.

Dat alles daargelaten, bijna 400 MWp al getraceerde, individueel geïdentificeerde grote PV projecten is beslist al een "zeer substantieel" volume. Wat een belangrijke trendbreuk in het karakter van de tot voor kort door kleine installaties gedomineerde Nederlandse zonnestroom markt heeft ingeluid. Nog steeds is de residentiële markt, versterkt door het flink toegenomen aantal projecten getrokken door woningbouw corporaties, het dominante segment in het totaal afgezette volume. Maar de projectenmarkt lijkt zeker bij de toegevoegde vermogens aan een inhaal "race" bezig.


Status implementatie SDE / SDE "+"
Ik heb ook een selectie van de daadwerkelijk reeds "positief herkende" projecten met SDE subsidies (SDE 2008 tm. 2010, en SDE "+" 2011 tot en met SDE 2016 - ronde I) gemaakt. Daar vallen "neutraal" met SDE subsidie geoormerkte projecten buiten, als niet duidelijk werd gemaakt welke regeling precies werd bedoeld, en het project niet op naam kon worden getraceerd in de beschikkingen lijsten. Ook alle projecten waarvan geen beschikking was te achterhalen, omdat bijvoorbeeld "een derde partij" de subsidie toewijzing heeft overgenomen, en die partij niet (meer) is terug te vinden in de RVO lijsten, vallen daarbuiten. Tevens alle anonieme, niet aan een exact project of locatie toewijsbare beschikkingen, heb ik achterwege gelaten. Zo kom ik tot absolute minimum aantallen en vermogens van aanwijsbare, gedocumenteerde SDE gesubsidieerde projecten die al in mijn spreadsheet "realisaties" zijn terug te vinden. Vooral van de oudere regelingen moet ik nog het nodige boven tafel zien te krijgen, met name bij de project categorie "klein", die in de eerste jaren afgetopt werd op maximaal 15 kWp. Er zijn de nodige projecten die op die grens capaciteit zijn beschikt, en die vallen dus ook onder mijn "ondergrens". Opgegeven vermogens zijn minima: niet van alle getraceerde SDE projecten kon de gerealiseerde capaciteit worden achterhaald.

In rode haken heb ik de laatste "officiële" stand van zaken van de realisatie van álle PV projecten binnen de SDE regelingen getoond, zoals weergegeven in mijn overzicht van april jl. De grote afwijkingen voor SDE 2008-2010 worden veroorzaakt doordat het grootste deel, of een substantiële hoeveelheid van de gerealiseerde volumes in die eerste 3 regelingen op het conto van kleine residentiële projecten moet worden geschreven. Die komen niet voor in mijn "grote projecten overzicht". Voor zowel SDE 2014 als voor SDE 2015 heb ik al meer volume getraceerd dan in genoemde april update van RVO was gepubliceerd (SDE 2016 eerste ronde was toen nog niet bekend).
  • SDE 2008 3 projecten met bijna 551 kWp (meerdere beschikkingen per project!) [9,8 MWp]
  • SDE 2009 101 projecten met ruim 10,9 MWp (deels idem) [22,3 MWp]
  • SDE 2010 104 projecten met ruim 4,7 MWp [17,7 MWp]
  • SDE "+" 2011 275 projecten met bijna 17,6 MWp [18,5 MWp]
  • SDE "+" 2012 27 projecten met ruim 4,4 MWp [4,8 MWp]
  • SDE "+" 2013 174 projecten met bijna 38 MWp [40,6 MWp]
  • SDE "+" 2014 462 projecten met bijna 116,6 MWp [97,1 MWp]
  • SDE "+" 2015 11 projecten met bijna 1,7 MWp [0,3 MWp]
  • SDE "+" 2016 ronde I 2 projecten met bijna 204 kWp (zeer rap gerealiseerd) [-]

Totaal SDE en SDE "+" in PPV spreadsheet: 1.159 gerealiseerde grote projecten, totaal vermogen minimaal 195 MWp. Sommige projecten hebben zelfs SDE beschikkingen uit verschillende jaren, deels zullen die niet allemaal zijn ingevuld. Bij de totalen zitten ook 28 multi-site projecten met een capaciteit van minimaal 15,4 MWp, en ook nog eens 92 projecten waarvan de omvang nog in het geheel onbekend is. Noot: RVO had in haar eigen officiële update van 1 januari 2016 nog maar 175,5 MWp voor realisatie SDE en SDE "+" staan. Voor SDE 2014 stond toen 67,6 MWp aan gerealiseerde projecten. Momenteel zit ik daar met mijn minimum hoeveelheid van bijna 117 MWp 72% boven. Maar als het goed is moet er deze zomer weer een update komen van RVO, die dat beeld weer gaat bijstellen. Ik verwacht vooral een forse stijging van de invulling van SDE 2014 bij de uitvoerder van de SDE regelingen.

