zontwikkelingen "oud"
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index
 

SOLARENERGYERGY

Nieuws P.V. pagina 151

meest recente bericht boven

Specials:
(Voorlopige) jaargroei cijfers netbeheerder Stedin 2018
Status opgeleverde grondgebonden zonnestroom projecten Nederland: 521 MWp
Voorlopig jaaroverzicht CertiQ 2018 in vergelijking met gereviseerde rapportages voorgaande jaren
Nieuw record maandrapport CertiQ, 125,5 MWp nieuw in december 2018
Fotovoltaïsche nieuwjaarsgroet vanuit de polder
Verbruiks-cijfers Polder PV in 2018 - eerste lustrum "stroom neggie"
Aandelen maandproducties in jaaropbrengst (update tm. 2018)
Zonnestroom productie PV installatie Polder PV in 2018 - zeer hoog, maar niet het hoogst
Status update "officiële" stand van zaken PV statistiek NL CBS (20 december 2018)
Gecorrigeerde PV data kleinverbruik netgebied Stedin
Vertraagde groei CertiQ zonnestroom in maand november 2018
"Officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen zonne-energie (RVO, 4 oktober 2018) - snelle uitbouw

12 december 2018 - 8 januari 2019

actueel 159 158 157 156 155 154 153 152 151 150-141 140-131 130-121 120-111 110-101
100-91
90-81 80-71 70-61 60-51 50-41>>> highlights



 
^
TOP

8 januari 2019: (Voorlopige) jaargroei cijfers netbeheerder Stedin 2018. Actief twitteraar Henri Bontenbal, werkzaam bij netbeheerder Stedin, lijkt 1 van de eerste te zijn bij de netbeheerders in Nederland, die zonnestroom capaciteit groei data voor het volledige kalenderjaar 2018 heeft gepubliceerd. In eerste instantie als een plaatje op Twitter, waarbij zowel de kleinverbruik (KVB) als grootverbruik (GVB) segmenten zijn weergegeven. Dit is een aanvulling op de situatie ontleend aan een status update voor alleen het KVB register van deze netbeheerder (10 okt. 2018, analyse Polder PV), en de in dat artikel genoemde eerdere updates van volledige overzichten voor deze netbeheerder.

Grafiek presentatie van Henry Bontenbal, met voorlopige cijfers voor 2018 toegevoegd. PV capaciteit kleinverbruik (blauw) onderaan,
er boven gestapeld het volume geschakeld op grootverbruik aansluitingen (oranje).

Uit de grafiek kunnen we ongeveer afleiden dat er eind 2018 zo'n 540 MWp aan PV capaciteit in Stedin gebied zou zijn geaccumuleerd. Dat is zo'n 102 MWp meer dan in de update van 20 augustus 2018 (zie analyse), de jaargroei t.o.v. EOY 2017 zou hiermee op zo'n 179 MWp zijn gekomen. De verhouding tussen KVB en GVB ligt bij de accumulatie grofweg op 390/150 MWp. Waarbij GVB dus een aandeel heeft van ruim 38%, zelfs nog iets hoger dan ik voor de landelijke verhoudingen heb voorspeld in het artikel op Energeia (eind 2018 grofweg ruim een derde van totale volume, in eigen berekening ongeveer 36-37%). De groei t.o.v. het eindejaars-volume in 2017 (361 MWp in vorige update), is met deze voorlopig cijfers ongeveer 50% geweest, zoals wederom voorspeld door PPV voor heel Nederland. Daarbij zijn de groei snelheden van de twee grote "markt" segmenten echter wel beduidend verschillend. De groei van het KVB segment is ongeveer 39% geweest, wat beslist een respectabele aanwas is in een jaar tijd. Echter, bij grootverbruik hebben de diverse opgeleverde (grote), SDE gesubsidieerde zonnestroom projecten nog veel manifester hun sporen nagelaten. Daarbij was de groei grofweg zo'n 88% ! Het zal u mogelijk niet verbazen, als u weet wat er alleen al op het Zuid-Hollandse "zonne-eiland" Goeree Overflakkee is geschied, in de vorm van 2 zonneparken met in totaal 168 duizend nieuwe PV modules ...

De groei van het totale jaarvolume in 2018 is 68% geweest t.o.v. de nieuwbouw in 2017 (plm. 179 / 106 MWp). De KVB sector groeide minder hard (plm. 65%), de GVB sector een stuk harder (plm. 75% groei t.o.v. jaar aanwas in 2017). Teken aan de wand numero zoveel, dat de projecten markt harder groeit dan de (reeds zeer grote) residentiële sector.

Later zullen ongetwijfeld nog bijgestelde cijfers worden gepubliceerd door Stedin. Daarbij zouden nog niet getelde volumes in december, correcties e.d worden meegenomen. En daarbij ook nog te bedenken, dat luchtfoto analyses van wijken in Rotterdam en Delft laten zien dat (in ieder geval daar) mogelijk zo'n kwart van de gerealiseerde residentiële projecten niet in het Productie Installatie Register (PIR) blijkt voor te komen, volgens een eerder persbericht van deze in de Randstad actieve netbeheerder...

Tweet Henri Bontenbal (8 jan. 2019)

Zie ook status van in de projecten sheet van Polder PV gevonden grote(re) PV projecten in het netgebied van Stedin, update 16 oktober 2018


7 januari 2019: Status grondgebonden zonnestroom projecten Nederland - "officieel" 247 MWp, onofficieel volgens Polder PV ruim een halve GWp. Omdat het onderwerp heel erg "leeft" in Nederland, zowel in positieve als in negatieve zin, heeft Polder PV naar aanleiding van alle recente statistiek rapportages ook opnieuw gekeken naar de status van de grondgebonden zonneparken. Ik heb daarbij de twee belangrijkste data sets op dit gebied betrokken. (a) de meest recente update van het SDE dossier volgens RVO ("officiële status"). En (b) de meest actuele versie van mijn eigen, in de loop van de jaren massief uitgebouwde inventarisatie in de vorm van de single-site projecten spreadsheet (momentaan meer dan 7.400 projecten omvattend, de "onofficiële stand van zaken"). Laatstgenoemde update is een aller-laatste versie van het overzicht wat ik heb gepubliceerd met de stand van zaken op 16 oktober 2018. Aangezien er meerdere - soms grote - zonneparken zijn opgeleverd in het laatste kwartaal van 2018, en netkoppelingen eerder dit jaar van enkele andere definitief zijn gemeld, was die beslist aan een herziening toe.

De discrepanties tussen die twee datasets mag op dit specifieke vlak gerust opmerkelijk genoemd worden, want de spreadsheet van Polder PV bevat nu reeds meer dan het dubbele volume van dat wat RVO in haar laatste officiële update van 4 oktober 2018 als "opgeleverde veldopstelling" heeft getypeerd ("ja" vinkje achter de betreffende SDE beschikking). Met een historische piketpaal als uitkomst. Lees daarvoor verder.

Volgens de 8 oktober 2018 SDE update van RVO zouden er destijds slechts 70 "veldopstellingen" met zonnepanelen zijn opgeleverd (rode kolommen), met een geaccumuleerde capaciteit van 247 MWp. Althans: ze waren als zodanig gemarkeerd, waarbij altijd beseft dient te worden, dat updates van RVO achterlopen bij de fysieke realiteit. De verdeling vindt u in de grote grafiek, naar analogie van de eerder door Polder PV gebruikte grootte klassen voor dergelijke projecten. In de inset linksboven vindt u de totalen voor alle grondgebonden projecten. De categorie 5-15 MWp (per installatie) heeft hierbij het hoogste totale volume (130 MWp), gevolgd door de categorie 1-5 MWp per project (60 MWp), en >= 30 MWp (31 MWp, 1 project, Sunport Delfzijl). Let op, dat er geen enkel project bij RVO in de kleinste categorie valt (15-50 kWp), terwijl er beslist meerdere opgeleverde grondgebonden installaties zijn mét SDE beschikking, en vele zónder zo'n beschikking in de projecten lijst van Polder PV. Kennelijk ziet RVO die over het hoofd, en/of weten de ambtenaren niet dat het grondgebonden projecten betreft ... Er staat in het betreffende veld in de lijsten van RVO ook een categorie "n.b.", wat kennelijk "niet bekend" betekent (?). Daar zouden dus beslist dergelijke projecten onder kunnen vallen.

De projecten lijst van Polder PV heeft reeds veel meer (expliciet benoemde, gefotografeerde, en/of op satelliet foto's getraceerde) grondgebonden "single-site" projecten opgeleverd, gemarkeerd in blauwe kolommen. Waarvan ook in berichtgeving expliciet is gerefereerd aan de facto opleveringen. Ergo: gerapporteerde netkoppeling, dus de eerste groene stroom is reeds fysiek geproduceerd (essentiële piketpaal in definities voor statistieken Europese branche organisatie SolarPower Europe). Op 2 projecten na, waarvan de netkoppeling nog niet zeker, doch wel waarschijnlijk is (totaal 4 MWp). In totaal zijn Polder PV al 173 (!) grondgebonden & netgekoppelde projecten bekend, die meestal wel, maar beslist niet allemaal (!) SDE beschikkingen hebben. De grootste parken beslist wel, in de wat lagere echelons komen we ook een paar postcoderoos projecten tegen (zonder SDE beschikking, mag niet worden gedubbeld, tenzij fysiek gescheiden opgeleverd van het meestal veel grotere SDE project). Met name bij de projecten tot 50 kWp komen we nogal wat exemplaren tegen waarvoor geen SDE subsidie lijkt te zijn toegekend, enkele tientallen. Ook niet besloten in de opgenomen volumes zijn véle tientallen zeer kleine grondgebonden projectjes bij particulieren en bedrijven, die kleiner zijn dan 15 kWp.

In de grote grafiek zien we weliswaar een grotendeels vergelijkbare trend t.o.v. de volume verschillen bij de installaties die RVO heeft opgegeven, maar (bijna) alle volumes zijn bij Polder PV véél hoger. Bovendien is op de 2e plek nu niet de categorie 1-5 MWp per project te vinden (in mijn projectenlijst al 82 MWp, 37% meer dan RVO in hun update van 8 okt. 2018 heeft aangegeven). Maar de grootste project categorie, >= 30 MWp per project, met in totaal al 167 MWp. Een factor 5,4 maal het volume wat RVO opgaf ... De eerste plek is wederom voor de populaire categorie projecten van elk 5 tot 15 MWp, waarvoor Polder PV al 193 MWp in de boeken heeft staan, 48% meer dan RVO in oktober vorig jaar. Ook de vierde categorie, installaties van 15 tot 30 MWp per stuk, heeft een substantieel groter volume al aan het net staan (63 MWp, bijna vier maal het volume van RVO in oktober vorig jaar). De volumes voor de 2 kleinere project categorieën (500 - 1.000 kWp resp. 50 - 500 kWp) zijn ongeveer gelijk tot het dubbele volume. Polder PV heeft dan ook nog in de kleinste categorie 1,3 MWp verzameld staan, waar RVO helemaal niets heeft opgegeven.

Halve GWp grondgebonden PV bekend bij Polder PV, 12% van totaal volume

In totaal, staat er als minimum project vermogen aan grondgebonden PV installaties in de projecten lijst van Polder PV maar liefst 521 MWp, ruim een halve GWp als aan het net gekoppeld genoteerd ! Als we uitgaan van de voorspellingen van Polder PV voor het totale eindejaars-volume voor PV capaciteit in Nederland, mogelijk 4,2-4,4 GWp (niet zoals abusievelijk opgegeven 4,3-4,5 GWp, maar uitgaand van 2.900 MWp eind 2017 volgens CBS, en mogelijke toevoeging van 1,3 tot 1,5 GWp in 2018. 1,6 GWp toevoeging zou exceptioneel zijn, doch niet geheel ondenkbaar). Komen we eind 2018 mogelijk op een aandeel van zo'n 12% van het geaccumuleerde totaal volume, voor minder dan 175 klassieke grondgebonden projecten in ons land.

Van genoemd geaccumuleerd volume van 521 MWp is er minimaal 383 MWp, 74%, in 2018 aan het net gegaan, nieuwe capaciteit aan "klassieke" grondgebonden projecten.

^^^
Een van de diverse grote grondgebonden zonneparken die - in dit geval eind 2018 (20 december) - vorig jaar aan het net werden aangesloten. Een 10 MWp project met 36.000 DMEGC zonnepanelen, verscholen achter de zeedijk bij Melissant, en onderdeel van 2 projecten tezamen met Ooltgensplaat, ook op Goeree-Overflakkee (ZH). Met een gezamenlijke capaciteit van 47,6 MWp en 168.000 zonnepanelen. Beide parken zijn door ontwikkelaar Sunstroom (Pijnacker) al voor de bouw verkocht aan de Duitse investeerder Encavis (het vroegere Capital Stage). Alleen die 2 grote zonneparken al brachten in 1 keer zo'n 13 Wattpiek nieuw PV vermogen per inwoner in 's lands dichtst bevolkte provincie, Zuid-Holland. Foto genomen door Polder PV vanaf de dijk tijdens fietstocht in de provincies Zuid-Holland en Zeeland vanuit huis, in juli 2018 (park was toen al gebouwd, maar nog niet on-line).

Nog niet alles, "byzondere" projecten nog exclusief

De hierboven genoemde 521 MWp aan "klassieke" grondgebonden zonneparken is echter nog steeds niet alles. Ik heb namelijk byzondere "grondgebonden" projecten, zoals geluidsschermen, grote vrijstaande carports, drijvende zonnevelden, en een handjevol tracker "parkjes" nog helemaal niet meegenomen. Die voegen bij elkaar nog eens bijna 14 MWp toe aan het totaal, dus inclusief "byzondere" grondgebonden projecten kom ik dan zelfs al op 539 MWp aan fysiek opgeleverde installaties. En dat is een minimum, want ik kan beslist nog opgeleverde vrijeveld projecten over het hoofd hebben gezien.

Ik heb het nu al vaak gezegd, en ik blijf dat met ondersteunend bewijsmateriaal herhalen: Nederland is zeer hard aan het groeien met de expansie van zonnestroom, met name op het gebied van projecten. Ook de zonneparken blijken veel sneller te worden gerealiseerd dan menigeen denkt, en/of de autoriteiten - kennelijk - kunnen bijhouden. Deze zonneparken voegen grote capaciteiten toe, en gaan een significante rol spelen in de productie van zeer veel zonnestroom in ons land. Nederland "boomt" met solar. En we zien voorlopig het einde daarvan nog lang niet.

Disclaimer. Bovenstaande cijfers zijn ontleend aan eigen onderzoek, wat zo goed mogelijk wordt gedaan. Echter, omdat een centraal register voor alle PV capaciteit in Nederland ontbreekt, én er mogelijk ontwikkelaars van grote projecten zijn, die geen enkele ruchtbaarheid (willen) geven over realisaties, is het altijd mogelijk dat er het nodige aan capaciteit mist. Derhalve zijn alle cijfers minimum inschattingen, en staat er mogelijk zelfs meer aan grondgebonden zonneparken in Nederland. Daarbij komt ook nog dat lang niet van alle projecten nauwkeurige capaciteits-cijfers zijn opgegeven. Met alle informatie die over zo'n project tot mijn beschikking stond, heb ik daarvoor verantwoorde afschattingen gemaakt. Echter, de realiteit is, dat ingezette modules in zonneparken zeer verschillend van capaciteit kunnen zijn, van eerdere projecten met 250 Wp (kristallijne, c-Si) exemplaren, tot enkele grote projecten met module vermogens ver over de 300, in een enkel geval mogelijk over de 400 Wp per stuk. Bij grote projecten ga je dan fors mis-schatten bij de project vermogens. Dit gaarne in het achterhoofd houden bij boven genoemde cijfers.

(toegevoegd 22 jan. 2019)
In januari 2019 werd alweer bekend dat een van de talloze SDE beschikte zonneparken, die al een tijdje in de pijplijn stond vermeld, reeds eind vorig jaar blijkt te zijn opgeleverd. Dit maakt het verschil tussen "officieel bekend" (RVO update) en "werkelijk al opgeleverd" nog weer een stukje groter. Mogelijk volgen er nog meer "na meldingen" van realisaties in 2018.

Voorbehoud "te verwachten stroom productie". Ook belangrijk is te wijzen op het feit dat recent al is gewaarschuwd, dat zonneparken in "probleemregio" (met name NO Nederland: Drenthe, Groningen, Overijssel, Enexis, en Friesland, Liander) door de netbeheerders weliswaar na een heel traject aan het net aangesloten kunnen worden, maar dat zeker niet is gegarandeerd, dat ze het volle vermogen altijd op het net kwijt kunnen. Als er problemen zijn, kunnen die parken dus noodgedwongen (tijdelijk), in opdracht van de netbeheerder, worden terug geregeld ("geknepen"). De huidige omvang van dergelijke ingrepen is compleet onbekend. Derhalve, als u met speculatieve kengetallen mogelijke jaaropbrengsten wilt gaan berekenen van het verzamelde potentieel aan zonneparken in Nederland, zult u beslist in de probleemgebieden flinke missers kunnen maken met de daadwerkelijk in een bepaald jaar ingevoede hoeveelheden zonnestroom ... (nagekomen: Matthijs Sienot van D'66 heeft kamervragen gesteld aan Wiebes hoe hij denkt de netproblemen in noord-oost Nederland te gaan oplossen, 8 jan. 2019).

Bronnen:

  • SDE beschikkingen overzichten RVO (verschijnings-frequentie eens in het kwartaal of met langere tussenpozes)
  • Omvangrijke PV projecten lijsten Nederlandse installaties van Polder PV (bijna dagelijkse updates). Detail overzichten bljven geheim, wel ongeveer eens in het half jaar een gedetailleerde trend analyse. De laatste verscheen op 7 november 2018.

