![]() |
![]() |
||||||||
|
Nieuws
zonnestroom actueel |
|||||||||
|
|
<<<
recenter |
actueel
204 203
202 201
200-191
190-181
180-171
170-161 160-151
150-141
140-131
|
21 november 2025: CBS update deel 3. Maandelijkse zonnestroom producties, verhouding met data Energieopwek.nl, en verhouding tot generaties bij andere hernieuwbare stroom bronnen. In het eerste artikel in deze reeks behandelde ik de voor 2023 en 2024, deels fors aangepaste capaciteit cijfers voor zonnestroom. In het tweede deel werd de capaciteit per capita verhouding tussen Nederland en voormalig wereldkampioen Australië van een update voorzien. In dit derde deel worden de maandelijkse stroom producties getoond, wordt weer een uitgebreide vergelijking gedaan met de bekende data van het Energieopwek.nl portal, en wordt de verhouding van de jaarproducties t.o.v. andere hernieuwbare, en niet hernieuwbare energie bronnen in Nederland gepresenteerd. Dit, uiteraard, geïllustreerd met verduidelijkende grafieken, zoals u van Polder PV gewend bent.
Maandelijkse producties (meestal) stapsgewijs hoger
CBS houdt ook per maand de berekende zonnestroom producties bij. De laatste keer dat ik dit grafisch zichtbaar had gemaakt was in een update gepubliceerd op 13 maart 2025, tot en met de - voorlopige - resultaten voor heel 2024. Inmiddels zijn, als gevolg van de flinke ingrepen in de capaciteits-cijfers, de daar uit berekende maandproducties voor de meeste maanden in 2023-2024 aangepast. Tevens zijn de cijfers voor de eerste acht maanden van 2025 bekend, dus het werd weer tijd voor een update van de data en de grafieken.
Hier onder geef ik de bijgewerkte grafiek met alle maandcijfers weer, tm. augustus 2025. Ten opzichte van de vorige update gepubliceerd op Polder PV zijn, op maart 2024 na, alle maandvolumes vanaf januari 2023 tm. december 2024, weer bijgesteld en in deze grafiek verwerkt. Maandproductie cijfers wijzigen regelmatig bij het CBS. De wijze van berekenen wordt bij het CBS steeds verfijnder. Ze hebben hier in december 2023 zelfs een long-read aan gewijd, zie link naar dat interessante artikel.

De gedeeltelijke maandreeks voor 2025, tm. augustus, is nu beschikbaar, en weergegeven in de bovenste donkerblauwe curve. Opvallend is, dat er hoge producties zijn berekend in de maanden februari tm. mei 2025. Januari startte een stuk lager dan dezelfde maand in 2024, maar die maand was volgens het KNMI zonnig, met landelijk gemiddeld 86 zonuren tegen 68 zonuren normaal. Januari 2025 was aan de sombere kant met gemiddeld 62 zonuren. Dat verklaart waarom, ondanks tussentijdse uitbouw van de participerende PV capaciteit in deze grafiek, het volume in januari 2025 duidelijk onder de (berekende) output van januari 2024 ligt. Er zijn nog wel bijstellingen mogelijk in latere CBS updates, maar dat geldt voor beide maanden. De verwachting is, dat de getoonde verhouding tussen die 2 maanden niet significant zal wijzigen.
In de maanden juni tm. augustus 2025 duikt de curve iets onder die van voorgaande jaren, in juni zelfs onder die van 2023. Die maand was dan ook "de zonnigste junimaand sinds het begin van de waarnemingen" volgens het KNMI, met maar liefst 328 zonuren (t.o.v. gemiddeld 214 uren zon). Juni 2025 was ook "zeer zonnig", maar haalde landelijk slechts 274 zonuren, beduidend minder. Dus zelfs met de tussentijds bijgebouwde productie capaciteit, moest juni dit jaar het net aan afleggen tegen dezelfde maand, 2 jaar eerder. Dit kan echter nog steeds veranderen in komende updates, als actuelere cijfers beschikbaar komen. In juli en augustus ligt de curve voor 2025 net iets onder die van het voorgaande jaar. Ook deze verhoudingen kunnen nog wijzigen in komende cijfer updates. 2023 gaf veel lagere producties te zien in die maanden, het KNMI gaf het predikaat "normale hoeveelheid zonneschijn" voor die maanden. En er was bovendien veel minder participerende productie capaciteit aanwezig in dat jaar.
Het is in ieder geval al langer duidelijk, dat juni 2023, vanwege met name de zeer zonnige condities, voorlopig de nieuwe record maand is geworden. In de huidige update met een iets bijgesteld berekende productie van 3.494 GWh, bijna de gemiddelde jaar productie van kernsplijter Borssele (3.656 GWh/jr in de periode 2018-2024). Dat ligt een spectaculaire 41,6% hoger dan de 2.468 GWh voor de voorgaande recordhouder, juni 2022.
De volumes in 2024 zijn niet bovenmatig spectaculair, maar liggen in de meeste maanden wel wat hoger dan de vergelijkbare maanden in 2023. De piek ligt tot nog toe in juli, met 3.294 GWh. In 2025 ligt die piek juist in de lente, in mei, met momenteel 3.444 GWh.
Aan het verloop van de curves per kalenderjaar, zien we dan ook dat de output pieken beslist niet altijd in juni hebben gelegen, wat met generieke weer verschillen heeft te maken tussen de maanden onderling. In 2020 en in 2025 was op het gebied van zonnestroom mei de meest productieve maand, in 2018 en 2024 juli, en in 2017 augustus.