Het tot nog toe door Polder PV gevonden ingevulde volume voor met name SDE 2014 is een flinke onderschatting, omdat er zeer veel anonieme beschikkingen zijn die al zijn ingevuld, die echter niet (positief) geïdentificeerd kunnen worden. Er is natuurlijk nog een zeer lange weg te gaan met die regeling (883 MWp beschikt voor SDE 2014). Maar genoemde 117 MWp is inmiddels wel ruim 13% van dat beschikte volume. Hopelijk gaan problemen met de financiering niet resulteren in vastlopende - en dus mogelijk op niet al te lange termijn hun beschikking verliezende - projecten.

Ik heb de SDE implementatie voor uitsluitend de single-site projecten ook visueel zichtbaar gemaakt in de vorm van twee grafieken.

In deze grafiek per SDE regeling het aantal tot nog getraceerde single-site projecten in de spreadsheet van Polder PV (aantal linker Y-as). Hierbij domineert zoals te verwachten SDE 2014, met 450 van de in totaal 1.131 projecten (40%), gevolgd door SDE 2011 met 271 (24%), resp. SDE 2013 (15%). In een groene stippellijn heb ik ook het gemiddelde project vermogen van de single-sites per regeling weergegeven. De regelingen met maar een paar projecten (SDE 2008, 2015, 2016) kunnen niet representatief worden geacht. Pas als daar veel projecten in zouden zitten, zou een betrouwbaarder beeld kunnen worden gegeven. Dat SDE 2009 en 2010, met redelijke aantallen projecten het getoonde beeld vertonen (SDE 2009 een relatief hoog systeem gemiddelde, SDE 2010 laag), komt omdat de eerste werd gedomineerd door projecten uitgevoerd door Horizon Energy (bijna allemaal op 100 kWp/beschikking gemaximeerd, er zijn zelfs projecten met 3 beschikkingen, met dus een totaal vermogen van 300 kWp uit voortgevloeid). Terwijl SDE 2010 werd gedomineerd door talloze projecten uitgevoerd door Sununited. Die bijna uitsluitend standaard installaties van 23 kWp per stuk heeft opgeleverd. Pas met SDE 2011, toen de "bovencap" werd verwijderd, begon het systeemgemiddelde weer rap te stijgen. Voorlopig culminerend in de "representatief" vertegenwoordigde SDE 2014, met 234 kWp gemiddeld per (geïdentificeerd) single-site project. De verwachting is dat, bij voldoende realisaties onder SDE 2015 en SDE 2016 (ronde I), dat project gemiddelde zeker rond of zelfs boven de 200 kWp zal komen te liggen. Maar dat is nog afwachten geblazen.

Voor de single-sites heb ik ook alle SDE regelingen waarvan ik project realisaties heb geïdentificeerd gestapeld weergegeven in deze grafiek, die de geaccumuleerde gerealiseerde capaciteiten weergeeft. SDE 2008 onderaan, SDE 2016 (ronde I, allereerste realisaties) bovenaan. In totaal omvat dat volume 179,2 MWp, waarvan SDE 2014 met 105,3 MWp (59%), SDE 2013 met 35,5 MWp (20%), en SDE 2011 met 16,9 MWp (ruim 9%) het grootste volume voor hun rekening nemen (totaal deze 3 regelingen: 88% van alle gevonden single-sites met SDE beschikking). Het hier weergegeven volume is, mind you, slechts 54% van het totale volume in mijn single-site spreadsheet. Ergo: er zijn talloze projecten zonder SDE beschikking, die via diverse andere "kanalen" zijn gefinancierd. Daarbij kan gedacht worden aan oudere eenmalige aanschaf subsidies, EIA, VAMIL, KIA, versnelde afschrijving, (gedeeltelijke) gemeentelijke ondersteuning, zon-voor-asbest subsidies, provinciale regelingen, Europese subsidies, crowdfunding, postcoderoos, diverse lease concepten, gunstige, lage rentes hebbende leningen, groene financieringen, en ga zo maar door. Het is goed om dit op het netvlies te krijgen: beslist niet alle grotere PV projecten worden via de SDE regelingen gesubsidieerd!