6 januari 2019: Eerste voorlopige jaaroverzicht CertiQ in vergelijking met gereviseerde rapportages voorgaande jaren - zonnestroom. In het vorige artikel ben ik uitgebreid ingegaan op de evolutie van de cijfers m.b.t. (gecertificeerde) zonnestroom, in de maand rapportages van CertiQ. Analyses die ik als enige in Nederland al jaren publiceer. Het is echter ook al jaren zo, dat data in die maand rapportages later worden bijgesteld. In sommige gevallen zelfs behoorlijk ingrijpend. Het is ook al jaren traditie, dat na een eerste, nog zeer voorlopig jaaroverzicht aan het begin van het opvolgende jaar, later in dat jaar een - soms fors - gereviseerd jaaroverzicht verschijnt, waardoor eerder gepubliceerde cijfers komen te vervallen. Normaliter verscheen die revisie zo'n beetje in het voorjaar, het aangepaste rapport voor 2017 verscheen echter, nadat ik daar naar vroeg, pas eind augustus 2018 (zie gedetailleerde analyse van dat rapport).

Samen met het in het eerder besproken laatste maand rapport voor december 2018, is ook het eerste, nog zeer voorlopige jaaroverzicht over 2018 verschenen (op 3 januari jl.). Polder PV heeft de cijfers in dat rapport zoals gebruikelijk in historische context geplaatst, en in een separate analyse gepubliceerd. Zie daarvoor onderstaande link in deze introductie.

Meest opvallend is uiteraard de afgeleide jaargroei van de capaciteit van gecertificeerde PV capaciteit op basis van (a) deze eerste voorlopige rapportage over 2018, en (b) de zeer laat verschenen revisie voor het jaar 2017. Uit de maandelijkse rapporten is eerder een jaargroei van 851,3 MWp berekend. Maar met bovenstaande 2 jaaroverzichten, waar onder een flink gereviseerd exemplaar, is die groei "nog maar" 794,2 MWp geworden. Maar ook dat is beslist nog geen definitieve eind-uitkomst, omdat er nog een revisie overheen gaat komen. In de revisie voor 2017 werd zomaar even 8,5% aan capaciteit voor EOY bijgeplust. Als hetzelfde zou geschieden voor de huidige data voor 2018, zou je zelfs boven het volume uitkomen zoals werd berekend uit de (verouderde) maand rapportages ...

Ook nieuw is in het voorlopige jaaroverzicht van 2018 een omhoog bijgestelde productie van gecertificeerde zonnestroom voor kalenderjaar 2017. Die viel 2,1% hoger uit dan de eerst-publicatie voor dat jaar. Ook dié productie kan, theoretisch, in een revisie van het jaaroverzicht 2018, mogelijk nog worden bijgesteld.

De diverse wijzigingen zijn door Polder PV weer in een grafische jaar rapportage verwerkt. Uit de accumulatie cijfers voor 2017 volgt nu ook, dat het aandeel van gecertificeerde PV capaciteit bekend bij CertiQ, eind dat jaar al een kwart van het totale geaccumuleerde volume gepubliceerd door CBS voor heel Nederland bedraagt. De verwachting is, dat dat aandeel behoorlijk zal zijn toegenomen in 2018, vanwege de zeer hoge groei in de projecten markt met SDE beschikkingen (alle SDE gesubsidieerde projecten belanden uiteindelijk in de CertiQ database).

Voor de ontwikkeling van de eindejaars-volumes (aantallen en capaciteit van gecertificeerde zonnestroom projecten bekend bij CertiQ, en afgeleide systeem-gemiddelde capaciteit) volgt deze nieuwe grafiek:

Voor de afgeleide jaargroei cijfers (blauw), en de nieuwe, geijkt bemeten jaar producties van gecertificeerde zonnestroom (geel, beide volumes voor 2018 nog zéér voorlopig) heb ik de hier onder weergegeven nieuwe grafiek gemaakt, waaruit blijkt dat er al minimaal 1 terawattuur gecertificeerde zonnestroom is geregistreerd door CertiQ, voor het jaar 2018:

Voor uitleg van, en toelichting op deze, en diverse andere nieuwe grafieken, en veel meer details m.b.t. de gepubliceerde CertiQ jaar overzichten, zie:

Evolutie gecertificeerde PV systemen en capaciteit in jaar rapportages CertiQ (tm. 2018*, 1e versie)

 


4 januari 2019: Gecertificeerd vuurwerk met zonnepanelen rond jaarwisseling - nieuw record maandrapport CertiQ, 125,5 MWp nieuw in december 2018. Polder PV had tijdens vorige besprekingen al diverse malen zinspelingen gemaakt richting een mogelijke eindejaars-verrassing bij TenneT dochter CertiQ. Die voorspelling is uitgekomen. Er is een nieuw record volume aan (netto) bijgeschreven gecertificeerde PV capaciteit genoteerd door CertiQ, 125,5 MWp in december 2018, gepaard gaand met netto 189 nieuwe PV projecten. Eind december 2018 werd met deze spectaculaire laatste toevoeging voorlopig een geaccumuleerde, gecertificeerde capaciteit bereikt van ruim 1.523 MWp. Met nadruk op "voorlopig", omdat in voorgaande jaren al is gebleken, dat de cijfers door CertiQ in de zomer van het opvolgende jaar meestal worden aangepast. En wel: in opwaartse richting.

In dit artikel de grafische en numerieke weergave van de door CertiQ gepubliceerde data. Als vanouds elke maand voor u samengesteld door Polder PV. Aangevuld met bespiegelingen over zonnestroom producties - inclusief voorlopige data van het SER over heel 2018.

In het op 3 januari dit jaar over de maand december van 2018 gepubliceerde maandrapport van TenneT dochter CertiQ worden de volgende data gepresenteerd in historische context.

Wat de maandelijkse toevoegingen (of: tijdelijke afnames) van aantallen installaties betreft in bovenstaande grafiek, rode curve, met als referentie de linker Y-as, zijn er in december "netto" 189 nieuwe PV projecten bij gekomen (november 2018 rapport 298, maandrecord voor dat jaar, in december dus weer 37% minder). Ook in december lag het aantal (netto) toevoegingen nog steeds ver onder het opvallende maand record van (netto) 445 nieuwe PV projecten in juli 2017 (weergegeven in grafiek). Kijken we naar het voortschrijdend gemiddelde per kalenderjaar, zit er beslist al langer weer een stijgende lijn in, in 2018, met minder opvallende uitschieters naar boven of naar onder.

In 2016 was het gemiddelde bij de (deels verouderde) maand rapportages nog 105 nieuwe projecten per maand, in 2017 158, en het - voorlopige - gemiddelde in 2018 ligt inmiddels, met de toevoeging van december, op 210 stuks per maand (iets lager dan het gemiddelde tm. november, 212 stuks). Neem s.v.p. goed notie van het feit, dat zowel de aantallen als de capaciteiten later in jaarlijkse revisies worden bijgewerkt door CertiQ. Voor de medio 2018 verschenen update voor 2017 lag deze op gemiddeld 143 nieuwe installaties per maand (1.717 nieuwe installaties in 2017). 9,5% lager dan uit de oorspronkelijke maand rapportages afgeleid kon worden. Altijd moeten gepubliceerde Nederlandse solar statistieken met prudentie worden genoten, omdat veel data achteraf nog kunnen worden bijgesteld vanwege trage administratieve processen.

De accumulatie is te zien aan de blauwe kolommen curve in bovenstaande grafiek (referentie: rechter Y-as) die, na het "plateau" in 2013-2015, de laatste 3 jaar weer opvallend is gaan stijgen. De curve geeft eind december 2018 een accumulatie van 16.946 gecertificeerde PV projecten in de database van CertiQ (gemarkeerd data punt rechts bovenaan). De 15.000 stuks werd, zoals al in een vorige analyse voorspeld, in april 2018 overschreden.

In de grafiek zijn ook 2 belangrijke startdata opgenomen die tot de sterke groei van de bijschrijvingen in de CertiQ databanken hebben bijgedragen: (1) de start van de eerste SDE regeling op 1 april 2008 (in de eerste 3 jaar, met vertraging, met name heel veel residentiële installaties ingeschreven), en (2) de start van de eerste "SDE +" regeling (SDE 2011, per 1 juli 2011). Waarbij de "bovencap" van 100 kWp per aanvraag werd ge-elimineerd, en er, na een periode van vertraagde oplevering (en eerder gesignaleerde aberratie in 2013-2015, periode van her-inschrijvingen), een begin werd gemaakt met de vele duizenden grote(re) projecten. Met name op bedrijfs-daken, rooftops op diverse typen instellingen, en, de laatste jaren tevens, stapsgewijs, op de grond.

Zie ook de volgende grafiek voor de trends per jaar bij de aantallen installaties / projecten, op basis van de maand rapportages. NB, voor alle CertiQ data geldt: Netto effect = aantal bijschrijvingen minus het aantal uit de CertiQ databank verwijderde PV-projecten per maand.

Grafiek met de variatie in de (netto) groei van de aantallen installaties per maand (rapport) bij CertiQ. De fluctuaties kunnen fors zijn. Het gemiddelde installatie niveau is sedert 2011 behoorlijk terug gevallen, werd in de grafiek door de her-registratie operatie in 2013-2015 flink vertroebeld, maar trekt zeker het laatste jaar weer aan. De nu door CertiQ gerapporteerde 12 maanden van 2018 laten weer een behoorlijke maandelijkse groei van de aantallen nieuwe registraties zien. Met als kers op de taart het maandrecord van november voor dat jaar (netto 298 nieuwe projecten, hoogste paarse kolom rechts). Met daar aan toegevoegd december, met "slechts" 189 netto nieuwe projecten. Het gemiddelde voor de maand rapportages komt met deze laatste toevoeging voor 2018 op 210 nieuwe projecten per maand. Voor de afgeronde kalenderjaren 2016 en 2017 waren die gemiddeldes 105 resp. 158 stuks per maand (bijpassende gekleurde horizontale stippellijnen). Gemiddeld genomen nam het niveau in de maand rapportages in 2018 dus toe met 33% t.o.v. dat in 2017.

Met de toevoeging in december komt het totaal aantal (netto) nieuwe projecten gemeld in de maandrapportages voor 2018 op een volume van 2.516 installaties uit. In 2017 was dat nog maar 1.898 (volgens maand rapportages), dus op het vlak van aantallen is er duidelijk groei. Van 2018 t.o.v. 2017 een toename van 33%. In 2016 was het netto aantal bijschrijvingen zelfs nog maar 1.254 exemplaren, in 2018 werd dus het dubbele volume van dat jaar gemeld. Wederom hierbij het voorbehoud, dat totale volumes per jaar achteraf kunnen - en zullen - worden bijgesteld door CertiQ. Bijgestelde data voor 2018 komen we waarschijnlijk pas over een half jaar te weten.

Dat er weer "aardige" groei volumes van de aantallen bij CertiQ geregistreerde projecten zijn te zien is voor een aanzienlijk deel te wijten aan de lopende realisaties van omvangrijke volumes onder de diverse SDE "+" regelingen beschikte PV projecten (voor overzicht beschikkingen en "officiële" realisaties, zie de door Polder PV gepubliceerde analyse van RVO cijfers van 4 oktober jl.). De grootste groei zit hem echter de laatste jaren niet zozeer in het "aantal" installaties, maar met name in de opgestelde productie capaciteit, wat daarmee wordt ingebracht. Dat stijgt ronduit spectaculair, zoals we hier onder weer zullen zien. Dat heeft alles te maken met het feit dat het om (gemiddeld en absoluut) véél grotere PV projecten gaat dan wat enkele jaren geleden "gebruikelijk" was voor Nederland. Hier bovenop zijn de nu daadwerkelijk fysiek gebouwde grondgebonden zonneparken gekomen. Die stuk voor stuk bij CertiQ worden aangemeld, en die met hun enorme capaciteit volumes in de databank worden opgenomen. In december 2018 is op dit punt alweer een nieuwe mijlpaal bereikt bij de toevoegingen.


Voetnoot bij grafiek: de cijfers voor sep. 2017 zijn na vragen van Polder PV door CertiQ aangepast. Voor de reden, zie analyse herziening september 2017 rapportage !

Wederom: nieuw bijschrijf record CertiQ !
In vergelijking met de groei van de aantallen nieuw geregistreerde gecertificeerde PV projecten (vorige grafiek), gaat het bij de netto toegevoegde capaciteit al een tijdje echt om opvallende, substantieel grotere volumes dan wat we in eerdere jaren hebben gezien. Het verloop van de kolommen in 2018 is sterk verschillend van de situatie bij de "aantallen" projecten! Voor 2018 (paarse kolommen) heb ik voor het vierde jaar op rij alweer een nieuw capaciteits-bouw record voorspeld voor de totale Nederlandse markt. O.a. tijdens de informele winter-sessies van SolarPlaza, en recent nog in artikelen in Energeia, bij SolarPlaza / The Solar Future, en, tot slot, n.a.v. de halfjaar cijfers voor 2017 bij de grootste netbeheerder, Alliander (analyse met prognose). Het was derhalve niet vreemd dat ook in de sub"markt" van het CertiQ dossier, het ene na het andere record of hoge volume werd gepubliceerd door de TenneT dochter. Met oktober tot voor kort record houder, met netto 120,5 MWp toegevoegd.
November liet echter, ondanks het hoge volume aan (netto) aantallen nieuwe projecten, weer slechts een zeer bescheiden groei van maar 27,7 MWp zien, het láágste niveau dit jaar.

Gelukkig heeft december die trend meteen weer ongedaan gemaakt, en direct een nieuw bijschrijf record laten zien, zoals ik al vermoedde dat er aan stond te komen. Ik had immers al een grote waslijst grondgebonden zonnepark beschikkingen klaar staan, waarvan de verwachting was dat die mogelijk voor het eind van 2018 nog opgeleverd (= net gekoppeld) zouden kunnen worden, ijs en weder dienende. Er werd maar liefst 125,5 MWp netto nieuwe gecertificeerde zonnestroom capaciteit bijgeschreven in deze laatste maand van vorig jaar. Wat 4,1% hoger ligt dan het vorige record niveau in oktober 2018. En wat maar liefst een factor 5 en een half maal zo veel is dan het volume in december 2017 (22,7 MWp). 125,5 MWp komt overeen met een volume van ruim 448 duizend moderne 280 Wp panelen, een zeer forse toevoeging in de projecten markt in 1 maand tijd.

In 2018 is nu, met deze record toevoeging in december, door CertiQ in de maand rapportages in totaal al 851,3 MWp netto nieuwe gecertificeerde PV capaciteit gerapporteerd. Dat was in het kalenderjaar 2017 nog slechts 273,4 MWp, dus dat is dit jaar al een factor 3,1 maal zo hoog! Genoemd volume in 2018 is zelfs al een factor 4,5 hoger dan de 190,9 MWp in het jaar 2016. De groei in het opgeleverde project vermogen gaat onvervaard door, dat mag duidelijk zijn. Om deze enorme groei, en de schaalvergroting bij de project realisaties bij CertiQ beter te laten zien, toon ik hier onder de volgende grafiek. Een variant op het exemplaar voor het eerste half jaar wat ik eerder al heb gepubliceerd, maar nu voor de complete kalenderjaar rapportages tot en met (december) 2018.


^^^
Nieuw toegevoegde gecertificeerde PV capaciteit aan de data registers van CertiQ, volgens de
rapportages in de 12 kalendermaanden, voor de jaren 2010 tot en met 2018 (zwarte cijfers).
Een enorme schaalvergroting is te zien, beginnend in 2015, en vooral zeer sterk doorzettend in 2018.
Let op, dat de uiteindelijke "jaargroei cijfers" achteraf kunnen worden bijgesteld door CertiQ.
Deze bijstellingen zijn in gele cijfers weergegeven.
Tot nog toe waren dat vrijwel altijd opwaartse bijstellingen (medio het opvolgende jaar gepubliceerd door de TenneT dochter).

Eerdere prognose PPV voor jaargroei 2018 wellicht nog "te conservatief" ?
Als we de maand rapportages voor het volledige kalenderjaar 2017 bij elkaar optellen, komen we uit op een toegevoegd jaar volume van 273,4 MWp. Echter, uit de recent gepubliceerde gecorrigeerde volumes in het gereviseerde jaar rapport van CertiQ (EOY 2017: 729,1 MWp), is, gecombineerd met het bijgestelde EOY volume voor 2016 in een voorgaand revisie rapport (426,0 MWp), een nieuwe jaargroei van alweer 303,1 MWp vast te stellen. Dat ligt dus bijna 11% boven het volume opgeteld vanuit de maand rapportages. Ook de bijstellingen voor de eerdere kalenderjaar rapportages zijn nu weergegeven in deze grafiek (allen in gele cijfers, afgerond). We moeten er dus van uitgaan, dat een dergelijke - forse - opwaartse bijstelling ook voor 2018 en later zal gaan gelden. Ergo: de volumes in de maand rapporten zijn absolute minima, die later nog stevig omhoog zullen worden bijgesteld. Het is belangrijk om te beseffen dat hedendaagse prognoses op basis van dit soort voortschrijdende rapportages dus altijd minimum inschattingen zijn !

De nog te verwachten opwaartse bijstelling, tezamen met bovengenoemd spectaculair volume van 0,85 GWp aan (vrijwel uitsluitend) gerealiseerde nieuwe SDE "+" PV projecten, gedocumenteerd door CertiQ, sterkt mij in mijn overtuiging, dat, voor de totale Nederlandse markt (inclusief sterk gegroeid residentieel, huursector, nieuwbouw, projecten met andere of zelfs zonder subsidies), anderhalf GWp groei in 2018 beslist géén spectaculaire of "overspannen" prognose is. En wellicht zelfs nog iets aan de conservatieve kant zou kunnen zijn.