In de winter is de productie het laagst, meer specifiek de december maand. Toch nemen ook in die maand de producties toe, vanwege de voortdurende capaciteits-uitbouw van het PV-park. Het verschil tussen december 2015 en december 2024 is, met de huidige beschikbare cijfers al opgelopen tot een factor van bijna 10 (26, resp. 254 GWh). In de zomer is het verschil wel een stuk groter, tussen juni 2015 en juni 2023 is dat een factor 29,1. Er wordt op alle fronten naarstig gezocht naar methodieken, om die forse seizoensverschillen te gaan opvangen, en om de pieken in de zomermaanden zo goed als mogelijk "af te vangen". Hetzij via peak-shaving en/of curtailing (weggooien van piek productie), tijdeljke opslag (vooralsnog alleen in korte termijnen haalbaar), hetzij via omzetting in "moleculen" (bijv. H2), om de netten zo goed als mogelijk te ontzien. Dit is een proces van lange adem, we hopen op spoedig commercieel succes van zoveel mogelijk oplossingsrichtingen. Die elkaar ook weer "scherp" zouden moeten houden, om kosten reductie in gang te zetten voor alle succesvolle techieken.
Maandelijkse producties voortschrijdend in de loop van de tijd
Deze grafiek heb ik ook vaker getoond, en deze is nu ook tm. augustus 2025 bijgewerkt. De resultaten zijn vanaf januari 2024 nog "nader voorlopig", daarvoor vooralsnog "definitief".

In deze grafiek zijn de maanden achter elkaar weergegeven, in een lange reeks van januari 2015 tot en met (de voorlopige resultaten voor) augustus 2025. Goed is te zien dat de maandproductie pieken in de zomermaanden bijna continu hoger worden, tot het voorlopige record van 3.492 GWh in juni 2023. Dat ligt, zoals reeds gezegd, ruim 41% boven de maximale productie in juni 2022, en is zelfs een factor 23 maal de productie piek in 2015 (mei, 152 GWh). In 2024 vond de tot nog toe berekende maximale productie ditmaal in juli plaats, maar die piek is, met 3.294 GWh, 5,7% láger dan voorlopig kampioen, juni 2023.
De voorlopige piek werd in 2025 al bereikt in mei, waarmee de juli piek in het voorgaande jaar overtroeft werd met 4,6%. Met name de volumes in 2025 zullen nog wel behoorlijk kunnen wijzigen in komende cijfer updates van het CBS.
Kijken we naar de jaarlijkse maandgemiddelde opbrengsten, apart door horizontale streepjeslijnen weergegeven in de grafiek, is het verschil tussen 2023 en 2015 een stuk lager, maar nog steeds zeer hoog, een factor van bijna 18 (92 GWh/mnd in 2015, 1.634 GWh/mnd in 2023). Hier haalt 2024 echter 2023 reeds in, door gemiddeld genomen hogere productie in alle maanden van het jaar. Met gemiddeld 1.819 GWh/maand, heeft 2024 inmiddels al bijna een factor 20 maal zoveel gemiddelde productie dan in 2015. Met daarbij de gebruikelijke disclaimer, dat de definitieve cijfers voor 2024 nog niet bekend zijn, en dus nog kunnen wijzigen.
Het gemiddelde voor 2025 is nog niet bepaalbaar, omdat er nog een viertal maandproducties aan ontbreken (bovendien grotendeels in het winterseizoen, dus het lopende gemiddelde, inmiddels 2.445 GWh/maand, ligt nu nog veel te hoog).
Hoogste kwartaal productie tm. 2024
Wat de kwartaal producties betreft, zijn eerder al, door diverse wijzigingen, wat zaken veranderd. Tot en met eind 2024 is inmiddels het tweede kwartaal van dat jaar recordhouder, met een berekende productie van 8.658 GWh (aangepaste cijfers). Dit is een factor 4,3 maal zo veel productie dan in het laatste kwartaal (1.998 GWh), wat logisch is, omdat daar 2 winterse maanden met korte dagen in zitten. QII 2024 had tot nog toe 1,6% meer berekende productie dan het tweede kwartaal van 2023 (8.520 GWh), maar dat had dan ook de record opbrengst in juni bij dat al hoge resultaat zitten. Het derde kwartaal van 2024 deed het zelfs 18% beter dan QIII in het voorgaande jaar, voor het vierde kwartaal was het verschil ruim 16% (vergeleken met QIV 2023).
De eerste twee kwartalen van 2025 laten het volgende zien: QI heeft tot nog toe maar liefst 33% hogere productie dan in QI 2024, en QII zit 12% hoger dan in dezelfde periode in het voorgaande jaar. QIII is nog niet compleet, september moet nog worden toegevoegd.
Maand producties 2019-augustus 2025 op een rij (tabel)

^^^
Klik op plaatje voor uitvergroting in apart venster
In deze tabel staan per maand, voor de jaren 2019 - 2024, en voor de eerste 8 maanden van 2025, de door het CBS (her)berekende zonnestroom producties (in GWh per maand). Links van de zwarte balk de absolute producties, met onderaan de jaar volumes. Toenemend van 5,4 TWh in 2019, via 8,6 TWh in 2020, 11,3 TWh in 2021, 16,7 TWh in 2022, en 19,6 TWh in 2023 (definitief), tot alweer 21,8 TWh in 2024** (nader voorlopig). De eerste 8 maanden in 2025 hebben al een berekend niveau van 19,6 TWh. Cijfers voor 2024, en, vooral, voor 2025, kunnen nog wijzigen in een later stadium.