Voor de laatst bekende "officiële" RVO cijfers, ontleend aan een recente voorjaars-update van het SDE dossier bij Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat, zie mijn uitgebreide analyse van 18 april 2016.


"Plannen" project portfolio gigantisch als vanouds
In de vorige projecten update heb ik voor het eerst wat woorden vuil gemaakt aan de gigantische zeepbel aan plannen voor zonnestroom projecten in Nederland. Hoe staat het daarmee? Af en toe wordt er inderdaad zo'n plan gerealiseerd, en schuif ik deze door naar de "realisaties" map (de enige die "telt", natuurlijk, plannen produceren immers geen kilowatturen). Maar er staat nog absurd veel open, lees mijn commentaar in de vorige update.

Momenteel heb ik minimaal 1,9 GWp (!), verdeeld over bijna 670 projecten in de "pending" lijst staan. Meer volume dan er tot en met medio 2016 daadwerkelijk al kan zijn gerealiseerd in ons land (totale capaciteit inclusief dominante residentiële markt). En dat is nog een minimum, omdat van lang niet alle projecten bekend is wat er aan capaciteit is/wordt gepland. Een gooi er naar doen is zinloos, dus die projecten zijn op dat punt open gelaten. Een relatief bescheiden gedeelte uit die omvangrijke "plannen" lijst, bijna 500 projecten met een totale omvang van zo'n 640 MWp lijkt meer of minder serieus te zijn, gezien al vrij gedetailleerde project data, (groten)deels al financiële dekking via SDE, PCR, crowdfunding, andersoortige fondsen e.d. Daarnaast is er ook grofweg een volume van zo'n 170 MWp aan "vrijeveld" installaties (grondgebonden projecten), waarvoor de kansen relatief gunstig liggen gezien de aanwezigheid van een SDE beschikking (SDE 2014 of later), of redelijk op stoom lijkende projecten met een postcoderoos insteek of crowdfunding. Wat het totaal aan min of meer "serieuze" project plannen, "roof-top" en "grondgebonden", over de 800 MWp heen zou kunnen tillen.

Maar een groot deel van de rest van de talloze plannen is alles wat je onder frases als "een byzonder leuk idee, nog even wat belangrijke details zien te regelen" tot "pure luchtfietserij" zou kunnen scharen. Een fors volume daarvan wordt geclaimd door grondgebonden installaties, waarvan ik er momenteel (naast de SDE beschikte projecten, de vrije-veld installaties met "mogelijk serieus" te nemen PCR insteek, de "projecten op water", en de geluidsscherm plannen) nog eens 105 als "pending" heb aangemerkt.


Tot slot
Dat het hard blijft gaan met de "grote" realisaties blijkt wel uit de toevoeging van nog eens 2 projecten bovenop de in dit artikel behandelde exemplaren. Tijdens het afronden van het artikel kwamen namelijk berichten van 2 realisaties binnen van een grote projectontwikkelaar. Totaal vermogen van alleen die 2 exemplaren: ruim 2,2 MWp. Er staat nog enorm veel op stapel aan uitvoering voor die ene ontwikkelaar. En zij zijn beslist niet de enige. Ergo: U kunt beslist nog e.e.a. gaan verwachten de komende jaren...

Eerdere updates van Polder PV's grote PV projectenlijst:

Update PV projectenlijst Polder PV - weer forse groei met 63 MWp (12 april 2016)
Nieuwe records bij inventarisatie grote PV projecten Nederland - meer dan 200 MWp single sites in database (25 december 2015)
The Solar Future VII - 6. Nieuwe mijlpaal - 2.000 grote PV projecten in spreadsheet (18 augustus 2015)
Tip of the iceberg - grote projecten lijst Polder PV inmiddels met 100 MWp gevuld (24 feb. 2015)
Nieuwste megaproject van Polder PV - eerste "duizend" binnen (15 dec. 2014)

 
 
 
© 2016 Peter J. Segaar/Polder PV, Leiden (NL)
^
TOP