Gemiddelde groei per maand naar hoog niveau
Het nieuwe maandelijkse gemiddelde van januari - december 2018, 70,9 MWp/mnd (paarse stippellijn in de voorgaande grafiek, fors testegen t.o.v. het gemiddelde tm. november, 66,0 MWp), komt hiermee ver (211%) uit boven het maandelijkse gemiddelde voor 2017, (bijna 22,8 MWp/mnd, groene stippellijn). Het gemiddelde over 2016 (rose stippellijn) lag nog veel lager, rond de 16 MWp/mnd, zo'n 30% minder dan in 2017. De reden dat de volumes in 2018 weer zo hoog liggen, kan haast niet anders liggen aan het feit dat er, naast de "reguliere", nu al regelmatig gerapporteerde grote SDE rooftop projecten, waarschijnlijk al de nodige zeer grote, grondgebonden installaties doorgedrongen moeten zijn tot de CertiQ databank.

Gemiddelde capaciteit PV projecten december 2018
Als we uitgaan van "relatief weinig uitstroom" uit de CertiQ bestanden, en de maandelijkse netto toevoeging van 189 nieuwe installaties, met genoemde 125,5 MWp netto nieuwe capaciteit combineren, zou hier uit resulteren dat een "netto nieuw toegevoegd project" in de december 2018 update een (sedert eind 2015) nieuw record gemiddeld systeem vermogen zou hebben van zo'n 664 kWp per stuk. Dat is 33% hoger dan het vorige record in de afgelopen drie jaar (500 kWp gemiddeld in oktober 2018 rapport). Dus het is vrij waarschijnlijk dat er grote grondgebonden projecten - en grote rooftops - bij hebben gezeten. Waarvan er meerdere in de lijst pending van Polder PV al gepland waren om opgeleverd te worden voor eind 2018.

Er zullen beslist stapsgewijs in 2019 de nodige extra grote grondgebonden zonneparken opgeleverd worden, gezien de forse beschikkingen lijst voor dat soort type installaties. Er staat sowieso een enorme capaciteit klaar, deels al met SDE beschikking, in mijn pending lijst. Zie ook een recente analyse van alle "veldopstelling" projecten bekend binnen de SDE regelingen. Naast de paar grote grondgebonden installaties verschijnen ook regelmatig kleinere veld projectjes, die, wat hun opgestelde capaciteit betreft, nauwelijks opvallen tussen de talloze rooftop systemen. Al dit soort grotere PV projecten stuwen de maandgemiddeldes inmiddels flink omhoog. Als ze tenminste als "administratief opgeleverd" in de betreffende maand worden opgenomen in het CertiQ register. Daar kan beslist een vertraging van een maand, of wellicht zelfs langer in zitten. Dit is voor het publiek echter "onzichtbare materie". We kennen immers in het geheel geen verplichte publieke registratie zoals in Duitsland, waar zelfs de inbedrijfstellings-datum openbaar wordt gemeld (die is immers doorslaggevend voor het betreffende feed-in tarief wat die installaties gaan krijgen). Voor een voorbeeld van de meest actueel bekende situatie voor november 2018 (verplicht eind december gerapporteerd door het Duitse Bundesnetzagentur), zie tweet Polder PV van 30 december 2018 (ongebruikelijk "vroeg", waarschijnlijk vanwege de feestdagen) ...



Trendlijn in de grafiek is aangepast (rood: 6e graads polynoom, betere "fit" dan 5e graads)

Na het bereiken van de halve GWp aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit in het rapport van mei 2017 ging de groei verder, en na de heftige "correctie" t.a.v. het september rapport, op een behoorlijk consistent, gemiddeld hoog niveau in de laatste maand rapportages. In het juni 2018 rapport werd eindelijk de eerste "Gieg" in de CertiQ annalen bereikt voor zonnestroom capaciteit. De eerste negen maanden van 2018 gaven bovenop die recente trend weer een zeer flinke - record - "boost" te zien. Oktober deed er nog eens een flinke schep bovenop, met een record nieuw volume toegevoegd aan de al grote hoeveelheid megawatten die eerder werd ingeschreven. November voegde een "beperkte" hoeveelheid nieuw toe. Maar met de toevoeging van het nieuwe record volume in december, sloot 2018 spectaculair af. De Y-as van deze grafiek werd gaandeweg diverse malen aangepast.

De enorme versnelling in het CertiQ dossier, sedert de nazomer van 2015 (juni: 129,5 MWp), is kristalhelder in deze al jaren door Polder PV geactualiseerde grafiek. De gecertificeerde PV capaciteit, bij CertiQ in januari nog slechts de zevende "100 MWp piketpaal" gepasseerd, ging met de aanzienlijke toevoeging in oktober, het bescheiden volume in november, en de record bijschrijving in december, eind 2018 al naar 1.523,3 MWp (ruim anderhalve GWp). Een factor 69 maal het volume eind 2009 (22 MWp). En al 11,8 maal het volume in juni 2015 (129,5 MWp), vlak voordat de hoge groei bij CertiQ manifest werd. De tussenpozen tussen het bereiken van een nieuwe "100 MWp" grens bij de geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteiten zijn de afgelopen drie jaar in ieder geval steeds korter geworden. Ik heb, vanwege de forse groei, deze in de grafiek sedert het rapport van augustus vervangen door "piketpalen" voor het bereiken van, telkens, 200 MWp aan volume groei. Evident is, dat de afstanden tussen de vertikale blauwe stippellijnen bij het bereiken van een nieuwe hoeveelheid van 200 MWp (ook) steeds korter zijn geworden.

En er zal nog heel veel op bovenstaande gaan volgen, gezien de grote hoeveelheid SDE beschikkingen die er op het vlak van zonnestroom al eerder zijn afgegeven door RVO. Verhevigd door de enorme toevoeging van de eerste SDE 2017 ronde (4.386 beschikte projecten met een nieuwe record omvang van 2.354 MWp, analyse Polder PV hier). De in mei dit jaar gepubliceerde extra hoeveelheid van de najaars-ronde in dat jaar (nog eens 3.945 toegekende projecten, totaal volume 1.911 MWp). En de inmiddels bekende resultaten voor de eerste ronde voor SDE 2018 (beschikt 3.774 projecten, met 1.710 MWp, zie hier). Dan komt er ook nog eens een waarschijnlijk weer grote hoeveelheid beschikte PV capaciteit uit de record hoeveelheid aanvragen voor SDE 2018 II (bespreking). We mogen hopen dat de "tweede GWp" bij CertiQ binnen veel kortere tijd gehaald zal gaan worden dan de eerste. Nog minder dan een halve GWp te gaan, met het eind resultaat voor 2018.



Systeemgemiddelde capaciteit
Met de aanhoudend forse groei van de accumulatie van (gecertificeerde) zonnestroom capaciteit, blijft ook de gemiddelde projectgrootte nog steeds sterk groeien in de cijfers van CertiQ. Er was weliswaar een tijdelijke afvlakking met de bescheiden toevoeging in het november 2018 rapport, maar die is met de record toevoeging in december van vorig jaar weer meer dan goed gemaakt. Zoals weergegeven in bovenstaande grafiek, met een nu "best fit" 6e graads polynoom als trendlijn (rood). Het systeemgemiddelde nam afgelopen maanden verder sterk toe, van 46,6 kWp (eind december 2017) naar 83,2 kWp gemiddeld voor alle eind oktober 2018 bij CertiQ bekende (grotendeels SDE-gesubsidieerde) projecten. Marginaal verhoogd tot 83,4 MWp in november, en uiteindelijk zeer sterk toenemend tot 89,9 kWp met de toevoeging van de december (2018) rapportage. Dit is inmiddels een factor 15,5 maal het gemiddelde begin 2010. En is al een factor 6 maal zo hoog dan de minimum omvang waarvoor een SDE "+" project sedert SDE 2011 (volgens wettelijk voorschrift) wordt geaccepteerd door RVO (15 kWp, blauwe stippellijn). Een minimum wat mogelijk nog "opgetrokken" gaat worden voor nieuwe aanvragen onder, mogelijk, de najaars-ronde van SDE 2019? Zie het voorspel in de bespreking van de kamerbrief van Min. Eric Wiebes. Onder SDE 2018 II gold nog de bestaande ondergrens van 15 kWp. En ook in de voorjaars-ronde blijkt die geplande verhoging nog niet te zijn gematerialiseerd (zie tabel 7 in de 21 pagina's tellende kamerbrief van 21 december 2018).

De gemiddelde systeemgrootte van de netto toevoegingen in de december rapportage lag op een veel hoger niveau, 664 kWp (ruim 7 maal de "uitzonderlijk" magere 93 kWp in de november rapportage). Het gemiddeld hoge niveau wordt structureler, omdat er steeds meer zeer grote (druppelsgewijs ook grondgebonden) projecten worden opgeleverd. Het gemiddelde van de - spectaculaire - toevoegingen in de 12 maandrapporten van 2018 lag dan ook op een hoog niveau: 354 kWp.

Dat het in de grafiek getoonde gemiddelde voor alle geaccumuleerde projecten bij elkaar een stuk lager ligt dan bij de maandelijkse toevoegingen, komt door het blijvend "drukkende effect" van de duizenden kleine residentiële PV installaties uit de eerste 3 SDE regelingen (vaak met een omvang van maar een paar kWp per stuk). De verwachting is, dat dit effect op het totale systeemgemiddelde nog lang zal aanhouden gezien hun volume. Pas als er continu véél, en ook zeer grote fysiek opgeleverde nieuwe SDE projecten gaan cq. blijven instromen bij CertiQ, zal dat effect (deels) worden opgeheven. Daarbij s.v.p. niet vergeten dat de duizenden kleine residentiële installaties ook voor 15 jaar een SDE (2008-2010) beschikking hebben (zie grafiek met de actuele aantallen per grootte categorie). Dus het gros daarvan zal beslist nog tot en met 2023 in dienst zijn, en geregistreerd blijven bij CertiQ. Zonder registratie immers géén (voorschot-betalingen voor) SDE subsidie meer.


Gecertificeerde productie seizoens-gerelateerd

De accumulatie van de (gecertificeerde) PV capaciteit (magenta curve) is terug te vinden op de linker Y-as. Let op dat de GvO productie (blauwe curve, rechter Y-as, in GWh uitgegeven GvO's per maand) een maand achter loopt bij die voor de toegevoegde capaciteiten.

Het voorgaande record volume van 165,2 GWh in juli blijft met het nu besproken december rapport, wat de - voorlopig bepaalde - productie van november 2018 weergeeft, uiteraard ongebroken. Voor november is tot nog toe een substantieel lager niveau aan Garanties van Oorsprong door CertiQ aangemaakt voor zonnestroom, slechts voor 37,1 GWh, minder dan de helft van het volume in oktober (79,0 GWh). Met dien verstande, dat er beslist nog GvO's uitgegeven zullen worden voor de productie in die maanden, komt het beeld van de productie van Polder PV's installatie voor 2018 (2e grafiek) beslist overeen met de "kadans" afgebeeld rechtsboven in deze grafiek. In volgorde van energieproductie van hoog naar laag, voor de laatst bekende maanden: juli > mei > juni > augustus > september > oktober > november (en, te verwachten: > december).

Overigens is genoemde 37,1 GWh voor november 2018 reeds 110% méér dan de hoeveelheid GvO's gerapporteerd in november 2017 (17,7 GWh), wat de hoge tussentijdse groei van (bij CertiQ bekende) gecertificeerde PV capaciteit weergeeft, in combinatie met de in die maanden opgetreden fysieke instraling. Wel is het uiteraard, omdat we de licht-arme winterperiode zijn ingegaan, alweer veel minder (40%) dan in oktober 2018.

Dit alles, nadat in dec. '17 / jan. '18 het laatste "winterse dieptepunt" werd bereikt met maar 13,8 GWh/maand. In deze maanden wordt normaliter al minder zonnestroom geproduceerd dan in de voorgaande zomerse maanden (zie begin 2019 ververste procentuele overzicht van het kern-systeem bij Polder PV). De cijfers liggen voor die wintermaanden echter wel alweer een stuk hoger dan het laagste niveau's in de winters van 2015/2016 en 2016/2017 (januari 2016 4,5 GWh; december 2016 10,4 GWh). Deze "winterdips", steeds hoger wordend qua output, zijn in de grafiek met blauwe pijltjes weergegeven.

De steeds hogere niveaus van de aangegeven "winter-dips" zijn het resultaat van de zeer forse tussentijdse groei van de gecertificeerde PV capaciteit, en de gemeten meer-productie van die nieuwe installaties bovenop de output van de al bestaande projecten. Te verwachten valt dat, door de reeds door CertiQ gepubliceerde, en de waarschijnlijk later nog opwaarts bij te stellen forse capaciteits-toevoegingen in 2018, die "winter dip" in de huidige koude periode (winter 2018-2019) alweer flink hoger zal komen te liggen. Daarbij dient wel rekening gehouden te worden met het feit, dat zeker de recenter gepubliceerde volumes achteraf altijd nog - meestal relatief bescheiden - aangepast kunnen gaan worden. De vorm van de curve kan dan ook nog enigszins gaan wijzigen (in ieder geval: een gladder verloop krijgen). Idealiter, zou die curve ongeveer de vorm moeten krijgen van de prachtige grafiek die Martien Visser van En-Tran-Ce destijds maakte voor de berekende nationale zonnestroom productie (in GWh per dag), op basis van de databank, die ook gebruikt wordt voor de inmiddels aardig bekende energieopwek.nl website. De site waarop in mei tot en met juli 2018 het ene na het ander dagelijkse - berekende - momentane output, en dag productie record werd vermeld. Waarover Polder PV regelmatig heeft getwitterd. Zie ook de bijgewerkte grafiek tm 17 augustus, van de hand van Martien Visser.

De komende maand rapportages zullen, tot het voorjaar van 2019, geen nieuwe record volumes aan uitgegeven zonnestroom GvO's meer tonen, omdat we, mede gezien de relatief lage scores voor augustus tot en met november, alweer lang over de hoogste productie per maand heen zijn dit jaar. En de tussentijdse (veronderstelde) capaciteit bijbouw, met de daarmee gepaard gaande extra berekende zonnestroom opbrengsten, die terugval niet genoeg kan "opvangen". Juli 2018 was wat maand productie betreft absolute record houder bij veel recent opgeleverde PV installaties. Pas volgend jaar, met een flinke extra hoeveelheid tussentijds gebouwde capaciteit, kunnen we in 1 van de maanden mei tm. juli, afhankelijk van het gemiddelde weer in die top-productie maanden, waarschijnlijk weer de nodige nieuwe record volumes gaan verwachten bij zowel duizenden nieuwe particulieren, bedrijfs-installaties, en, uiteraard, uiteindelijk ook bij CertiQ.

De record - gecertificeerde - zonnestroom productie van 165,2 GWh in juli 2018, is het equivalent van het gemiddelde maandelijkse stroom-verbruik van ruim 693.150 gemiddelde Nederlandse huishoudens. Dat was 2.860 kWh/HH.jr anno 2017 volgens gegevens van het CBS, en is nog exclusief het op landelijk totaal bezien nog relatief lage eigen verbruik van zonnestroom.

Uiteraard is het gecertificeerde volume tot nog toe slechts een onderdeel van de totale, onbekende Nederlandse zonnestroom productie. Die inmiddels mogelijk grofweg een derde van de productie bekend bij CertiQ zou kunnen omvatten, dus - voor juli 2018 - het equivalent van het (elektra) verbruik van zo'n 2,0 tot 2,7 miljoen Nederlandse huishoudens. Echter, de capaciteit toename van de CertiQ bijschrijvingen groeit al lang, en snel, zoals wederom de december rapportage over 2018 heeft laten zien. Het is te voorzien dat een steeds groter aandeel van de totale fysieke zonnestroom productie in ons land afkomstig zal zijn van die rap groeiende, bij CertiQ bekend wordende populatie van - soms zéér grote - SDE gesubsidieerde PV projecten.


Gecertificeerde PV capaciteit en gecertificeerde zonnestroom productie per jaar volgens (gereviseerde) jaar overzichten CertiQ

In een vorig maand overzicht heb ik ook de eerste resultaten voor het hele kalenderjaar 2017 weergegeven, n.a.v. het eerste verschenen jaar rapport van CertiQ. Die data zijn later fors bijgesteld in de revisie die CertiQ recent heeft gepubliceerd. Zie uitgebreide analyse van de wijzigingen en de stand van zaken, van de hand van Polder PV. Een nieuw (voorlopig) rapport van CertiQ over 2018 zal separaat worden behandeld.


Landelijke zonnestroom en andere duurzame productie - berekend

Voor het destijds - mogelijk conservatief berekende (!) - nationale zonnestroom dagproductie record op de Energieopwek.nl site van 1 juni 2017 verwijs ik naar de korte bijdrage in de bespreking van een vorig maandrapport. Voor overige "oude records" in dat portal, zie de analyse van de september 2017 rapportage. De hoogst behaalde, berekende "momentane" (piek) vermogens bij zonnestroom, die zeer kort zullen zijn aangehouden waren per maand, de afgelopen jaren, als volgt (tabel verderop). In mei - juli 2018 volgde het ene record snel op het andere in dat portal. Sommige data kunnen in recentere versies zijn en/of worden aangepast op basis van nieuwe inzichten en berekenings-methodieken.