Rechts van de zwarte balk zijn de verschillen in de afzonderlijke maandproducties tussen, achtereenvolgens 2019-2020, 2020-2021, 2021-2022, 2022-2023, 2023-2024 en 2024-2025 (voor de bekende maanden) weergegeven. Met telkens in de linker kolom het absolute verschil in berekende productie, en rechts ernaast, het relatieve verschil t.o.v. de productie in de betreffende maand van het eerstgenoemde jaar, in procent.
De extremen bij de relatieve verschillen vinden we voor 2020 t.o.v. 2019 tussen 11% voor februari, resp. 114% voor maart. In de vergelijking van 2020-2021 zijn de extremen terug te vinden bij mei (9% verschil t.o.v. mei 2020), resp. februari (107% meer productie in 2021 dan in 2020). Voor de verschillen tussen 2021 en 2022 is dit het laagst in januari (19%), en het hoogst in maart (76% meer productie in deze exceptioneel zonnige maand in 2022 t.o.v. maart 2021).
Bij de verschillen tussen 2023 en 2022 is er een opmerkelijke -18% voor maart (vanwege de extreem zonnige maart 2022), versus een maximale plus van 42% voor juni. Vergelijken we 2023 met 2024, vallen zelfs twee negatieve percentages op, voor februari (-12%), resp. juni (-6%). De max. is daar een zeer forse 88% meeropbrengst in relatief zonnig januari 2024 t.o.v. de berekende output in somber januari 2023.
Dat laatste is weer omgekeerd bij de vergelijking januari 2025 met januari 2024, leidend tot een negatief verschil van -36%. Daar staat tegenover, dat de opvolgende maand februari juist weer het maximale positieve percentage toont (tm. augustus dat jaar): 59%.
Aan de relatieve verschillen voor de jaren 2024, en, vooral, 2025, zal ongetwijfeld nog wel e.e.a. gaan wijzigen, in komende cijfer updates van het CBS.
Onderaan zien we de relatieve toenames op jaarbasis, met de meest recente data: 59% productie groei tussen 2019 en 2020, 32% toename tussen 2020 en 2021, en weer een hoge 47% tussen 2021 naar 2022. Daarna nemen de groeicijfers van de berekende producties tussen de jaren duidelijk af. Tussen 2022 en 2023 is dit nog 18%, maar tussen 2023 en 2024 is het nog maar 11% (voorlopige cijfers).
Helemaal achteraan volgt ook nog een vergelijking tussen de maand producties in 2024 t.o.v. de situatie in 2019. De relatieve verschillen in 5 jaar tijd zijn opmerkelijk, tussen de 133% in december, en zelfs 644% in januari. In de zomerse juni maand is het relatieve verschil moderaat, 281%.
Kijken we naar de vergelijking van volledige kalenderjaar producties, was er over het hele jaar genomen 304% meer zonnestroom productie in 2024 dan in 2019.
In het vierde kwartaal van 2022 werd 48% meer zonnestroom geproduceerd dan in de laatste drie maanden van 2021 (1.655 GWh t.o.v. 1.116 GWh).
Bij de vergelijking van de half-jaar producties tussen de jaren onderling, valt het volgende op: de ratio in de berekende opbrengsten van het 1e half jaar heeft t.o.v. de productie in de tweede jaarhelft z'n extremen tussen een factor 0,96 in 2018 (2e jaarhelft, byzonder, iets productiever dan de 1e), en een factor 1,21 in het voordeel van de eerste jaarhelft in 2023. Het gemiddelde van deze ratio in de jaren 2015 tm. 2024 is een factor 1,09 in het voordeel van de 1e jaarhelft. In kalenderjaar 2024 lag dat een fractie lager, op 1,08.
Vergelijking berekende maandopbrengsten CBS versus energieopwek.nl
De laatste keer dat ik een vergelijking maakte tussen de berekende maandproducties van het CBS, en die van de onafhankelijk opererende website energieopwek.nl, tegenwoordig onder de paraplu van het Nationaal Energie Dashboard, was 13 maart 2025, met producties tm. eind 2024. In onderstaande grafiek vindt u de meest recente update, tm. (minimaal) augustus 2025, en grotendeels gewijzigde data voor 2023-2024.

In deze grafiek worden de maandproducties zoals berekend door het CBS (blauwe curve) vergeleken met de producties die berekend zijn uit opgaves van "het gemiddelde etmaal vermogen" voor zonnestroom in het Energieopwek.nl data portal (oranje curve). Dit laatste werd opgezet in opdracht van, en gebruikt voor de communicaties vanuit het Klimaatakkoord. Dat is begin 2023 overgenomen door de opvolger organisatie, het Nationaal Klimaat Platform, en vervolgens weer door het reeds genoemde Nationaal Energie Dashboard. Brein achter het Energieopwek.nl portal is Martien Visser van de Hanzehogeschool / En-Tran-Ce te Groningen. Die ook prominent aanwezig is op zowel "X", als Bluesky. En die veelvuldig de populaire "grafiek van de dag", over een keur aan energie statistieken, publiceert op deze sociale platforms.
Alle maandelijkse productie data op het Energieopwek.nl portal zijn wederom door Polder PV nagelopen en gecheckt, omdat er soms wijzigingen in de reken systematiek worden doorgevoerd, die uiteraard ook doorwerken in de historische resultaten. Derhalve, zijn alle nu actuele data getoond in de grafiek.