Het portal is na de zomer van 2018 behoorlijk sterk gewijzigd en uitgebreid (SER bericht: "Hiermee hebben we een compleet beeld van de opwekking van duurzame energie in Nederland"). Martien Visser van Hanzehogeschool meldde op Twitter dat de nieuwe opzet 28 augustus live is gegaan. Het portal bevat de producties van inmiddels, naast de oude bekende drie opties wind (nu gesplitst in on- en off-shore), zon, en biogas, nu alle (berekende) energie modaliteiten die officieel een bijdrage aan de "duurzame" opwek geven (inclusief hoogst twijfelachtige steenkolencentrales met biomassa bijstook, en afval centrales die forse hoeveelheden buitenlands afval mee stoken). Jammer genoeg is ook, indien de berekende output boven de 1 gigawatt uitkomt, deze weergegeven in gigawatten, tot 2 cijfers achter de komma. Daarmee gaat helaas wat detail verloren in de output waarden. Ónder de 1 GW output wordt wel in megawatten weergegeven, dus in meer winterse maanden, met sowieso minder hoge producties, is wat meer detail beschikbaar in de aangegeven waardes.

Check van de laatst bekende historische waardes heb ik gedaan op 4 september 2018, voor alle maand records in 2018 op 4 januari 2019 (wijziging in periode aug.-dec.). De historische reeks is nu langer beschikbaar voor PV output (vanaf eind januari 2016), en er zijn bij de systeem wijziging kennelijk capaciteit aanpassingen gedaan in het brondata bestand. Want er doken soms nieuwe record output dagen op per maand voor zonnestroom. Het tot nog toe door Energieopwek.nl geregistreerde, berekende momentane output record midden op de dag was voorheen voor 2 juli 2018 genoteerd: 2.394 megawatt, zie de Tweet van Polder PV, en de oude tabel bijgewerkt tot en met de CertiQ update van juli 2018. Dit is in de nieuwe opzet, en met een kennelijke tussentijdse aanpassing van de aan de berekeningen ten grondslag liggende (vermeend) opgestelde capaciteit, grover weergegeven als 2,65 Gigawatt, wat trouwens nu ook voor de 1e juli 2018 als maximum wordt weergegeven.

Let op, dat n.a.v. hernieuwde inzichten in de ontwikkeling van de capaciteit over recente jaren, de maandelijkse output data alsnog met terugwerkende kracht aangepast kunnen worden !

Max. output zonnestroom (GW nieuw)
Jan.
Feb.
Mrt.
Apr.
Mei
Jun.
Jul.
Aug.
Sep.
Okt.
Nov.
Dec.
2016
0,262 *
(31e)
1,05**
(29e)
0,957
(17e)
1,20
(21e)
1,29
(5e)
1,32
(6e)
1,33
(19e, 20e)
1,33
(17e)
1,18
(7e)
1,04
(5e)
0,760
(29e)
0,711
(5e)
2017
0,922
(22e)
0,938
(14e)
1,44
(27e)
1,66
(30e)
1,78
(26e, 27e)
1,82
(1e)
1,75
(9e)
1,67
(14e)
1,46
(3e, 23e)
1,19
(15e)
0,918
(6e)
0,654
(17e)
2018
0,897
(21e)
1,55
(25e)
1,93
(20e)
2,18
(19e)
2,44
(6e, 7e)
2,63
(30e)
2,65 ***
(1e, 2e)
2,59
(6e)
2,30
(2e)
1,95
(10e)
1,54
(8e)
1,14
(4e)
2019
0,884
(3e)
                     

* Eerst bekende berekende waarde 30 jan. 2016, hoogste waarde op 31 jan. 2016.

** Een eerdere "onmogelijk hoge" waarde van 1,81 GW gegeven voor 29 feb. 2016 (gesignaleerd in bespreking van een eerdere maandrapportage van CertiQ) is zo te zien later gecorrigeerd.

*** Voorlopig hoogste resultaat op 2 juli 2018 in de orginele, fijnere output cijfers weergevende opzet Energieopwek.nl site: 2.394 MW. In de nieuwe opzet, die de maximale output in Gigawatten weergeeft (boven 1 GW output), is voor zowel de 1e als de 2e juli 2018 een momentaan, kort durende vermogen output van 2,65 GW weergegeven door het - fors aangepaste - portal.

In januari 2019 is, vóór publicatie van dit artikel (4 januari 2019), op de 3e het "voorlopig hoogste niveau in januari" te zien (884 MW, 13h30 wintertijd). Daar komt later ongetwijfeld een nog hogere waarde overheen.

Voor inhoudelijk commentaar op de nieuwe cijfers van het Energieopwek.nl portal, zie de rapportage over augustus 2018. Het record voor september 2018 viel al op de 2e (2,30 GW), maar zelfs op vier dagen daarna werd de 2 GW output midden op de dag nog - krap - gehaald: op 13, 18, 26, en zelfs op 27 september nog. Voor oktober is in een bijgestelde versie op de zonnige 10e de hoogste waarde behaald, 1,95 GW. In november is de 8e de hoogste waarde gehaald, 1,54 GW. Dit is 68% hoger dan de hoogste waarde berekend voor november 2017 (6e: 0,918 GW). 4 december gaf de hoogste waarde te zien in de laatste maand van 2018, 1,14 GW, 74% hoger dan de hoogste waarde in december 2017 (de 17e). Voor januari 2019 moeten we nog even de rest van de maand afwachten.

Per jaar zijn naast de hoogst gevonden waarden (rood) per maand ook de laagste output maxima weergegeven in blauw. Uiteraard altijd in de wintermaanden december of januari te vinden. Voor 2016, met slechts de laatste 2 dagen in januari gemeten, lag het "maximum" op 262 MW (31e), maar er kan die maand uiteraard beslist een hogere waarde zijn geweest als die in de meetreeks opgenomen zou zijn. In 2017 werd het "minimale maximum" op 17 december gevestigd (654 MW). Dat was alweer een stuk hoger in 2018, deze waarde vinden we op 21 januari van dat jaar terug, 897 MW. December 2018 lag alweer fors hoger (1,14 GW op de 4e). Zoals in de vorige maand rapportage al voorspeld, is er geen hogere waarde in december 2018 gevonden, wel is de berekende output voor die dag iets hoger geworden (was 1,08 GW).

In de nieuwe opzet van het energieopwek.nl portal zijn ook "profielen" met de dag maxima te zien per maand, en per jaar.

Voor een uitgebreider intermezzo "stroom productie records" van het energieopwek.nl portal, zie de bespreking bij januari 2018. Het vorige record voor het totaal aan berekende output voor windstroom, zonnestroom, en elektra opwek uit biogas was gevestigd op 2 mei 2018. Door een combinatie van met name harde wind en stralend zonnig weer, werd voor die dag kort (berekend) een gezamenlijke output van (opwaarts bijgesteld) 6,02 GW (oude portal: 5.522 megawatt) genoteerd door Energieopwek.nl (Tweet Polder PV). Maar dat is nota bene op de langste dag van 2018, 21 juni, alweer verbroken. Wederom door een combi van stralend weer met veel wind, werd toen een momentane output gehaald van maar liefst (bijgesteld) 6,42 GW (nieuwe portal; in het oude was het nog 5.990 MW) door deze drie modaliteiten. Alleen 1 juli kwam daar nog enigszins - onder vergelijkbare omstandigheden - in de buurt, met max. (bijgesteld) 6,25 GW in het nieuwe portal. In september was de 21e nog een "aardige" kandidaat, met een gecombineerde (bijgesteld) 6,1 GW output na 3 uur 's middags.

In de nieuwe opzet van het portal, kunnen bovenop de reeds genoemde energie opwek opties nog eens momentaan berekende vermogens van 7 andere modaliteiten gestapeld worden, alsmede een "restpost" met kleine opties (waar ook thermische zonne-energie onder valt). Zo was voor 26 september, met alle opties aangevinkt, de maximale output van alle "duurzame" energie opties (bijgesteld) 7,63 gigawatt, waarbij midden op de dag zonnestroom ongeveer 28% van de output verzorgde. 20 november ging daar, met (bijgesteld) 8,78 GW in de ochtend, met flink veel wind, en een hoge contributie (berekend !) van o.a. houtkachels, "off the chart", vet overheen. Maar dat kan natuurlijk per dagdeel fors variëren, zeker met de variabele input bronnen wind- en zonnestroom. In huidige koudere periode brengen warmtepompen ook een behoorlijk variabele input in (tussen 527 en 69 MW op genoemde 26e september). Vanaf 1 oktober lijken inmiddels ook houtkachels (kunstmatig) te zijn "ingeprogrammeerd", met op 2 oktober bijvoorbeeld een geprognosticeerde energie output tussen de 855 en 72 MW op dezelfde dag. Op 30 september waren die nog helemaal niet te zien, wat weer aangeeft dat het in het portal om rekenkundige aannames gaat. En niet om de (in dit geval niet fysiek te bemeten) werkelijkheid.


Energie producties - alleen actueel voorhanden, of per maand in nieuwsbericht SER cq. En-Tran-Ce

Op het nieuwe portal is helaas uitsluitend voor de actueel geldende dag de dagelijkse energie productie weergegeven, o.a. in de vorm van een "teller" die vanaf het begin van die dag de energie productie weergeeft in MWh "equivalenten". Voor eerdere dagen is deze optie niet meer te raadplegen, wat dus een verslechtering van de data verstrekking betekent. Vandaar dat er ook geen staatjes met de minimale en maximale energie producties (in inwoner equivalent energie verbruik) per maand meer gegeven kunnen worden. Voor een laatste staatje, dat van juli 2018, zie het desbetreffende artikel op Polder PV. De gemiddelde energie productie kan alleen maar indirect berekend worden, zoals Martien Visser op 30 november in een tweet aangaf n.a.v. een vraag daar over (zie ook vervolg in het draadje).

Jaarproducties & aandelen elektra resp. energie verbruik 2018

We moeten voor een snellere indruk van de verdeling tegenwoordig kennelijk in het maandbericht van de SER kijken. Op 2 januari verscheen de terugblik op 2018 bij de SER, waarbij echter ditmaal niet werd ingegaan op de maand producties in december. Wel werd gesteld dat de (berekende !) zonnestroom productie in het volledige kalenderjaar 2018 (ruim) 50% hoger zou hebben gelegen dan in 2017: 12,5 i.p.v. 8 petajoule (1 PJ is equivalent van plm. 278 GWh elektra, SER stelt dit gelijk "aan het jaarverbruik van 15.000 huishoudens", wat kennelijk is terug gerekend vanuit de totale primaire energie verbruiken in NL, beslist niet alleen stroom verbruik). 12,5 PJ is gelijk aan ongeveer 3,47 TWh, dus in 2018 zou volgens het SER al een equivalent van zo'n 87% van de maximale jaaropwek van kernsplijter Borssele (4 TWh) worden opgewekt door fotovoltaïsche zonnestroom panelen. Met genoemde productie van 12,5 PJ zou "3% van de landelijke stroomvraag" kunnen worden gedekt. Het stroom verbruik in 2017 was volgens CBS 119,9 TWh, ten opzichte van dát volume is de hierboven herleide berekende 3,47 TWh 2,9%. Ten opzichte van het finale energieverbruik in Nederland (NB: 2017: 1.869 PJ) zou volgens het SER het aandeel van de 12,5 PJ zonnestroom opwek in 2018 0,6% van het - nog niet door CBS vastgestelde - totaal zijn geweest.

De windstroom productie zou "ongeveer zijn gestabiliseerd" (combinatie van ongeveer evenveel nieuwbouw als verwijdering van turbine capaciteit, en vergelijkbaar - effect van - wind-regime), met 25 petajoule opwek op land, en 14 PJ op zee. Opmerkelijk is de forse toename van het aandeel van biomassa, van 17 naar 21 PJ in 2017-2018. Dit is volgens SER vooral (doch niet uitsluitend) te wijten aan de eenmalige bijstook van geïmporteerde houtsnippers in steenkolen centrales, zoals de Amer van RWE (Geertruidenberg). Die onzalige praktijken waren in 2017, na het verlopen van de oude MEP subsidies, vrijwel tot stilstand gekomen. In 2018 is de draad door de energie molochs echter weer opgepikt, ditmaal met miljarden Euro's aan SDE subsidie toezeggingen van RVO op zak ...

Synthese zon en wind 2017-2018 volgens SER

In genoemd bericht van de SER ook een grafiek met de gecombineerde berekende opwek van wind- en zonnestroom, die mooi laat zien dat de totale maandproducties van die twee over het hele jaar genomen "redelijk stabiel" zijn te noemen (globaal tussen 3 en 5 PJ per maand). Een fenomeen wat trouwens al lang bekend is, in markten die nog geen zeer grote capaciteits-volumes hebben geaccumuleerd van beide opties. Uiteraard ook met uitzonderingen van jaar tot jaar: grote verschillen in gecombineerde opwek in januari, en in oktober, vergeleken tussen 2017 en 2018.

^^^
Productie grafiek gepubliceerd in nieuwsbericht van © Sociaal-Economische Raad (SER), 2 jan. 2019.
Berekende, gecombineerde zonnestroom- en windstroom opwek per maand
in de jaren 2017 (blauw) en 2018 (oranje), uitgedrukt in PJ/mnd.

Samen met groei van andere kleine bronnen schat het SER dat de productie van wat als "hernieuwbaar" wordt bestempeld groeide van 140 PJ (2017) naar 154 PJ (2018; 10% groei in een jaar tijd), waarmee het aandeel van die bronnen op het totale energie verbruik van 6,6 naar 7,3% zou zijn gestegen. Als we alleen naar elektriciteit kijken, is dat aandeel (op de totale stroom vraag) gestegen van 15 naar 17%.

Er is tijdens afsluiting van dit artikel nog geen nieuw maand rapport (over december 2018) verschenen bij En-Tran-Ce (laatste was van november 2018). Als dat wordt gepubliceerd, voeg ik hier nog wat essentiële data toe.

De berekeningen van het Groningse onderzoeks-instituut En-Tran-Ce zijn gebaseerd op o.a. aannames over de opgestelde capaciteit in ons land, zeker wat het opgestelde PV vermogen betreft. Bij windstroom, biogas en andere bronnen zijn de cijfers makkelijker en zeer actueel te verkrijgen, het gaat daarbij, behalve bij warmtepompen, om relatief geringe aantallen. Zonnestroom capaciteit is een compleet ander verhaal: er zijn enkele honderdduizenden installaties. Zie ook eerdere analyse, de daar op volgende op basis van nieuwe Klimaatmonitor data voor het jaar 2016, de volledig herziene markt segmentatie van de hand van het CBS, en, mijn laatste afschatting van het aantal PV projecten achter kleinverbruik aansluitingen, op basis van recent verschenen cijfers voor Enexis. CBS heeft haar cijfers recent herzien, de aantallen vindt u op de speciaal daarvoor ververste pagina met CBS statistieken over zonnestroom. Eind 2017 zouden er volgens de nationale statistiek producenten al 576.340 PV installaties zijn in Nederland (waarvan 524.010 op woningen, resp. 52.330 projecten op "niet-woningen"). De groei (2017 t.o.v. 2016: ruim 136 duizend nieuwe installaties) blijft ook op dat vlak fenomenaal. Het is jarenlang nauwelijks mogelijk geweest om daar een accuraat beeld van te krijgen, gezien de langdurig brakke cijfers over zonnestroom.

Voor record cijfers rond de (berekende) zonnestroom productie in de zomer van 2018, zie de vorige analyse voor september dit jaar. Voor de zeer uitgebreide maand rapportages van En-Tran-Ce, zie de website. Het laatst bekende maandrapport daar is van november 2018.

Data: CertiQ maandrapportages (maandelijkse analyse updates door Polder PV), Energieopwek.nl (landelijk berekend voor Energieakkoord), en "Renewable Energy in The Netherlands" maand rapportages (En-Tran-Ce / Energy Transition Centre, Groningen).

Verder interessant:

Tweet Martien Visser (4 januari 2019): 9 december 2018 werd een nieuw dagrecord opwekking van energie uit als hernieuwbaar bestemde bronnen gescoord, volgens het "brein" achter energieopwek.nl, van de Groningse Hanzehogeschool en En-Tran-Ce: 10,8%, waarvan, nota bene, na wind op land, houtstook bij huishoudens het op-een-na-grootste aandeel zou hebben gehad (is natuurlijk een berekend aandeel; het "exact meten" ervan is fysiek onmogelijk, omdat hout, in al haar [verbrandbare] vormen, via diverse slecht bekende, deels niet officieel gekende of geregistreerde kanalen is te verkrijgen. Zonnestroom had op die winterse dag nog 1,7% aandeel in het totaal "herniewbaar")


3 januari 2019: Nieuwjaarsgroet vanuit de polder. Met de jaarwisseling zetten wij onze kampeer traditie voort die lang geleden "uit nood" is geboren. Ditmaal wat dichter bij huis, vanwege een afspraak op 1 januari. We fietsten op oudjaars-dag naar de NTKC camping in Hazerswoude (gemeente Alphen aan den Rijn, ZH), overnachtten daar met uitzicht op weer een bizarre hoeveelheid (sier) vuurwerk bij de boeren in de wijde omgeving, en fietsten nieuwjaarsdag weer terug naar huis. Tijdens die korte fietstochtjes werden nogal wat PV systemen gesignaleerd, een teken aan de wand van de enorme groei van fotovoltaïsche opwekking van elektriciteit in Nederland. Een selectie van de PV encounters vindt u rond de nieuwjaarsgroet van de polderjongen, aan alle mensen die een bijdrage willen leveren aan de energietransitie in dat kleine, dichtbevolkte landje aan de Noordzee. Maak er weer een mooi jaar van !