De curves komen langere tijd grofweg genomen redelijk met elkaar overeen, terwijl er andere methodieken cq. fine-tuning worden gebruikt bij de berekeningen, wat de relatieve betrouwbaarheid van de gedeelde resultaten versterkt. Wel zijn er ook duidelijke verschillen waar te nemen, met name bij de berekeningen voor de zomerse maanden. Daarbij lagen de CBS data aanvankelijk onder die van Energieopwek.nl (2016 - 2017), maar kwamen ze er in 2018 - 2019 weer iets bovenuit. Vanaf 2022 zijn de zomerse CBS berekeningen weer structureel onder de calculaties van energieopwek.nl komen te liggen, vanaf 2024 is het verschil flink opgelopen, Energieopwek.nl zit in die jaren véél hoger.
Bij de wintermaanden is de trend vanaf 2019/2020 ook duidelijk: CBS rekent hier structureel wat lagere opbrengsten dan energieopwek.nl doet. Mogelijk worden hier schaduweffecten meegenomen, of rekent energieopwek.nl een lagere temperatuur in die maanden als "bonus" mee. Kristallijn silicium heeft een negatieve temperatuurcoëfficiënt, bij lage temperaturen is het rendement hoger dan bij de standaard test temperatuur van zonnepanelen bij 25 graden Celsius. Omdat beide modelberekeningen niet in detail bekend zijn, is het slechts gissen naar de oorzaak van de gesignaleerde verschillen. Hierbij moet ook worden gemeld, dat de CBS cijfers nog lang niet zijn afgerond voor 2024-2025, met name voor laatstgenoemd jaar.
2024 ff fors uiteenlopen van twee productie curves
In de vorige update ben ik ingegaan op meerdere redenen waarom de berekeningen uit elkaar kunnen (gaan) lopen tussen de twee databank exploitanten, zoals invoering van gepercipieerde (want: niet bekende / gepubliceerde) curtail volumes in tijden van zeer lage tot negatieve marktprijzen. Die kunnen echter de zeer forse ontstane verschillen vanaf 2024 niet verklaren. De enige reden die ik kan bedenken is, dat de in het eerste deel van deze reeks getoonde forse capaciteits-wijzigingen door het CBS nog niet zijn doorgedrongen tot de databank van energieopwek.nl. Vooral de neerwaartse bijstellingen voor 2024 waren dermate groot, dat die onherroepelijk tot verschillen in berekende producties moeten leiden, als die capaciteit wijzigingen nog niet zijn doorgevoerd. Het ligt in de lijn der verwachting, dat, zodra die nieuwe "stamcijfers" van het CBS bij energieopwek.nl zijn geïmplementeerd, dat de verschillen tussen de curves weer "normale proporties" zullen gaan krijgen. Wellicht vernemen we daar in een volgende update meer over.
Jaarproducties Energieopwek.nl vs. CBS
Bij de (her)berekende kalenderjaar producties komen we in de jaar-reeks 2016 tm. 2024 op de volgende bevindingen. Hieronder zijn de door het CBS opgegeven kalenderjaar producties getoond, gevolgd door de berekende maandopbrengsten gecumuleerd per jaar voor de data van Energieopwek.nl. De afwijkingen zijn op diverse punten gewijzigd t.o.v. de berekeningen in eerder gepubliceerde updates. 2016 is bovenaan het lijstje toegevoegd. Cursief gedrukt zijn wijzigingen in de primaire data sinds de vorige update.
Aangezien het zeker bij 2024-2025 nog om voorlopige resultaten gaat, kunnen de verhoudingen tussen de 2 data leveranciers beslist nog wijzigen in die jaren. Het verschil is, vanaf vrijwel nihil in 2017, fors toegenomen, wat mogelijk het gevolg is van een combinatie van een aangepaste reken methodiek van Energieopwek.nl, en het nog niet opnemen van flink gewijzigde CBS capaciteit-cijfers voor de jaren 2023 en 2024.
2018 is een duidelijke "outlier" in deze reeks, met beduidend minder berekende productie volgens Energieopwek.nl, dan het CBS voor dat jaar heeft berekend. De reden daarvan is niet bekend. In de overige jaren is het berekende productie volume beduidend hoger dan bij het CBS. In internationale statistieken (IEA, IRENA, EurObserv'ER, e.a.), blijven de cijfers van het CBS "leading".
Zonnestroom productie in relatie tot andere hernieuwbare energie bronnen
Ook deze grafiek betreft een update van een eerder gepubliceerd exemplaar. De vorige is op Polder PV gepubliceerd n.a.v. de CBS update van 10 maart 2025. Deze grafische verbeelding geeft de berekende zonnestroom productie weer in relatie tot de andere grote platforms van elektriciteit generatie uit hernieuwbare bronnen. Inclusief de laatst bekende (soms herberekende) data voor de laatste jaren, waarbij de data tm. 2023 definitief zijn, die voor 2024-2025 nog nader voorlopig. 2025 is in de grafiek nog niet getoond omdat er nog 4 maandproducties ontbreken.

De totale stroom productie uit hernieuwbare bronnen (groene curve) is toegenomen van 13,01 TWh in 2015, tot, inmiddels, alweer 60,68 TWh in 2024. Vanaf 2020 was er een duidelijke versnelling van de productie zichtbaar, met de eerste resultaten voor 2024 lijkt het tempo van de toename wat te zijn afgenomen. Dit zijn echter nog voorlopige resultaten, die later kunnen worden bijgesteld. Wel is het zo, dat 2024 een relatief "goed" windjaar was, wat altijd een behoorlijke impact op het totaal aan stroom productie uit hernieuwbare bronnen heeft. De Compound Annual Growth Rate (CAGR) in de getoonde periode was gemiddeld 18,7% per jaar, een forse groei. Over de langere periode van 1998 tm. 2024 was het nog steeds een respectabele 14,0%/jaar gemiddeld.