^^^
KLIK
op plaatje voor uitvergroting

Zie ook tweet van Polder PV (3 jan. 2018)


3 januari 2019: Zonnestroom productie PV installatie Polder PV in 2018 afterburner - record(s) voor oudste vier zonnepanelen. In mijn beschouwingen van maandelijkse en jaar producties focus ik de laatste jaren vooral op de eerst gekochte tien panelen, met een gezamenlijke capaciteit van 1,02 kWp. De producties van die voor ons grotere "kern installatie" zijn leidend bij die beschouwingen. Daarbij heb ik verder niet in detail de historie nagekeken voor de oudste vier Shell Solar 93 Wp multi Si panelen van die kern-installatie, die op 13 maart 2000 aan het net zijn gekoppeld. Dat heb ik, na een vingerwijzing van Siderea.nl, nu toch even met terugwerkende kracht gecontroleerd. En inderdaad, tot mijn genoegen ontdekte ik in de datareeks met de uit de accumulerende meterstanden (van de OK4E-100 micro inverters) berekende maand opbrengsten een "max.", en ook een "min." record bij die oudste set panelen. Die twee uiterste producties zijn bij Polder PV zelfs opgetreden in een tussenliggende periode van slechts 7 maanden.

In de lange maandelijkse productie historie van genoemde 4 oudste zonnepanelen van Polder PV, vinden we als minst productieve maand inmiddels december 2017 terug, met slechts 4,008 kWh productie voor dat setje (10,8 kWh/kWp in die maand). 7 maanden later was daar die al door velen geroemde juli van het jaar 2018. Waarvoor ik de nu hóógste productie heb gevonden, 54,132 kWh. Wat een specifieke opbrengst oplevert van maar liefst 145,5 kWh/kWp in die maand. Een factor 13,5 maal zo veel dan de productie in december 2017. Ik had daarvan al melding gemaakt in mijn overzicht over die maand, maar dat het de hoogste productie voor de betreffende set zonnepanelen was, is me toen nog niet opgevallen. De daarvóór hoogste maand opbrengst van dezelfde set panelen was in juli 2006, 12 jaar eerder. Waarbij de toen record productie op 53,372 kWh heeft gelegen, dus relatief weinig (1,4%) minder. Dat ver in het geheugen liggende maand record heb ik trouwens met een leuke animatie gevierd, destijds, voor de opbrengst van de toen 10 zonnepanelen in het Polder PV systeem. Zie bericht van 31 juli 2006.

Het langjarige gemiddelde voor deze oudste set zonnepanelen is inmiddels, tm. december 2018, en vanaf de eerste volledig geregistreerde maand productie (april 2000), en exclusief september - oktober 2010 (gevolgen dak renovatie, systeem grotendeels van net afgekoppeld), 27,912 kWh per maand. Ergo, gemiddelde specifieke maandelijkse opbrengst = 75,0 kWh/kWp.mnd.

In de monitoring updates die ik nog steeds krijg van Siderea.nl, n.a.v. input van de maandelijkse productie data voor genoemd oudste setje van 4 zonnepanelen, worden weliswaar nog steeds neerwaartse afwijkingen van de gemeten maand producties t.o.v. de maand prognoses gesignaleerd in de maandelijkse monitoring rapportages (gebeurt al jaren). Maar nog steeds liggen die afwijkingen (meestal minus 9%) binnen de veiligheids-marge van 10%, en wordt de status van de doorgegeven productie cijfers nog steeds als "OK" bestempeld. Ergo: dat al zo'n 18 en driekwart jaar oude deel-systeem werkt dus volgens Siderea.nl, nog steeds, naar behoren.

Eerdere monitoring data voor 2018 in review:

Verbruiks-cijfers Polder PV in 2018 - eerste lustrum "stroom neggie". (3 jan. 2019)

Aandelen maandproducties in jaaropbrengst: Vergelijking langjarige gemiddeldes met het laatste volledig bemeten jaar - 2018. (2 jan. 2019)

Zonnestroom productie PV installatie Polder PV in 2018 - zeer hoog, maar niet het hoogst. (2 jan. 2019)

Bronnen:

Productie data deel PV systemen Polder PV sedert maart 2000

Monitor systeem Siderea.nl


3 januari 2019: Verbruiks-cijfers Polder PV in 2018 - eerste lustrum "stroom neggie". 2018 ligt weer achter ons. De balans van enkele energie verbruiks-cijfer data van het huishouden van Polder PV kan weer worden opgemaakt. Ons huishoudens bestaat uit 2 personen, woonachtig in een huurappartementje op de begane grond, 73 m², met elektra, stadswarmte, (per voorjaar ex) kookgas, en drinkwater aansluitingen. En al ruim 18 en een half jaar eigen zonnepanelen op het dak van de verhuurder, op de 4e verdieping. De eerste 4 panelen werden 6.867 dagen geleden (13 maart 2000) op ons huisnet aangesloten, en, ook al zijn het inmiddels wat prestatie betreft te kwalificeren als prehistorische beestjes met de nodige reuma in de beenderen, ze doen het "naar omstandigheden" nog steeds prima. Wat natuurlijk deels ook kwam door het uitzonderlijke, zonnige jaar 2018, zoals toegelicht in het eerste artikel in 2018, en het vervolg daar op.

Elektra

In bovenstaande grafiek de totale netto resterende stroom consumptie per kalenderjaar (getal bovenzijde niet geel gekleurde kolommen), de totale zonnestroom productie per jaar (geel, stapsgewijs groter wordend door systeem uitbreidingen tm. april 2010, zwarte cijfers bovenzijde kolommen), en eventueel in elk kalenderjaar optredende kleine "overschotten" (eerste "beetje" in 2012). Die ik onder de X-as heb weergegeven, met bijbehorende omvang in gele cijfers met een "-" er voor. En die dus netto netinvoeding op kalenderjaar-basis inhouden. Die overschotten worden in ons complex, net zoals in de meeste andere "stedelijke gevallen" gewoon direct geconsumeerd door de buren. Via de eigen stroommeters, waar over gewoon energiebelasting, SDE heffing, en btw wordt betaald. En waarvoor de buren dus "gratis" i.p.v. vieze grijze mix, wat zonnestroom elektronen hebben mogen consumeren...

2018 was het vijfde jaar op rij dat we netto op jaarbasis bezien stroom "over" hadden, en we dus de status van "neggie" (voor elektra) hebben gecontinueerd. Het eerste lustrum is "binnen". Dit ondanks het feit dat we in april 2018 definitief overgestapt zijn op koken op inductie (en een nieuw elektrisch fornuis, wat we spaarzaam gebruiken). We verbruikten weliswaar netto wat meer dan in 2017 (1.275 kWh i.p.v. 1.178 kWh, 8,2% meer), maar door een combinatie van twee factoren hebben we ook wat meer kilowatturen "netto" op het net ingevoed (onder de x-as). Dat zijn (a) uiteraard de hoge, bijna record opbrengst van het PV systeem op het dak in het zonrijke 2018 (zie voorgaande 2 artikelen). En (b) de extra zonneprik die werd ingevoed op ons huis-net door een frequent op zonnige dagen op het terras gezet "mobiel" reserve zonnepaneel (93 Wp Shell Solar oldie). Overigens hebben we enkele jaren geleden gelukkig van de woningcorporatie ein-de-lijk, na het nodige soebatten, nieuwe gelijkstroom buisventilatoren gekregen, die het hoge verbruik van de oude AC exemplaren ook al flink hebben gedrukt. Dat helpt allemaal om, bij blijvend hoge zonnestroom opwek, op jaarbasis stroom over te houden. Dergelijke units staan sowieso op basisstand ook 24 uur per dag, en 365/366 dagen per jaar continu wat stroom te verbruiken. Juist bij dergelijke continu werkende apparaten, is een zo energiezuinig mogelijk exemplaar zeer belangrijk om het totale verbruik terug te dringen.

Door deze combinatie zaten we in 2018 netto bezien op een jaarverbruik van 1.275 - 225 = 1.050 kWh. In 2017 was dat nog 50 kWh lager, in 2016 was het wat meer, 1.096 kWh. Een mooi resultaat, ondanks het feit dat we nu al driekwart jaar volledig elektrisch hebben gekookt, én, door omstandigheden, geen lange vakantie hebben gehad. Tijdens lange vakanties staat alle apparatuur bij ons uit, exclusief mechanische ventilatie op de basis stand, en natuurlijk de PV installatie gewoon doorwerkend (en grotendeels overdag stroom op het laagspanningsnet invoedend).

In 2018 is 225 kWh van onze totale zonnestroom opwek netto bezien, op jaarbasis het net op gegaan ("na saldering"). Alweer ruim 8% meer dan in 2017 (208 kWh). We zijn dus nu al een eerste lustrum een zogenaamde "neggie", een huishouden wat op jaarbasis bezien meer stroom zelf opwekt dan dat ze netto verbruikt. Midden op de dag hebben we vaak, behalve in de somberste wintermaanden, overschot, wat automatisch naar de buren vloeit. Uiteraard gebruiken we 's avonds net als iedereen stroom van het net. Wat dominant via gas- en kolencentrales wordt opgewekt in ons land, al komt er steeds meer windstroom en (sterk decentraal opgewekte) zonnestroom op het distributienet. Voor overzichten, zie de maandelijkse rapportages van En-tran-ce van Hanzehogeschool in Groningen. En zie ook het "intermezzo - zonnestroom in perspectief, in de bespreking van de jaar opbrengst van 2017.

Maand grafiek elektra

Laatste update van de maandelijkse productie en verbruiks-data van elektra bij Polder PV, tm. december 2018. In deze maand weer een iets hoger dan gemiddeld maandverbruik (rode lijn), en, zoals te verwachten, een groot deel van dat verbruik netto van het net betrokken. Plus een klein beetje eigen opwek van zonnestroom. In 2018 hebben we, uniek, slechts 3 maanden gehad (januari, november en december), waarbij we in die maand netto minder zonnestroom hebben opgewekt, dan we in totaal aan stroom hebben verbruikt.


Kookgas

Het tweede exemplaar van onze jaarlijkse energie verbruik cijfers laat ons volledig bemeten schriele verbruik aan kookgas zien. Met daarbij ook de signaal vlag: 2018 was voor ons het laatste jaar dat we op ons sedert 1996 bewoonde adres (een beetje) kookgas hebben verbruikt. Per april zijn we definitief overgestapt op inductie koken icm een elektrisch fornuis. Het "rest" verbruik kookgas tm. april was nog maar 4,7 kubieke meter. In de grafiek in oranje een lineaire trendlijn. De metingen zijn geschied via een officiële, gecertificeerde G1,6 gas meter (netmeter Liander). Bijna alle "normale" huizen hebben minimaal G4 tot G6 meters! De grafiek laat een mooie dalende lijn zien. Aanvankelijk grotendeels veroorzaakt doordat werd overgestapt op een elektrische waterkoker i.p.v. de klassieke fluitketel. Verder minder ingewikkeld, korter koken, en vaker uit huis geweest. We verbruikten in het voorgaande jaar 2017 nog slechts 15,5 m³ kookgas. Toen werd nog het hele jaar op gas gekookt.

Uiteraard is dit verbruik totaal niet vergelijkbaar met een "klassiek" huishouden, omdat we stadswarmte hebben voor ruimteverwarming en tapwater (volgende grafiek). Een "nu nog normaal" gas gebruikend huishouden (warmte, tapwater en kookgas) verbruikte in 2017 volgens het CBS 1.240 m³ (trend, afhankelijk van gemiddelde winter temperatuur: dalend). Desondanks blijven we de "volle mep" aan aansluit- en meterkosten betalen voor het equivalent van een "standaard gaswoning", aan de netbeheerder. Die we vervolgens weer "gecompenseerd krijgen" van onze stadswarmte leverancier, omdat er een "Niet Meer Dan Anders" principe (warmte vs. gas) gehanteerd zou worden. Waar ene meneer Wiebes weer eens een vileine brief over heeft laten opstellen, dat dat helemaal geen "wettelijk voorschrift" zou zijn. Met daarbij kennelijk de suggestie dat we ons "gelukkig" zouden moeten prijzen, van zoveel "coulance" van de zijde van de warmte monopolist (????).


Warmte (incl. tapwater, excl. kookgas)

De beruchte stadswarmte voorziening blijft, zoals gebruikelijk, een pain in the ass in het zuinige huishouden van Polder PV. Dat heeft niet zozeer met het getoonde kalenderjaar verbruik te maken, integendeel. Maar wel met de blijvend migraine veroorzakende #vastrechtwoeker die er mee gepaard gaat. ACM heeft alweer aangekondigd, dat de warmte monopolisten - in theorie - in 2018 nog meer vastrecht mogen gaan vragen. En, veel erger nog, dat er een enorme stijging zal plaatsvinden van de GJ prijs, omdat dit monopolisten product via de hemeltergende Warmtewet kunstmatig gekoppeld is aan de gas prijs. En laat Rutte III nou net besloten hebben om de energiebelasting op gas vet te laten stijgen, waardoor het "product warmte" (wat ook met compleet andere bronnen kan worden aangemaakt) automatisch mee stijgt. Waarbij het aller ergste nog is, dat die warmte leverancier die bezopen windfall profits niet eens hoeft af te dragen aan het Ministerie van Financiën. U hoeft weinig fantasie te hebben hoe PPV over dit alles denkt, zelfs als de betreffende warmte leverancier - in ons geval het Zweedse staatsbedrijf Vattenfall (met de feitelijk niet meer te gebruiken oorspronkelijke naam Nuon) - de hand over het hart strijkt en het vastrecht op de (voor zuinige huishoudens veel te hoge) "nul lijn" houdt. Dat horen we helaas pas ergens medio of eind januari dit jaar, terwijl andere leveranciers de tarieven al hebben gepubliceerd.

Ondertussen is het enige wat huurders als ondergetekende "kunnen" doen aan het inperken van die door de Nederlandse Staat gefaciliteerde grootschalige inhaligheid bij de warmte leveranciers, de radiatorkraan zo weinig mogelijk open, en het tapwater verbruik reduceren. Echter, we zitten al sedert we hier wonen - bewust - op zeer lage verbruiks-cijfers. En het resterende verbruik wordt in extreme mate bepaald door de "koude" in een bepaald jaar. Zo zal in een "warm" jaar het aantal GJ zeer beperkt kunnen blijven (2002, 2014, slechts rond 6 GJ/jaar), maar als er zelfs maar korte hevige koude periodes in zo'n jaar vallen, schiet ook bij Polder PV het verbruik omhoog (met name in 2010, toen we op het dubbele verbruik kwamen, ruim 12 GJ).

We worden echter ook een jaartje ouder, en februari en maart waren behoorlijk koude maanden. En dat in combinatie met het feit dat ik continu thuis werk, maakt dat we in 2018 weer iets meer warmte zijn gaan gebruiken. Ditmaal 9,82 GJ, wat ruim 17 procent boven ons langjarige gemiddelde (8,36 GJ/jaar, blauwe stippellijn in grafiek) ligt. Desondanks ligt ons (gemiddelde) verbruik blijvend extreem veel lager dan het regelmatig door de sector én ACM rondgetoeterde zogenaamde "gemiddelde" jaarverbruik van 35 GJ/jaar (ruim een vijfde van dat veronderstelde gemiddelde). De meeste huurders zullen sowieso - soms zoals ons huishouden extreem - veel minder verbruiken dan genoemde hypothetische 35 GJ/jaar, en zullen net als Polder PV lijden onder de absurde vastrecht tarieven, die elke zin tot besparing in de kiem smoren. Het ziet er tot nog toe helaas niet naar uit dat de politiek deze trieste situatie wil aanpakken, die blijven zich achter de cijfer tovenarij van de zogenaamd "onafhankelijke" marktwaakhond ACM verschuilen. En tonen aan een zeer substantieel deel van de warmteklanten, de al jaren met forse huurverhogingen gepakte huurders, dovemansoren, waar het de absurde discrepantie tussen verbruiks- en vastrecht-gerelateerde kosten betreft.

ACM heeft voor de maximale tarieven ook al een verhoging voor het vastrecht aangekondigd (vaste kosten gas zouden met 9 Euro incl. btw per jaar stijgen), een "standaard" huishouden als warmteslaaf gekoppeld aan een warmtenet, zou maar liefst 164 Euro extra kwijt zijn (ruim 14% !) t.o.v. de al extreme EUR 1.151 in 2017 (met name vanwege de absurd stijgende maxima voor de GJ's). De warmte monopolisten gaan gouden jaren tegemoet. Dankzij een kabinet wat het "neoliberalisme" tot nieuwe religie heeft verkozen ...

Maand grafiek stadswarmte

Aan het maandelijkse verbruik van stadswarmte (voor ruimteverwarming in de koude maanden, en tapwater in het gehele jaar), is goed te zien dat we extreem spaarzaam zijn met dit kostbare goedje - wat immers de grootste kosten post is op de energienota's (we zitten voor elektra en kookgas bij een andere leverancier). De blauwe lijn is het voortschrijdende 12-maandelijkse gemiddelde, wat een grillig verloop kent vanwege de zeer sterk seizoens-bepaalde impact van ons verbruik. In de periode ongeveer tussen april en oktober staat de hoofdkraan richting de radiatoren dicht en verbruiken we geen ruimte verwarming. Wel douchen we en gebruiken we ander warm tapwater voor de afwas (met de hand). Dat is aan de zeer lage kolommen onderin de grafiek te zien, het niveau komt in die maanden zelden boven de 0,2 GJ meer uit. Als de radiatoren echt aan moeten vanwege intredende koude, ziet u meteen enorme verbruikspieken ontstaan. Toch blijft ons jaarverbruik "spectaculair laag", ondanks het feit dat ik vrijwel altijd thuis werk.