De berekende zonnestroom productie nam toe, van een volume van 1,11 TWh in 2015, naar al een spectaculaire hoeveelheid van 21,82 TWh in 2024. Dit levert een CAGR op van maar liefst 39,2% gemiddeld per jaar over de lange periode 2015 tm. 2024, en op vrijwel hetzelfde niveau, vanaf 1998. In het zeer zonnige jaar 2022 kwam de productie zelfs behoorlijk dicht in de buurt van de totale windstroom productie.
Het aandeel van de zonnestroom productie op het totaal van de vier getoonde bronnen is in de loop van de jaren continu toegenomen, van 8,5% in 2015, 24,5% in 2019, tot een nieuw maximum van 36,0% in 2024. De hoogste relatieve toename van de productie t.o.v. de groei in het voorgaande jaar was in 2018 (68% toename). Daarna schommelde die relatieve toename van jaar tot jaar. Vanaf 2022 (47% toename) is duidelijk een dalende lijn ingezet, met bijna 18% toename in 2023, tot nog maar een aanwas van ruim 11% t.o.v. het voorgaande jaar, in 2024. Dit is ook niet verbazingwekkend. Na vele gouden jaren, begint de markt verzadigd te raken, en gaat potentiële verdere groei gepaard met de nodige forse problemen (laaghangende fruit al lang "geplukt", structurele netcongestie, aanname wet stop salderen per 1 jan. 2027, etc.).
Windenergie (cumulatie van on-shore en off-shore) groeide van 7,55 TWh (2015) naar 32,8 TWh (2024), en had daarmee een CAGR van gemiddeld 17,7%/jaar (en over 1998-2024 gemiddeld 16,4%/jaar). Dus wezenlijk lager qua gemiddelde groei, dan bij zonnestroom. De ratio tussen de productie op land en op zee is sterk afgenomen, van factor 5,7 (2015), naar 1,5 (2023), en zelfs nog maar 1,2 in 2024. Op land zijn grote problemen met de aanleg van nieuwe windparken, op de Noordzee worden "zeer forse" windparken gebouwd. Het zal niet lang meer duren, of de productie off-shore gaat de output van de turbines op land (en/of "in meer") overvleugelen. Tenminste, als de financiële condities voor wind off-shore verbeteren, want ook daar zijn problemen, en heeft de laatste off-shore tender (IJmuiden) geen biedende partijen opgeleverd ...
De verhouding tussen de wind- en zonnestroom producties is sterk afgenomen in de loop van de jaren, van een factor 160 in 1998, via 6,8 (2015), naar nog maar 1,3 in 2022. In 2023 en 2024 nam het weer iets toe, naar een factor 1,5. Voor een "betere, gebalanceerdere stroommix" is het wel wenselijk dat windenergie fors wordt uitgebouwd, en er cable-pooling met PV projecten wordt opgetuigd. Dit zijn echter zeer lastige projecten, waar veel tijd en energie in gestoken dient te worden. Een mooi voorbeeld project zijn de zonnestroom "dijk" veldprojecten aan de westrand van de Noordoostpolder. Zowel de Amphyr als de HVC delen zijn inmiddels opgeleverd, gezamenlijk goed voor 194 MWp opgesteld generator vermogen. Uiteindelijk moet zo'n beetje de hele westrand van de Noordoostpolder zo'n lang "lint" van zonneparkjes naast de grote windturbine arrays gaan krijgen, aan te sluiten op het "windpark trafostation" Westermeerdijk. Eigenlijk betreft het hier ook geen formele "cable pooling", omdat voor de zonnepark delen apart kabels naar het hoogspanningsstation worden gelegd. De "elektra-hub" die daar ontstaat, bevat echter wel grote hoeveelheden wind- en zonnestroom, die, in combinatie met de ook al geplande opslag faciliteit, zo efficiënt mogelijk zal worden ingezet.
Biomassa is al jaren een flink onderwerp van kritiek, al is die deels niet terecht. De productie was in 2015 nog 4,26 TWh, en daalde licht naar 3,91 TWh in 2018. Daarna steeg de productie flink, o.a. door de veelbesproken bijstook van biomassa in steenkolen centrales, naar een maximum van 9,82 TWh in 2021. Vanwege alle maatschappelijke commotie, strenger wordende eisen om "als hernieuwbaar mee te mogen tellen", vermoedelijk ook (bijkomende) kosten, en sluiting van enkele centrales, is de totale output van biomassa vervolgens weer stapsgewijs gedaald, van 8,73 TWh in 2022, 6,77 TWh in 2023, tot nog maar 5,93 TWh in 2024 (voorlopige resultaten, zijn reeds neerwaarts bijgesteld). Dit alles heeft als resultaat, dat de CAGR over de periode 2015 - 2024 relatief beperkt is, gemiddeld slechts 3,8%/jaar. Over de langere periode 1998 - 2023 is de CAGR hoger, 6,1%/jaar.