(Drink-)waterverbruik

Polder PV houdt ook al jaren nauwkeurig het drinkwater verbruik bij, en het volume wat hij bespaart aan uit de regentonnen "geviste" hoeveelheid water voor de toiletspoeling (simpel emmertjes water dragen alhier, al is ook dat wat minder geworden, het laatste jaar). Zoals u eerder al heeft kunnen lezen, is Polder PV in 2016 helaas getroffen door een geniepige, forse drinkwater lekkage in een van de kruipruimtes. Die al die jaren onbereikbaar was. En die pas nadat de oude vloer was opengebroken, toegankelijk werden. Met direct de bevestiging van de al eerder geuitte vrees, dat er iets goed mis moest zijn met de water "infrastructuur" ergens in het appartement. Zie artikel van 6 november 2016.

Het hier boven afgebeelde plaatje mag dan ook geen verrassing meer zijn, maar hij blijft natuurlijk wel schokkend voor een zuinig huishoudens als Polder PV. Ik heb destijds de Y-as heftig moeten aanpassen, om het verspilde drinkwater in 2016 afgebeeld te krijgen. Tot en met 2015 was het gemiddelde verbruik (alleen drinkwater) 24,4 m³/jaar, inclusief 2016 was dat opeens met 5,7% toegenomen naar 25,8 m³/jaar (12,9 m³/jaar per persoon in ons 2-persoons huishouden). Nog steeds is dat extreem veel lager dan de 43,51 m³/jr (119,2 liter/jr) per persoon wat in een NL huishouden zou worden verbruikt volgens de claim van drinkwater belangen vereniging VEWIN (sector cijfer overzicht voor het jaar 2016). Maar onbevredigend blijft het natuurlijk, zelfs al hadden we geen enkele controle over dat vervelende lek in een ondergrondse drinkwater leiding.

In 2017-2018 is het verbruik weer genormaliseerd, en zitten we met een totaal verbruik van 22,4 (2017) tot 25,5 m³ drinkwater (2018), en 5,3 (2017) tot 3,9 m³ (2018) regenwater voor incidentele toiletspoeling weer op het bekende relatief lage niveau wat we al jaren kenden. Het verbruik was in 2018 wat hoger, omdat het extreem, en langdurig droog is geweest.


Computer verbruik

In de zomer van 2017 hebben we als voorzorgsmaatregel "voor eventueel optredende problemen" een nieuwe harde schijf voor de NUC micro computers besteld en deze ingebouwd. Geen enkel probleem bij de computer bij mijn partner. Maar bij mijn eigen exemplaar ging het mis: de computer weigerde na inbouw op te starten. De leverancier van de computer heeft de zaak bekeken en concludeerde dat de NUC om onbegrijpelijke redenen kennelijk de geest had gegeven. Gelukkig kregen we onder garantie van de fabrikant een nieuw exemplaar. En ik kon - na enige tijd op het exemplaar van m'n partner te hebben moeten werken - verder op die nieuwe. Kennelijk heeft Polder PV geen geluk met computers, je krijgt er grijze haren van (inmiddels al flink "wit" aan het worden).

Desondanks kunnen we uit de stroom verbruiks-grafiek concluderen dat de nieuwe NUC en z'n vervanger (groen) een structureel veel lager verbruik hebben dan de eerder gebruikte "mini-computer" (blauw), die al een fors minder verbruik had dan de oude antieke "tower" (rood). Het jaarverbruik in 2018 kwam op 170 kWh. Wat nog geen 33% was van het jaarverbruik van de oude "tower" in 2011. "Dips" omlaag zijn periodes dat we langdurig van huis waren (computers etc. uit). Wel gebruik ik de nieuwe computers zeer intensief, dagelijks, en langdurig. Het totale jaarverbruik van de meest recente NUC, in combinatie met een spaarlamp voor de avond uurtjes, is een substantieel deel van ons lage jaarverbruik, 170 van (netto) 1.050 kWh. We hebben weinig zware apparatuur, de enige apparaten die verder echt invloed hebben - naast de energiezuinige koelkast - zijn de waterkoker, het koffiezet apparaat, en de wasmachine, die we 2, max. 3x in de week gebruiken. De mechanische ventilatie unit is al lang vervangen door een zuiniger DC exemplaar op het dak. De meeste andere apparatuur wordt weinig gebruikt, en heeft nauwelijks impact op het totale stroom verbruik.

Bron:
Maandelijkse meterstand opnames alle energie en water modaliteiten Polder PV


2 januari 2019: Aandelen maandproducties in jaaropbrengst: Vergelijking langjarige gemiddeldes met het laatste volledig bemeten jaar - 2018. Na de absolute opbrengsten aan zonnestroom in 2018 te hebben beschreven en geïllustreerd gaan we over naar de tweede belangrijke afgeleide "dataset". Net als vorig jaar is deze zeer belangrijke grafiek ook weer van een update voorzien. Daarin worden de relatieve aandelen van de zonnestroom producties van elke maand op de totale jaarproductie van elk jaar bepaald in procent. Vervolgens worden over alle compleet bemeten jaren die percentages per maand gemiddeld. Hieruit volgt een grafiek die een representatief beeld laat zien van de sterk seizoensmatig bepaalde productie van zonnestroom voor het onderhavige systeem. In dit geval, de grotendeels bijna 17 en een kwart jaar oude 1,02 kWp grote "kern" installatie van Polder PV, op het platte dak van de vierde verdieping van ons appartementen complex in westelijk Leiden (ZH). Met de toevoeging van de 6 toen nieuwe 108 Wp modules aan de 4 reeds anderhalf jaar eerder geïnstalleerde (93 Wp) modules, en de netkoppeling op 12 oktober 2001 werd de "officiële productie" van die uit tien panelen bekende kern installatie gestart.

In onderstaande grafiek de relatieve aandelen van elke maand voor het afgesloten jaar 2018 (paars), afgezet tegen de langjarige gemiddelde percentages in de hele reeks volledig bemeten jaren, 2002-2009 en 2011 tm. 2018 (geel). Voor de originele maandelijkse productie data voor dit deel-systeem in kilowatturen, zie het vorige artikel, en de tabel op de highlights pagina van Polder PV.

2018 (paars)
De eerste jaarhelft van 2018 gaf enkele forse afwijkingen per maand te zien, t.o.v. de langjarige gemiddelde waardes (geel). De tweede jaarhelft geeft een iets minder extreem beeld te zien, als tenminste de bijna record productie cq. aandeel t.o.v. totaal in juli (15,1%!) niet wordt meegeteld. Na een matige start in januari (1,9%, 0,5 procentpunten van het jaar aandeel lager dan "normaal", 2,6%), liet februari zien dat er nog verrassingen mogelijk zijn, zelfs in een langjarige reeks. Met maar liefst 7,4% (!) van de jaaropbrengst, het dubbele van langjarig gemiddeld (4,7%), was het paaskonijn er erg vroeg bij in 2018. Maart en april vielen echter weer flink tegen, met 7,1% (ipv langjarig gemiddeld 8,9%) resp. 9,9% (ipv 12,0%). Dit werd weer gecompenseerd met een bovenmatige prestatie in mei (14,0% versus gemiddeld 13,3%), en na de ietwat tegenvallende opbrengst in juni (12,5% ipv 13,1% "normaal"), wederom een verrassing, in "bijna record maand" juli. Die met 1,8 procentpunten meer dan langjarig gemiddeld (13,3%), met 15,1% een top aandeel van de totale jaaropbrengst liet zien. Augustus was weer fors suboptimaal (10,6% ipv langjarig gemiddeld 11,8% van de jaaropbrengst), september lag slechts marginaal onder het langjarige gemiddelde (9,2%), en oktober er behoorlijk ver boven (7,4% ipv 6,4% normaal). Ook november deed het opvallend goed, met 3,4% van de totale jaar productie, waar dat normaliter 2,9% is. December scoorde, als blijvend slechtst presterende maand, zelfs al heeft deze 31 dagen, iets suboptimaal, met 1,6% van de productie in het hele jaar. Februari, met slechts 28 dagen, scoorde zelfs een factor 4,6 maal zo hoog dan december bij dat jaar aandeel. Wederom: uitzonderlijk !

Als we naar de verdeling van de jaarhelft aandelen kijken, komen we voor 2016 op 51,5 / 48,5 % voor jaarhelften I en II. In 2017 is die verdeling flink in het "voordeel" van de eerste jaarhelft verschoven: 56,4% was het aandeel van de eerste 6 maanden in de totale jaarproductie, de tweede jaarhelft bracht maar 43,6% in. Een nogal significant verschil met de verdeling in het voorgaande jaar. In 2018 is die verhouding echter weer iets bijgetrokken: 54,6% productie in de eerste, en 45,4% in de tweede jaarhelft, t.o.v. de output in het hele kalenderjaar.

Bij vergelijkingen van eigen productie resultaten met deze specifiek voor Polder PV systeem gemaakte grafiek dient altijd een waarschuwing in acht te worden genomen. Sterke afwijkingen van de hellingshoek, oriëntatie t.o.v. het zuiden, en microklimaat aberraties (hoge stofbelasting, of bijv. mogelijk extra instraling indien systeem vlak bij een groot wateroppervlak staat), kunnen nogal wat impact hebben op de procentuele verdeling tussen de maanden bij andere PV installaties. Globaal zal het beeld wel vergelijkbaar zijn, maar op detail niveau kunnen beslist afwijkingen worden vastgesteld voor de eigen installatie.

Voor de steeds populairder wordende "oost-west" installaties (met name op platte daken, maar zelfs ook al "ingeburgerd" bij vrije-veld projecten) verwijs ik gaarne naar een prachtige, klassieke zomer (dag-)curve van zo'n systeem, die zo in een studieboek voor installateurs kan worden opgenomen (tweet Polder PV van 22 januari 2016). Uiteraard gaat het in dergelijke, al bijna usance geworden installatie configuraties, om een nogal afwijkende verdeling van de productie per dag (per oriëntatie), en zal dit ook de nodige impact kunnen hebben op de productie verdeling over het jaar. Al helemaal, als dergelijke systemen niet "pal oost-west" staan, maar bijvoorbeeld, zoals ik al heel vaak heb gezien, bijvoorbeeld OZO/WNW of WZW/ONO. Om maar niet te spreken over een toenemend aantal installaties die zelfs (bijna pal) "zuid-noord" zijn opgesteld ...

U vindt een iets uitgebreidere toelichting van de ververste maand aandelen grafiek op de specifieke pagina op Polder PV:

Maandelijks aandeel van zonnestroom productie in de jaaropbrengst

Bron:
Maandelijkse uitlezingen van alle 13 OK4E-100 micro-inverters bij Polder PV, en daarvan afgeleide percentages


2 januari 2019: Zonnestroom productie PV installatie Polder PV in 2018 - zeer hoog, maar niet het hoogst. In tegenstelling tot 2017, wat als "matig productief" zonnejaar in de boeken is gekomen, heeft 2018 menig (nieuwe) zonnestroom producent verrast. Voor de meeste relatieve nieuwkomers was het een absoluut record jaar. Zoals u in de maandelijkse rapportages van Polder PV heeft kunnen lezen (laatste van november 2018), was het ook voor onze oude PV installatie een uitzonderlijk goed jaar. Maar het zeer zonrijke jaar 2003 wist nog met vlag en wimpel voor 2018 te blijven in onze productie historie sedert het jaar 2000. Dit artikel laat enkele van de harde data (tabellen, grafieken) zien over het byzondere jaar 2018.

Eerst de productie in december. Dat was qua aantal gemeten zonne-uren een "normale" (december) maand volgens het KNMI, gemiddeld genomen over het hele land: "De zon scheen deze maand gemiddeld over het land ongeveer 48 uur terwijl het langjarig gemiddelde 49 uur is". Waarbij de laatste jaren altijd de officiële referentie periode het gemiddelde over de periode 1981-2010 is. De productie resultaten van onze oude PV installatie, ongeveer 7 kilometer landinwaarts van de Zuid-Hollandse kust, zijn weergegeven in de eerste tabel:

In totaal hebben al onze (14 oude) zonnepanelen 21,2 kWh opgewekt in december 2018. Dat is een forse 54% meer dan in december 2017. Maar die gaf toen ook de laagste opbrengst tot nog toe voor die toch al sombere maand te zien. In de laatste kolom staat de berekende specifieke opbrengst in kWh/kWp voor december 2018 weergegeven. De kleurcodes geven de verschillende deelgroepen in ons kleine systeem weer. 6x 108 SSE (violette band) is een cumulatie van de twee daarboven weergegeven subgroepjes (rood en oranje). De gifgroene band onderaan betreft ons langst aanwezige, uit 10 panelen bestaande deelsysteem (4x 93 SSE lichtblauw + 6x 108 SSE violet). De vier in de achterste rij staande oudste 108 Wp modules doen het zoals gebruikelijk "het slechtst" (10,8 kWh/kWp), deels vanwege partiële beschaduwing in de wintermaanden als het zonnig is (laag staande zon > schaduwen van voorste rij), en omdat er waarschijnlijk wat minder goed werkende micro inverters en/of hogere systeem verliezen zijn in deze subgroep. Twee 108 Wp panelen staan pal op zuid gericht (langdurig experiment, donkergroene band), en halen op de Kyocera's na de hoogste opbrengst (18,9 kWh/kWp). De best performers blijven onze laatste aanwinsten, de twee "50 Wp" Kyocera modules (geflashte waarde totaal 98,3 Wp), die in serie op een OK4 omvormer zijn geschakeld, en die 20,8 kWh/kWp productie gaven te zien in de laatste maand van vorig jaar (lichtgroene band bovenaan).

Als we het laatste data punt voor het langjarige kernsysteem (1,02 kWp), december 2018, rechts onderaan in de grafiek bekijken, zien we een licht ondergemiddelde opbrengst ten opzichte van het lang-jarige gemiddelde (zwarte curve). De afwijking is echter gering, wat in de brede range van prestaties wegvalt (alle december producties van 2001-2018 gestapeld te zien onder kolom december; in 2000 waren in december nog maar 4 panelen aanwezig, dus dat jaar telt niet mee voor de vergelijking). Het was, met 15,073 kWh, 2% lager dan het langjarig gemiddelde, 15,384 kWh (gemiddelde specifieke opbrengst = 15,1 kWh/kWp in december).

In bovenstaande grafiek is alleen van de laatste vier jaar, 2015, 2016, 2017, resp. 2018, de zonnestroom opbrengst per maand getoond, en het langjarige gemiddelde (dikke zwarte lijn), om de opvallende verschillen beter te zien (wederom van de 1,02 kWp deel-installatie). 2015 had een vrij regelmatige productie curve die vooral in de belangrijke voorjaar / voorzomer periode opvallend goede, bovengemiddelde opbrengsten liet zien. 2016 had fors tegenvallende resultaten in april, en vooral, in de volledig verzopen juni maand (toen ook een verschikkelijke mega-hagelstorm veel schade heeft aangericht aan o.a., talloze PV installaties in oostelijk Noord-Brabant en noordelijk Limburg). Maar leefde vanaf juli weer langdurig op, met continu bovengemiddelde maand producties, waarbij vooral de prachtige, "zomerse" september maand opviel (toen fietsten we in Noord Nederland onder een zinderende "herfst" zon, en met bijna "subtropische" temperaturen). 2017 begon met een "spectaculair zonnige" januari, viel toen echter meteen zwaar tegen in februari, en kon nog even een bovengemiddeld resultaat in maart laten zien. Maar daarna was het "grijs gemiddeld" tot "bar slecht" in augustus tot en met oktober. Even "gemiddeld" in november. Tot een "absolute dieptepunt" in december van dat jaar, helemaal rechtsonder te zien, en dik 33 procent onder het langjarige gemiddelde voor die maand liggend (10 t.o.v. 15 kWh).

2018 is, wat de maand producties betreft, zeer grillig verlopen t.o.v. de hiervoor genoemde jaren, en sterk a-typisch t.o.v. de langjarige gemiddelde reeks (zwarte curve). Februari gaf een bizar hoog resultaat voor deze wintermaand (71 kWh, 65%! hoger dan langjarig gemiddelde van 43 kWh). De output was zelfs nog wat hoger dan de normaliter veel meer zonneschijn hebbende voorjaars-maand maart. Die was juist fors ondermaats, evenals april. Dan volgden een mooie maand mei, een gemiddelde juni, waarna een "bijna record" juli de slagroom op de taart voor het jaar opleverde: 145 kWh voor het 1,02 kWp systeem. Dat is 18% hoger dan het langjarige productie gemiddelde voor dit deelsysteem in die maand. Augustus was matig / ondergemiddeld, maar de drie nazomer maanden september, oktober en november lieten (ver) bovengemiddelde producties zien. Het jaar sloot af met een iets ondergemiddelde december maand.

Met name de hoge producties in juli en, in iets minder mate in mei, maakt, in combinatie met een gemiddelde juni opbrengst in 2018, dat de langjarig gemiddelde opbrengst curve weer een kleine "dip" vertoont bij juni. Als die maand uitzonderlijke productie zou laten zien, bij "relatief matige" mei en juli opbrengsten, kan dat verschil de komende jaren weer ietwat worden recht getrokken. Maar al jaren lang zijn de maandproducties in deze 3 "zomerse" maanden vergelijkbaar. De reden is waarschijnlijk te zoeken in hoge instraling en nog vrij matige lucht temperatuur in mei, en een vrij hoge hittestress factor voor onze installatie in de zomermaanden juni en juli, die zeer hoge opbrengsten drukt. In augustus is de zonneschijnduur al flink aan het afnemen, dus die haalt niet het niveau van voornoemde drie maanden.

Jaarproductie 2018

Uiteraard is inmiddels ook de totale jaarproductie van alle deel-systemen bij Polder PV bekend. U vindt ze hier onder in het overzichtje:

In totaal hebben onze antieke, 14 zonnepanelen, dankzij met name de zeer hoge producties in de relevante maanden mei en juli, de fraaie nazomer periode, én een uitzonderlijk zonrijke februari, een hoge productie laten zien van bijna 1.275 kWh (onderste regel in de tabel). Dat is 97 kWh (8,2%) meer dan het wat tegenvallende voorgaande jaar 2017, toen 1.178 kWh werd geproduceerd . NB: dit is exclusief het "mobiele reserve paneel", waarvan de totale productie niet wordt gemeten aangezien het om incidentele opwek gaat. Genormeerd over de totale systeem capaciteit van die 14 panelen (1.334,3 Wp) komt dit neer op een hoge specifieke opbrengst van 956 kWh/kWp.jr. Ondanks de hoge ouderdom van een groot deel van onze installatie, is dat aanzienlijk meer, 9,3%, dan de "standaard nieuwe rekenfactor" waar de Universiteit van Utrecht in maart 2014 mee kwam, 875 kWh/kWp.jaar, ook geldend voor compleet nieuwe installaties (Webarchive link).

De achterste vier, in de winter partieel beschaduwde 108 Wp panelen (oranje band) blijven de zwakste schakel in het systeem, met slechts 909 kWh/kWp.jaar in 2018, maar nog steeds ver boven de hierboven genoemde "nieuwe norm" van Univ. Utrecht. De vier oudste, in de voorste rij staande panelen (4x 93 SSE, lichtblauw, netkoppeling 13 maart 2000, dus eind 2018 al 6.867 dagen "draaiend") blijven zonder meer zeer goed presteren (965 kWh/kWp.jaar in 2018; 10,2% boven "nieuwe norm"). Op 12 oktober 2001 was het "kern" systeem, de 1,02 kWp installatie met 10 panelen (felgroene band), up and running, en heeft eind 2018, 6.289 dagen later, ook een bovenmatige prestatie laten zien, 944 kWh/kWp.jr in 2018 (7,9% boven "nieuwe norm").

De laatste toevoegingen (netkoppeling 19 april 2010), de 2 kleine Kyocera modules, in serie geschakeld op 1 OK4 omvormer (lichtgroene band), blijven de toppers in onze installatie. In 2018 haalden deze kleine paneeltjes van Japanse makelij gezamenlijk een zeer hoge specifieke opbrengst van 1.041 kWh/kWp.jaar (bijna 19% hoger dan het eerder genoemde "nieuwe kengetal" van UU voor Nederland). Het lag 8,6% boven de 959 kWh/kWp die in 2017 werd gehaald. Nota bene: ook deze 2 kleine paneeltjes zijn aangesloten op een voor moderne maatstaven zeer inefficiënte OK4 micro inverter, die beslist geen hoger (commercieel) omzettingsrendement zal hebben dan 92%. En die dan ook aardig heet zal worden in de - voor de jaarproducties - zeer belangrijke zomer periode.

Als we weer van ons 1,02 kWp kern-systeem uitgaan, en de totale zonnestroom productie van alle voorgaande jaren naast elkaar zetten, zoals in bovenstaande grafiek, zien we wat iedereen natuurlijk al aan voelde komen: 2018 is voor onze installatie weer een uitzonderlijk goed jaar geweest, maar bij lange na niet een record jaar. Dit, in groot contrast tot 2017, wat juist een zeer matig jaar was bij de jaarproductie (op 2 na slechtste in de reeks vanaf 2002).

Met 963 kWh productie was 2018 in de reeks vanaf 2002 (eerste volledig bemeten kalenderjaar met 10 panelen kern-systeem), het op 1 na beste "normale" jaar (2010 wordt bij Polder PV niet meegerekend, toen was in oktober het complete systeem wegens een dakrenovatie van het net gekoppeld, en was dat dus niet een "representatief jaar" te noemen). Met alle representatieve jaren bij elkaar gerekend (2002 tm. 2018 minus dak renovatie jaar 2010), is het langjarige gemiddelde inmiddels gekomen op 928 kWh, 1% hoger dan het jaargemiddelde tm. 2017. Dit is weergegeven in de oranje kolom achteraan en de horizontale zwarte lijn. Het gemiddelde was historisch bezien al flink opgekrikt door de absurd hoge productie van 1.070 kWh, in zonnestroom record jaar 2003. Een jaar wat nog steeds eenzaam aan top staat, met een 11% hogere opbrengst dan in 2018. En zelfs dik 15% hoger dan het langjarige gemiddelde in de periode 2002-2018. 2018 ligt op een niveau 3,8% hoger dan de gemiddelde productie in 2002-2018. En is dus nog wat verder uitgelopen t.o.v. numero 3, 2009 (948 kWh), die op een 1,6% lagere output bleef steken t.o.v. 2018.

In de grafiek worden ook weer 2 andere lijnen getoond. De bruine geeft de voor een 1,02 kWp berekende "verwachting" die het CBS jarenlang (tot 2011) heeft gehanteerd voor Nederlandse zonnestroom systemen, wat ik destijds al een absurd lage verwachting vond, van 700 kWh/kWp.jaar. Terug gerekend naar een 1,02 kWp installatie komt dat neer op een (destijds) verwachte absolute productie van slechts 714 kWh/jaar. U ziet dat al onze jaar producties daar extreem ver boven liggen, dus mijn protesten dat die verwachting ver bezijden een acceptabele waarheid lagen blijken al die tijd goed gefundeerd. De blauwe lijn is de "aangepaste verwachting" op basis van het hierboven gelinkte artikel van Copernicus Instituut van de Universiteit van Utrecht. Wat sedert 2011 uitgaat van een haalbare specifieke opbrengst van 875 kWh/kWp.jaar in Nederland, wat voor een 1,02 kWp installatie neerkomt op een jaarproductie van gemiddeld 893 kWh. U ziet echter, dat onze oude installatie over een langjarig gemiddelde nog steeds véél beter presteert. En wel 6% beter. Uiteraard is het genoemde getal een nationaal gemiddelde, en ligt het systeem van Polder PV relatief dicht bij de zonrijke kust. Maar aan de andere kant, is het systeem van Polder PV antiek, bevat het inefficiënte, compleet achterhaalde micro inverters, zijn er lange kabel lengtes met diverse extra systeemverliezen genererende "knooppunten", en heeft het oude zonnepanelen met een zeer lage omzettings-efficiëntie (10-11,5%). Derhalve mag verwacht worden dat een "gemiddelde moderne PV installatie" in Nederland veel beter zal presteren dan ons systeem. Daarom ben ik van mening dat ook het "nieuwe kengetal" van UU nog steeds te conservatief is.

Specifieke opbrengsten Duitsland

In Duitsland wordt voor rooftop installaties door het energie onderzoeks-instituut House of Energy Markets & Finance, in het trend-scenario, gerekend met een haalbare gemiddelde specifieke opbrengst van 885-933 kWh/kWp.jaar (2017-2023). Er zijn ook nog minimum en maximum scenario's vastgesteld, die neerkomen op ranges tussen 827-909, resp. 909-941 kWh/kWp.jr. Voor meestal zeer efficiënt presterende grondgebonden zonneparken liggen de scenario's op nog hogere waarden, voor het trend-scenario op 967-1.029 kWh/kWp.jr. Als de totale volumes in Nederland in toenemende mate door grote zonneparken beïnvloed gaan worden, gaan die een steeds zwaarder stempel op de te verwachten gemiddelde specifieke opbrengst voor alle installaties zetten. Het betreffende, uitvoerig gedocumenteerde rapport is een van de basis documenten voor het berekenen van de - blijvend politiek gevoelige - EEG Umlage die bij de oosterburen als heftige opslag wordt geheven over elke kilowattuur die wordt verbruikt. Ook al is zonnestroom reeds jaren geen "kostendrijvende" factor meer voor die Umlage (diverse artikelen in Photon). In 2019 word de EEG Umlage in Duitsland 6,405 Eurocent/kWh ex btw. Dat was in 2018 nog 6,792 €ct/kWh, dus een verlaging van 5,7%.

Productie Polder PV in perspectief

Is onze hoge jaar opbrengst in 2018 "byzonder", of representatief voor een grotere populatie? Daarvoor heb ik - voorlopig - 2 mogelijke bronnen geraadpleegd.

Ten eerste het systeem van collega Wouterlood aan de andere kant van Leiden, die ook al sedert 2001 maand productie bijhoudt, o.a. van zijn oude Shell Solar setje van 6 panelen. Die installatie produceert altijd al veel minder dan het systeem van Polder PV, wat vrij uitzicht heeft (geen bomen e.d.), dichter bij de zonrijke kust ligt, en bij eventuele (doch de laatste jaren zelden meer optredende storingen), makkelijk en snel hersteld kan worden. Floris z'n deel-systeem kwam voor 2018 op een zéér magere 422,6 kWh, waarbij hij er van uitgaat dat het 95 Wp panelen betreft (6 panelen: 0,57 kWp). Derhalve: een uitermate povere opbrengst van 741 kWh/kWp in dat jaar, in een gemeente die niet ver van de kust af ligt. Bovendien: het is zelfs mínder dan in het veel instralings-armere 2017, toen 427,8 kWh werd geproduceerd. Kennelijk is er iets niet helemaal OK daar, bij onze collega in Leiden, want die productie had veel hóger moeten zijn in 2018, gezien de zeer hoge instraling in vergelijking met 2017.

Ten tweede Sonnenertrag, cq. haar Nederlandstalige equivalent Zonnestroomopbrengst.eu. Het data portal leek even aan de AVG complicaties ten onder te gaan, maar is onder de bezielende leiding van Photovoltaikforum weer herstart (artikel van 1 nov. 2018).

In bovenstaande plaatje drie curves van specifieke jaaropbrengsten (in kWh/kWp.jaar) voor ons kernsysteem (Polder PV 1,02 kWp: "flachlander"). De eigen productie in oranje, het gemiddelde van de installaties voor de provincie Zuid-Holland (steenrood), resp. het gemiddelde voor alle installaties in Nederland in dat portal, waarvoor "bereinigte data" voorhanden zijn (alle systemen met onvolledige jaarproducties uit de data set gegooid, blauw). Hier aan zien we dat de specifieke jaar opbrengst voor 2018 bij onze installatie een behoorlijk stuk lager lijkt te liggen dan bij de provincie of in NL. Maar er zijn nog maar 30 installaties met "bereinigte Daten" gebruikt voor onze provincie. En er is een installatie in Noord Brabant waar evident iets goed fout is gegaan bij de ingave, die zowel het provinciale, als zelfs het Nederlandse gemiddelde extreem omhóóg pusht. Zie de sterk afwijkende opbrengst voor Noord-Brabant in dit overzicht, terug te voeren op een enorme input fout bij de juni 2018 ingave van installatie "Greenwood (5,145 kWp) Tilburg". Die fout moet er nog worden uitgehaald. De verwachting is, dat de historische lijn in de specifieke opbrengsten van onze oude installatie (iets onder gemiddeldes voor ZH en NL als geheel, weergegeven in de grafiek) gecontinueerd zal (blijken) te worden, als er een voldoende grote dataset zal zijn opgebouwd voor 2018 met complete én kloppende inputs.

Onze installatie stond in het jaar 2001 als 1 van de weinige in de hele provincie vermeld op dat portal. In 2018 waren het er al 64, de meesten daarvan van recentere leeftijd. De opbrengsten voor 2017 laten zien, dat Nederland veel lager in de rating staat dan bij de eerste "jaar resultaten" voor 2018, wat ook een veel logischer plek is, zelfs er van uitgaand, dat 2018 een gemiddeld zeer hoog instraling niveau heeft gekend. Mijn verwachting is dan ook dat 2018 veel sterker genormaliseerd zal worden, als de data bijgewerkt en aangepast zullen gaan worden.

NB: de "dip" in de curve van Polder PV in 2010 is het gevolg van de afkoppeling van het systeem in oktober dat jaar (dak renovatie). Lage productie resultaten voor Nederland en Zuid Holland rond 2008 liggen waarschijnlijk aan het nog bescheiden aantal installaties in de database (toen nog 65 stuks), en een mogelijk hoog aandeel van oude "knutsel" resp. DHZ systeempjes met allerlei problemen / lage efficiënties. Dat is vanaf 2011 zo'n beetje "recht getrokken", toen de grote commerciële "boom" met gemiddeld goede installaties (toen nog met name residentiële markt) begon. Ook duidelijk uit deze selectie is, dat de gemiddelde specifieke opbrengst zeker de laatste jaren hoger ligt dan 875 kWh/kWp.jaar. Gemiddeld over de jaren 2010 tm. 2017 lag het landelijk op 897 kWh/kWp.jaar. Hierbij ook nog de kanttekening, dat commerciële installaties, die door de bank genomen op zo hoog mogelijke efficiëntie zijn uitgelegd, zelden zijn te vinden in portals als Sonnenertrag. Daar wordt dus gemiddeld genomen een "sub-optimale" deel-populatie van het totaal aan systemen getoond. In totaal staan er weliswaar inmiddels, na de nodige uitval, 546 installaties (jaar eerder nog 660 stuks) in het portal, maar aangezien we in december 2018 mogelijk al ver over de 576 duizend adressen met PV installaties hadden in ons land, is dat maar een zeer kleine fractie van het totaal, minder dan 0,1% ...

Bron:
Maandelijkse uitlezingen van alle 13 OK4E-100 micro-inverters bij Polder PV en geciteerde bronnen

Zie ook:

"Jaarproductie zonnestroom in Nederland. 2018 overtreft recordjaar 2003 !!!". Siderea.nl, 2 januari 2019. "2018 is het nieuwe recordjaar en stoot daarmee het oude recordjaar 2003 van de troon. In het hele land werden records gebroken met uitzondering van de (uiterst) westelijke kuststrook. De productie in 2018 was ruim 15% hoger dan het langjarige gemiddelde (1991-2010). In het oosten van het land zelfs 20% hoger. Voor meer informatie, zie de LOB jaaropbrengst 2018 en vergelijk met de LOB jaaropbrengst uit 2003." (NB: in de kuststreek zijn de waarden voor 2018 voor "optimale oriëntatie" nog steeds hoger in 2003 dan in 2018, bij de meeste andere locaties en sub-optimale oriëntaties laat 2018 juist de hoogste waarden zien).

"2018 was droomjaar voor zonnepaneel-eigenaren: opbrengst tot 25% hoger". Universiteit Utrecht, 2 januari 2019. "De landelijk gemiddelde meeropbrengst in 2018 t.o.v. 1981-2010 is 18,9 procent". Leuk weetje, maar de meeste eigenaren van zonnepanelen hebben pas sinds enkele jaren zonnepanelen, en hebben dus geen enkel referentiekader wat zo ver terug gaat (dat hebben ze zelfs in vroeg beginnend Duitsland niet, op een paar antieke PV systeempjes na). Artikel met diverse berekeningen en extrapolaties in kaartvorm. Als Polder PV 2002 tm. 2010 als "beperkt referentiekader" zou nemen voor daadwerkelijk fysiek gemeten opbrengsten voor het 1,02 kWp deelsysteem (930,8 kWh), zou de productie in 2018, 963,3 kWh, slechts 3,5% hoger zijn dan in die relatief korte referentie periode. Uiteraard is de invloed van "recordjaar" 2003 hier een dominante factor, die het verschil met 2018 relatief klein maakt. Sowieso zouden de "prehistorische" omvormers uit vorige eeuw waarschijnlijk al lang het loodje hebben gelegd, en is de vraag wat er van eventuele pionier installaties uit vorige eeuw nog daadwerkelijk aan het net hangt. Die zijn waarschijnlijk op een paar handen te tellen. Inclusief deze oude deel installatie van Vossen in Leudal (L.), uit 1994 (Sonnenertrag portal).



25 december 2018: CBS zonnestroom data gereviseerd (2) - uitgebreide grafieken sectie ververst. Op basis van het nieuwe onderzoek van het CBS aangaande de statistieken over de zonnestroom markt in Nederland zijn laat dit jaar, medio december, wederom nieuwe cijfers gepubliceerd. Die de eerder gepubliceerde data op 22 juni (nationale cijfers) en 18 juli (regionale data) dit jaar (analyse PPV) hebben vervangen. Polder PV heeft over de globale nationale statistiek cijfers reeds kort geleden de update doorgevoerd, besproken, en grafisch weergegeven. Als vervolg heeft Polder PV inmiddels een uitgebreide nieuwe grafiek sectie afgerond, met de actuele data op basis van het Open Data overzicht van het CBS. Hierin komen met name ook de lagere gebieds-niveaus aan bod: segmentaties voor provincies, en voor gemeentes. Afgezien van de toevoeging van een toch niet uit te vlakken 30 MWp nieuwe PV capaciteit, voor heel Nederland, zijn er zowel op provinciaal vlak, als op het niveau van gemeentes diverse (meestal bescheiden) wijzigingen opgetreden. Inclusief in diverse rating volgordes.


^^^
Een van de nieuwe PV statistiek grafieken gemaakt op basis van de volledig herziene CBS cijfers.
Verdeling van PV capaciteit per provincie, vervolgd over de jaren 2012 tm. 2017.
Ten opzichte van de update van de zomer 2018 is er voor 2017 30 MWp extra capaciteit bijgeplust.
Zie link onderaan deze introductie, voor meer grafieken, info, en gedetailleerde bespreking.