Als vanouds blijft het stiefkindje bij deze vier waterkracht, waarvoor gewoon erg weinig potentie is in ons platte land. De productie nam in het begin iets toe, van 93 naar 100 GWh (2015 - 2016), maar viel daarna terug, naar een minimum van 46 GWh in 2020, waarna het schommelde tussen 88 en 50 GWh/jaar, om in 2023 op slechts 69 GWh te blijven steken. 2024 leefde weer enigszins op, naar 85 GWh, hoogstwaarschijnlijk vanwege de hoge neerslag hoeveelheden. De beekjes bij ons vakantiehuisje op de stuwwal in oost Twente stroomden rijkelijk, het hele jaar door. Ondanks die tijdelijke opleving, t.o.v. de grote contribuanten wind en zon, niet bepaald "van betekenis", dus. Al is elke kilowattuur duurzame opwek natuurlijk meegenomen.
Meer CBS cijfers elektriciteit
De meest recente productie cijfers voor de totaal volumes voor alle hernieuwbare bronnen vindt u in onderstaand staatje† terug, grotendeels uit de tabel HE productie en vermogen van het CBS, voor de jaren 2020/2021 tot en met 2024. De verwachting is dat voor 2023 en, vooral, 2024, nog wel het een en ander zal gaan wijzigen (vooral voor biomassa komen cijfers voor de ingewikkelde rapportages pas laat beschikbaar). Cursief = gewijzigd t.o.v. vorige update, of eerst-vermelding.
†
Kleine discrepanties kunnen voorkomen t.o.v. cijfers in
andere CBS tabellen, en zijn meestal terug te voeren op
afrondings-verschillen
GWh = Gigawattuur (1 miljoen kWh); PJ = petajoule (1 PJ
is ongeveer het energetische equivalent van 278 GWh).
Evolutie netto stroom productie mix Nederland >50% hernieuwbaar in 2024
Tot slot presenteer hier ik de nieuwe versie van een in het vierde deel van de CBS serie van november 2023 voor het eerst gepresenteerde grafiek. Hierin de netto stroom producties voor 6 modaliteiten, in de getoonde periode van 2015 tm. 2024 (tm. 2023 definitief, 2024 nog nader voorlopige data). Voor achtergrond info, zie de broodtekst in dat artikel.

Met de iets gewijzigde resultaten voor 2023 en 2024, is duidelijk zichtbaar dat het aandeel van de fossiele bronnen bij de netto stroom productie weer iets verder is teruggedrongen t.o.v. 2022, al mag het tempo van mij wel wat hoger worden. De teruggang ging van totaal 66,3 TWh (2022), via 58,1 TWh (2023, aangepast, definitief), naar nog maar 55,5 TWh in 2024 (aangepast, nader voorlopig). De inzet van het strategische aardgas, verminderde verder, van 46,7 TWh (2022), via 45,0 TWh (2023), naar 43,2 TWh in 2024**. Vooral windenergie en zonnestroom namen fors toe, het aandeel van biomassa nam beduidend af. De "restpost" overige bronnen totaal†† lijkt in eerdere jaren opwaarts te zijn bijgesteld, vermoedelijk een verschuiving binnen de grote post "niet hernieuwbare bronnen". Zonnestroom heeft inmiddels een behoorlijk deel van de totale productie voor rekening genomen, 21,8 TWh, 18,1% van de totale netto stroom productie in 2024.
Historische piketpaal
Als we de vier hernieuwbare modaliteiten bij elkaar optellen, en dat volume relateren aan de totale getoonde netto stroomproducties, is het aandeel hernieuwbaar ge-evolueerd van 12,4% in 2015, naar 50,5% van de totale netto productie. In 2024 is daarmee voor het eerst in de Nederlandse historie een aandeel van meer dan de helft van de nationale stroom productie behaald, waarvoor we ons, mede gezien een vrij schokkende, slechte start in ons land, best wel op de rug mogen kloppen. De inhaalrace was heftig, geschiedde in relatief korte tijd, en ging met een "steile leercurve" gepaard.
De groei van de stroomproductie door deze 4 HE bronnen was vorig jaar 9,4% t.o.v. het eindejaars-volume in 2023. Dat is beslist niet de hoogste relatieve groei, die vond plaats in Corona jaar 2020, toen zelfs 44,1% meer volume werd geproduceerd dan eind 2019. De windstroom productie nam met 13,1% toe sinds 2023. In 2023 zelf was de hoogste toename sinds het eindejaarsvolume van het voorgaande jaar (37,8%). Het windturbine park had eind 2024 een opgesteld vermogen van 11,70 GW (bijna 6,96 GW op land, 4,75 GW op zee).
Zonnestroom output groeide met 11,3% in 2024, t.o.v. het eindejaars-volume van 2023, maar in eerdere jaren waren die groeipercentages een stuk hoger. In 2018 was dat zelfs 68,2% t.o.v. het eindejaars-volume in 2017. Kijken we naar de relatieve groei t.o.v. de jaarlijkse aanwas in het voorgaande jaar, is een wisselend beeld zichtbaar voor zonnestroom. Met relatieve groei van 22,1% in 2017 t.o.v. de aanwas in 2016, 149,8% in 2018, slechts 12,4% in 2019, weer een forse toename naar 87,3% in 2020. In 2021 was de jaargroei 13,6% negatief t.o.v. de aanwas in 2020, en in 2022 was er weer een tijdelijke positieve groei van 95,6%. Vanaf 2023 komt de klad er in. Zowel in 2023 als in 2024 zijn de jaarlijkse groeicijfers van de zonnestroom productie 44,9% resp. 24,9% negatief t.o.v. de aanwas in het voorgaande jaar. Al kan het laatstgenoemde percentage nog gaan wijzigen in komende CBS updates.
De vier HE bronnen bij elkaar genomen, kwamen voorlopig tot een productie volume van 60,7 TWh in 2024.
Zouden we kernenergie als "CO2 neutrale modaliteit" meetellen, komt het gezamenlijke aandeel van "hernieuwbaar plus Borssele" in 2024, met de nog voorlopige cijfers, al uit op 53,3%.
De totale netto stroomproductie (in de grafiek in vetgedrukte cijfers bovenaan de kolommen) nam in de eerdere jaren toe, van 105,8 TWh (2015) naar 113,5 TWh (2017), nam even af in 2018, bereikte een voorlopig maximaal niveau van 119,8 TWh in Corona jaar 2020, zakte vervolgens weer in tot 117,3 TWh in 2022, en begon toen weer toe te nemen. Tot 117,8 TWh in 2023, naar een nieuw record volume van 120,2 TWh, in 2024 (voorlopig cijfer, 2,0% hoger dan in 2023).
2025
Voor een eerste tipje van de sluier voor 2025, meldt het CBS artikel van 12 september jl. het volgende:
"De productie uit hernieuwbare bronnen (zon, wind, water en biomassa) daalt met 1 miljard kWh in de eerste zes maanden van 2025 in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Vooral de productie uit wind daalde (met 3 miljard kWh), omdat het zowel op zee als op land minder waaide. De daling op land was groter dan de daling op zee.
De productie uit zonne-energie was in de eerste zes maanden 2 miljard kWh hoger dan in dezelfde periode van 2024. In het tweede kwartaal was deze met 10 miljard kWh zelfs de hoogste ooit gemeten***. Dit komt vooral doordat het tweede kwartaal zonniger was dan dezelfde periode in 2024.
In het eerste halfjaar van 2025 kwam 48 procent van de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen. In het eerste kwartaal was dit 39 procent en in het tweede kwartaal 59 procent."
Voor de totale stroom productie meldt het CBS:
"Nederland produceerde in het eerste halfjaar van 2025 64 miljard kWh elektriciteit. Dit is 7 procent meer dan in het eerste halfjaar van 2024. Met name de productie uit fossiele bronnen steeg, vooral uit kolen. De productie van elektriciteit uit kolen stijgt in de eerste zes maanden van 2025 met 72 procent in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder. In het eerste kwartaal was de productie uit kolen 2 miljard kWh hoger dan dezelfde periode in 2024, de productie uit aardgas was 2 miljard kWh hoger. Elektriciteitscentrales op kolen en aardgas kon de lagere productie van hernieuwbare energie opvangen dankzij relatief lage prijzen van kolen en aardgas in het eerste kwartaal. In het tweede kwartaal steeg de productie uit fossiele bronnen minder."
†† Door het CBS gekwalificeerd als "bijvoorbeeld expansieturbines (waarin gassen onder hoge druk uitzetten, waardoor de turbine elektriciteit produceert), (rest)stoom, voedingwater".
*** Gedetailleerder, volgens de huidige CBS tabel, zou er in het eerste half-jaar van 2024 8.658 GWh zonnestroom productie zijn berekend, in de eerste 6 maanden van 2025 was dat tot nog toe 9.706 GWh
Uitvoer / invoer van elektriciteit
In de aangepaste elektriciteitsbalans tabel van het CBS vinden we, tot slot, ook de licht gewijzigde data voor de uitvoer- en invoer van elektra terug. In 2023 werd een record volume van 25,2 TWh elektriciteit ge-exporteerd, 10,5 procent meer dan in 2022 (22,8 TWh). In 2024 is het export volume iets lager geworden, 24,2 TWh, al was het nog steeds 21% meer dan het import volume. Opvallend was de verschuiving van Duitsland, naar België als top export land (10,03 resp. 8,41 TWh in 2023, in 2024 lagen de verhoudingen andersom, 8,79 TWh naar Duitsland, en 9,84 TWh naar België). De export naar het Verenigd Koninkrijk nam af, van 4,36 naar 3,30 TWh.
De import van elektriciteit nam juist toe, van 19,5 naar 20,0 TWh, een toename van 2,5%. Uit Duitsland en Noorwegen kwamen extra volumes van 9,1% (8,9 TWh op jaarbasis) resp. 19,3% (3,5 TWh totaal) onze kant op, de laatste via de bekende NorNed kabel onderzee, met een maximale capaciteit van 700 MW. Denemarken en België deden het met wat minder, dan in 2023, al droegen de zuiderburen, met 3,8 TWh wel als tweede grootste land bij aan onze import. Dat was 13,2% minder dan in 2023. In 2021 bedroeg de import uit België nog 5,2 TWh, Noorwegen piekte jaren eerder, met 5,8 TWh, in 2015.
Het netto export/import saldo is voor het 3e jaar op rij weer in het voordeel van de export gekomen, met een balans van 4,2 TWh. In 2021 was dat nog licht negatief (253 GWh in het voordeel van de import).
Bronnen CBS update 18 november 2025
Intern
Drieluik CBS status 18 november 2025:
CBS update 1. Lang verwachte zonnestroom statistiek aanpassing door het CBS, met alweer een flinke verrassing, incl. record > 5 GWp aanwas 2023 (19 november 2025)
CBS update 2. The struggle continues - Australia versus Nederland inzake solar (ctd)
CBS update 3. Maandelijkse zonnestroom producties, verhouding met data Energieopwek.nl, en verhouding tot generaties bij andere hernieuwbare stroom bronnen (huidige artikel, 19 november 2025)
Extern
Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen (CBS tabel, status 18 november 2025)
Hernieuwbare energie; verbruik naar energiebron, techniek en toepassing (CBS tabel, status 18 november 2025)
Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik (CBS tabel, status 18 november 2025)
Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik (CBS tabel, status 18 november 2025)
Meer elektriciteit uit fossiele bronnen (CBS bericht, 12 september 2025)
Helft elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen (nieuwsbericht CBS, 10 maart 2025)
19 november 2025: CBS update 2. The struggle continues - Australia versus Nederland inzake solar (ctd)
Al enkele malen eerder heb ik een vergelijking gemaakt tussen voormalig wereldkampioen Australia, versus de prestatie van Nederland, op het vlak van Wp/capita opgesteld vermogen in het zonnestroom dossier. Beide landen zijn "als kool" gegroeid op dit vlak, en ondanks de onherroepelijk daarmee gepaard gaande problemen, nog steeds verder gegaan in hun "deployment", zoals de Angelsaksen graag zeggen.
Enkele updates geleden was al "officieel" geworden, dat Nederland de erepodium plaats van Australia had overgenomen, maar dat was voor het kalenderjaar 2023. Voor 2024 was het, zeker bij de vorige update van het CBS, nog turen in een donkere modderpoel, want toen leek de groei in Nederland voor dat jaar nog (weliswaar ongeloofwaardig) hoog, met 4.318 MWp. Dat, gezamenlijk met nog steeds hoge nieuwbouw volumes van kleinere rooftop projecten in 2024, "Down Under" (Australia), én het feit, dat de "per capita" cijfers voor beide landen niet ver uit elkaar lagen in het voorgaande jaar, deed de vraag rijzen: "En, hoe is de verhouding dan in 2024 en 2025 geworden? Heeft Nederland haar voorsprong op dit punt behouden, of heeft ze toch weer een veer moeten laten richting de Australiërs?". Polder PV zocht het weer tot in detail uit, met de meest recent beschikbare officiële capaciteits-cijfers, en de exacte bewoners-aantallen in beide landen, volgens de officiële data providers. Met daarbij natuurlijk nog steeds een slag om de arm: voor 2024 zijn de cijfers voor Nederland nog lang niet in steen gebeiteld, en kunnen nog steeds flink wijzigen. Voor Australië zal een eventuele aanpassing vermoedelijk niet zeer groot zijn, de solar data worden daar veel beter, actueel, en nauwkeurig bijgehouden.
In onderstaande grafiek geef ik de update met de meest recent beschikbare cijfers, voor zowel het opgestelde relatieve vermogen aan het eind van elk jaar, tm. 2024, aangevuld met de meest recente, nog (zeer) voorlopige data beschikbaar tm. medio 2025, daarbij tevens gebruik makend van de meest actuele bevolkingscijfers. Voor uitgebreid commentaar op deze gegevens, en de vergelijking, verwijs ik gaarne naar het dieper gravende stuk in de analyse van 7 maart 2024. Voor een vorige versie van deze grafiek, zie de update van 18 november 2024.
De oudere data voor Australië zijn marginaal aangepast ("opgeplust"), vanaf het jaar 2003. Kennelijk worden daar af en toe nog steeds oudere installaties "terug gevonden" en in de nationale database opgenomen. Voor Nederland zijn de data ingrepen voor de jaren 2023 en 2024 (zeer) substantieel, zoals in deel 1 van deze miniserie werd geopenbaard. En is ook het eerste half-jaar volume voor 2025 bekend gemaakt.

Ten opzichte van de vorige grafiek zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd en zijn de volgende observaties te benoemen:
Conclusie
De conclusie blijft voorlopig, dat Nederland nog steeds, ondanks de vele problemen bij de verdere uitbouw van solar capaciteit, het op het vlak van opgesteld nominaal generator vermogen per hoofd van de bevolking nog steeds een stuk beter doet dan de langjarige (voormalige) kampioen Australië. Wel zijn de verschillen tussen eind 2023 en medio 2025, met de huidige cijfers, licht terug gelopen. Hoe de stand van zaken zal zijn / worden voor eind 2024 (definitieve cijfers), en, met name, in de komende jaren, in het met bomvolle stroomnetten worstelende Nederland, moeten we afwachten. Daar gaan we uiteraard in een volgende update weer op in, als er betrouwbare nieuwe cijfers beschikbaar zijn gekomen.
Drieluik CBS status 18 november 2025:
CBS update 1. Lang verwachte zonnestroom statistiek aanpassing door het CBS, met alweer een flinke verrassing, incl. record > 5 GWp aanwas 2023 (19 november 2025)
CBS update 2. The struggle continues - Australia versus Nederland inzake solar (ctd) (huidige artikel, 19 november 2025)
Bronnen
Australian PV Institute (website branche organisatie)
National Survey Report of PV Power Applications in Australia 2024 (IEA - PVPS marktrapportage voor Australië over 2024, PDF download vanaf APVI website, interessante voetnoot is het "upscalen" van de categorie residentieel, wat in dat rapport is verhoogd van installaties tot 10 kWp naar PV projecten tot 15 kWp!)
Australia falls out of the top ten for new solar installs (APVI artikel van 22 oktober 2024)
Australia rooftop solar installs slow as battery uptake surges (PV Magazine International, 7 augustus 2025)
Australian Bureau of Statistics (ABS, population)
Population of Australia 2025 (website Population.net)
Zonnestroom; vermogen en vermogensklasse, bedrijven en woningen, regio (CBS Statline update 18 november 2025)
Bevolkingsontwikkeling; regio per maand (CBS Statline update 30 oktober 2025, eigen selectie)
|