Deze update bevat een bijna complete revisie van de data gepubliceerd op 22 juni en 18 juli 2018, waarbij 30 MWp extra capaciteit werd toegevoegd aan het eindejaars-volume van het jaar 2017. De cijfers uit de voorgaande jaren bleven ongemoeid.

In de uitgebreide analyse wordt ingegaan op de wijzigingen die zijn doorgewerkt op zowel het vlak van provincies, als dat van gemeentes. Er zouden volgens deze laatste CBS update eind 2017 in totaal 576.340 PV projecten in Nederland staan, met een gezamenlijke capaciteit van 2.904 MWp. Van genoemde totaal aantal zijn al een dominant aantal 524.010 installaties te vinden op woningen, en een relatief bescheiden aantal van 52.330 op bedrijven, instellingen e.d. ("niet-woningen"). Een verhouding van 10 : 1. Bij de opgestelde capaciteit is de verhouding veel meer in balans, wat de grote schaalvergroting van de geïnstalleerde volumes in de sector "niet-woningen" goed weergeeft: 1.671 MWp op woningen, 1.233 MWp op bedrijven e.d. (factor 1,4 : 1).

Op gemeentelijk niveau zijn diverse verschuivingen zichtbaar, de meeste niet zeer groot. Wel opvallend is de flinke daling van gemeente Haarlemmermeer (NH), bij de opgestelde capaciteit, vermoedelijk vanwege een wijziging bij de toewijzing van het zonnepark Groene Hoek naar 2018 i.p.v. 2017. Gemeente Ommen (Ov.) is bij de factor "opgestelde capaciteit per inwoner" opeens verschenen in de top-25 rating voor 2017, en wel op de 16e plaats. Dit ging ten koste van gemeente Aa en Hunze (Dr.), die daardoor net buiten die nieuwe top-25 is gevallen.

Bij de aantallen PV projecten blijft, eind 2017, de gemeente Utrecht kampioen (8.178 installaties), bij de geaccumuleerde capaciteit met stip gemeente Noordoostpolder (Fl., 50,5 MWp). Bij een belangrijke parameter, opgestelde capaciteit per inwoner, is het nog steeds Ameland (Fr.), met 1,86 kWp/inwoner. Op dit punt hoog in de ratings voorkomende gemeentes hebben zonneparken, en/of er is veel activiteit op het gebied van zonnestroom in relatief kleine dorpen. Dit laatste geldt vooral voor gemeentes vallend onder de Waardevermeerdering subsidie regeling in provincie Groningen.

Nog steeds blijken er af en toe statistiek problemen terug te vinden in de nieuwste cijfers van het CBS, die niet lijken te rijmen met de realiteit.

De grafische statistiek pagina wordt afgesloten met een kaartje van de verdeling van de aantallen PV installaties over de Nederlandse gemeentes, voor de jaren 2012, 2015 en 2017*.

Polder PV duidt waar mogelijk de trends en de afwijkingen, en legt uit wat de grafieken ons zoal vertellen. De complete verzameling, de nieuwe "ultimate CBS update", vindt u via onderstaande link op een aparte webpagina. Deze heb ik ook direct vanaf de homepage gelinkt, omdat hierin "de meest actuele" CBS cijfers zijn te vinden voor zonnestroom.

CBS & zonnestroom NL - nieuwe statistieken. Evolutie PV installaties per provincie & per gemeente tm. 2017. Status update 21 december 2018

 


21 december 2018: Nieuwe update zonnestroom statistiek CBS - marginale aanpassingen, eind 2017 2.903 MWp; jaargroei 768 MWp & korte vooruitblik. Wederom heeft CBS nieuwe cijfers gepubliceerd die betrekking hebben op de evolutie van o.a. zonnestroom capaciteit tot en met het reeds lang vervlogen jaar 2017. De aanpassingen zijn marginaal, wel is het eindejaars-accumulatie cijfer voor 2017 redelijk in de buurt gekomen van het begin 2018 gepubliceerde, volledig nieuw tot stand gekomen cijfer in het Nationaal Solar Trendrapport. De jaargroei voor 2017 wijkt echter significant, in negatieve zin, af van het cijfer gepubliceerd in dat rapport. De energie productie data gebaseerd op de nieuwe volumes zijn herberekend en alleen de laatste 2 jaren hoger dan de oudere cijfers. Polder PV vergelijkt de oude met de nieuwste (nog steeds niet definitieve) cijfers, en werpt een voorzichtige blik op het potentiële volume wat eind 2018 op het net kan zijn gekoppeld op basis van de meest recente inzichten.

Voor diegene die op 6 december jl. "The Solar Future NL Networking Event" heeft bezocht in Utrecht (informele voorbeschouwing voor door Solar Plaza georganiseerde Solar Future conferentie op 13 juni a.s.) is het al geen verrassing meer. Een medewerkster van het CBS gaf daarbij al aan dat er nieuwe cijfers zouden worden gepubliceerd. Dat is gisteren, 20 december 2018, geschied. De cijfers zijn geen verrassing, maar geven een marginale verhoging van reeds eerder bekend geworden getallen. Dit jaar zijn eerder al vier updates verschenen (overzicht zie voorlaatste update van 31 juli 2018), dit is de vijfde. CBS geeft aan dat deze update "de definitieve cijfers tot en met 2016 en nader voorlopige cijfers voor 2017" bevat. Met betrekking tot de huidige update stelt het CBS:

"De cijfers over het verbruik van hernieuwbare elektriciteit in 2017 zijn bijgesteld, waarbij het verbruik van elektriciteit uit waterkracht, wind en biomassa met de status definitief in de tabel zijn opgenomen. De cijfers over het aandeel in het totale elektriciteitsverbruik in 2017 zijn nog niet definitief omdat de cijfers over het totale elektriciteitsverbruik nog kunnen worden gewijzigd.
Vanaf 2012 zijn de cijfers over zonnestroom gereviseerd wegens het in gebruik nemen van een nieuwe methode (zie: 4. BRONNEN EN METHODEN). Door deze revisie zijn ook de totaalcijfers over hernieuwbare elektriciteit vanaf 2012 veranderd."

Over die compleet nieuwe onderzoeks-methode heeft Polder PV eerder al het nodige gezegd, zie daarvoor de beschouwing van 30 mei dit jaar. Hier onder volgen de laatste cijfers, vergeleken met 2 voorgaande updates ("oude methode" 30 mei, en eerste resultaten "nieuwe methodiek", 22 juni). Eindejaars-accumulaties (EOY) worden getoond, in een aparte grafiek de daar uit afgeleiden jaargroei cijfers (YOY). Vervolgens wordt de nieuwe, eindelijk aangepast berekende zonnestroom productie met de nieuwste inzichten getoond, en het aandeel op de bruto stroom consumptie. Tot slot een grafiek waarbij de nieuwste cijfers worden vergeleken met die begin dit jaar gepresenteerd in het Nationaal Solar Trendrapport 2018 (destijds nog door Good! / Solar Solutions), en daarin ook een voorzichtige vooruitblik voor de mogelijke eindcijfers voor het jaar 2018.


(1) Eindejaars-accumulatie (EOY)

In bovenstaande grafiek de eindejaars- accumulaties in MWp zoals die zijn verschenen in drie opvolgende updates: 30 maart 2018 volgens de "oude systematiek", 22 juni 2018 met de eerste resultaten van de "nieuwe onderzoeksmethode", en tot slot de nieuwste cijfers van 20 december 2018 (ditto).

Nieuwe cijfers lijken slechts pas vanaf 2012 te worden gegeven, gezien de data verschenen in de update van 22 juni dit jaar. De laatste update van 20 december borduurt er op voort, laat de oude cijfers tm. 2011 ongemoeid, en laat bijna identieke recente eindejaars- cijfers zien. Behalve voor twee jaren: EOY 2014 wijzigde t.o.v. de voorgaande update van 1.008 in 1.007 MWp. 2015 en 2016 bleven ongewijzigd, maar de grootste wijziging vond - uiteraard - in 2017 plaats. Daarvoor zijn de cijfers als volgt aangepast in de laatste 3 updates: 2.864 > 2.873 > 2.903 MWp. Met genoemde 2.903 MWp, EOY 2017 (1% hoger dan het voorgaande eind cijfer), is het CBS al aardig in de buurt gekomen van het destijds nog "opmerkelijke" eind cijfer voor dat jaar in het Nationaal Solar Trendrapport 2018 (commentaar van Polder PV vindt u in de beschouwing van 26 januari 2018). Dat was destijds 2.914 MWp, wat ik toen behoorlijk hoog vond. CBS zit daar met haar laatste update nu 11 MWp (0,4%) onder. Wel is dat een volume van bijna 40.000 modules, als je uitgaat van "gemiddeld 278 Wp voor een paneel geleverd in 2017" volgens hetzelfde NSTR rapport. Dat lijkt binnen foutmarges te kunnen liggen, gezien de onzekerheden die nieuwe onderzoek-methodieken sowieso met zich mee zullen brengen. Immers, ook de methodiek van het NSTR was volkomen nieuw, ge-ent op onderzoek aan verkochte volumes ondersteunings-materialen, de "BOS" ("Balance-Of-System" van PV installaties).

Gezien de convergentie in het eind resultaat van de twee geheel verschillende methodes, lijkt het dus vooralsnog redelijk veilig om aan te nemen dat er eind 2017 "ruim 2,9 GWp" aan PV capaciteit geaccumuleerd zal zijn. Alleen een nationaal register, met verplichte registratie, kan definitief uitsluitsel geven "hoe veel meer" dan die 2,9 GWp het is geweest. Maar dat lijkt voorlopig nog slechts een natte droom (van hogerhand geen belangstelling voor, en "nogal" wat haken en ogen opleverend gezien het al enorme geaccumuleerde volume).

De oudere cijfers gebaseerd op de oude onderzoeks-methode (20 maart 2018) lijken vooral voor de eerdere onderzochte jaren (2012-2014 iets te hoog te zijn geweest) t.o.v. de 2 updates met de nieuwe onderzoeks-methode. Voor 2015, 2017 en, vooral, 2016, lijken ze juist weer (veel) te laag. Die oude cijfers kunnen inmiddels wel bij het oud papier.


(2) Jaargroei cijfers (YOY)

Als we bovenstaande EOY cijfers accepteren, kunnen we eenvoudig de jaargroei volumes berekenen. Aangezien we niets weten over afgevoerde installaties, waarover in het verleden slechts gissingen werden gedaan, zonder fundamenteel, en diep gravend onderzoek, gaan we uit van het verschil tussen de EOY cijfers van twee opvolgende jaren om die YOY cijfers te bepalen. We moeten daarbij accepteren dat de jaargroei kleiner geweest kan zijn, als er substantiële volumes blijken te zijn afgevoerd (hopend dat alles via een keurige recycling richting het PV Cycle circuit zal zijn gegaan). Dan krijgen we de volgende grafiek.

Bij de afgeleide jaargroei cijfers zien we wat grotere verschillen ontstaan. Dat komt natuurlijk omdat het een verschil betreft tussen 2 EOY cijfers, die elk zowel naar boven of naar beneden aangepast kunnen zijn geweest bij de revisies. Het jaargroei cijfer voor 2012 is voor de update van 30 maart sowieso niet betrouwbaar, omdat toen nog niet bekend was of er nog een revisie van EOY 2011 zou volgen. Dat is echter niet geschied in de meest recente update, wat betekent dat genoemd cijfer sterk afwijkt (veel hoger is) dan het uiteindelijk "resultaat" middels de nieuwe onderzoeks-methode. De laatste update komt voor dat jaar slechts op een groei van 138 MWp, waar dat in de cijfers van 30 maart nog 220 MWp was. Een heftig verschil van minus 37% ...

Een andere anomalie, maar dan de andere kant op, lijkt 2014 te zijn. Ik heb dat eerder al gesignaleerd, dat de aanvankelijk gedachte forse "dip" in de jaargroei dat jaar, feitelijk niet meer lijkt te bestaan met de cijfers tot stand gekomen volgens de nieuwe onderzoeks-methodiek: het oude cijfer van 302 MWp is nu vervangen door 357 MWp in de 20 december update (1 MWp lager dan in de eerste revisie met de nieuwe methode, en ruim 18% hoger dan het oudste cijfer). En dat is slechts 6 MWp lager (1,7%) dan de jaargroei in 2013 volgens de nieuwste cijfers (363 MWp). Ergo, voor 2014 kunnen we inmiddels eerder spreken van een "flat-year", of "stabilisatie van de groei": een jaar met vrijwel dezelfde groei als in het voorgaande jaar. Waarna de "echte groei" pas is begonnen, in de jaren 2015 tm. 2017 (en natuurlijk, dat weten we ook al heel lang, met 2018 hors categorie, een nieuw recordjaar qua groei in wording).

Wat het laatst getoonde jaar betreft, 2017, is de anomalie wederom opvallend. Het oude jaargroei cijfer was nog 815 MWp, dat werd fors neerwaarts "gecorrigeerd" in de update van 22 juni (nieuwe onderzoeks-methode, 738 MWp), maar toch weer behoorlijk, met een volume van 30 MWp, opwaarts bijgeplust tot 768 MWp in de update van 20 december. Het verschil t.o.v. de update van 30 maart is daarmee 47 MWp "negatief" geworden, een neerwaartse bijstelling van 5,8%.

In de periode 2012 tm. 2017 komen de jaargroei cijfers in vergelijking met die van voorgaand jaar inmiddels met de laatst bekende CBS data neer op het volgende (tussen haakjes verschil in groei t.o.v. groei in het voorgaande jaar):

  • 2012 138 MWp (+134%)
  • 2013 363 MWp (+163%)
  • 2014 357 MWp (-1,2%)
  • 2015 519 MWp (+45%)
  • 2016 609 MWp (+17%)
  • 2017 768 MWp (+26%).

Probleem vergelijk jaargroei cijfer 2017
Vergelijken we dat laatste cijfer nu weer met de geclaimde jaargroei in 2017 in het Nationaal Solar Trendrapport 2018, stuiten we nu wel degelijk op een probleem. Want daar werd als jaargroei 853 MWp geponeerd, wat ik destijds "zeer hoog" vond. Een punt van kritiek, wat met het nieuwste CBS cijfer ook wordt onderbouwd (zelfs als we er van uitgaan dat het nog steeds niet het "definitieve" cijfer hoeft te zijn). Want CBS komt bij die jaargroei voor 2017, ondanks een opwaartse bijstelling t.o.v. de update van 22 juni, nog steeds substantieel lager uit, 85 MWp, een verschil van 10%! Dat is beslist niét met "foutmarges" af te vangen, of met een argument als "te wijten aan twee verschillende onderzoeks-methodieken". Dat verschil is erg groot. Ik heb destijds al laten weten, dat "een" verschil in negatieve zin verklaard kan worden door de talloze grote PV projecten, zowel rooftops, als grondgebonden installaties, zoals destijds Groene Hoek fase I in Hoofddorp. Die wel al deels gebouwd waren (ergo: de "BOS" materialen waren al lang "verkocht" en geïnstalleerd). Maar die (nog lang) niet aan het net waren gekoppeld, of wellicht zelfs voor het jaareinde nog geen zonnepanelen hadden liggen. De frames van Groene Hoek stonden er al in het najaar, de generator werd in delen aangebracht rond de jaarwisseling, en pas definitief in het eerste kwartaal opgeleverd van het nieuwe jaar. En pas dan geldt zo'n groot zonnepark (in dit geval dik 15 MWp !) als "opgeleverd voor de zonnestroom statistieken".

Bij de jaargroei cijfers is er slechts 1 andere - kleine - afwijking t.o.v. de vorige update, in de periode 2014-2015. Daarvan werden de jaargroei cijfers, 358 resp. 518 MWp, in de laatste update marginaal bijgesteld tot 357 resp. 519 MWp.


(3) Berekende zonnestroom productie en aandeel in bruto stroom consumptie

Het CBS heeft eindelijk ook de berekende zonnestroom productie per kalenderjaar ververst. De laatst bekende gegevens, door mij in de bespreking op 30 mei 2018 gepubliceerd, waren fors verouderd. In de huidige update zijn deze, op de laatste 2 jaar na, echter allemaal néérwaarts (!!) bijgesteld t.o.v. die update volgens de "oude onderzoeks-methode". In de reeks 2011-2017 zijn de wijzigingen als volgt (blauw: negatieve wijziging in nieuwe update, groen: positieve wijziging; tussen vierkante haken het wijzigings-percentage t.o.v. de oude waarde):

  • 2012: 226 >> 191 GWh [-15,4%]; 0,19 >> 0,16% aandeel zonnestroom productie in bruto stroomverbruik
  • 2013: 487 >> 410 GWh [-15,8%]; 0,41 >> 0,34%
  • 2014: 785 >> 725 GWh [-7,6%]; 0,66 >> 0,61%
  • 2015: 1.122 >> 1.109 GWh [-1,2%]; 0,94 >> 0,93%
  • 2016: 1.559 >> 1.602 GWh [+2,8%]; 1,30 >> 1,33% (kentering)
  • 2017*: 2.149 >> 2.204 GWh [+2,6%]; 1,79 >> 1,83%

Volgens de CBS reken methodiek, zou er in kalenderjaar 2017 nu dus 2.204 GWh aan zonnestroom zijn geproduceerd, het equivalent van ongeveer 55% van de maximale jaarproductie van kernsplijter Borssele. Gezien de evolutie van de hoogte van de kolommen, en de wetenschap dat 2018 een nieuw (absoluut) record jaar gaat worden (qua bijbouw, maar ook wat zoninstraling betreft voor de meeste regio in NL), zal dat al ver over de 3 TWh kunnen gaan worden in 2018.

Kijken we naar het aandeel op het bruto stroom verbruik, zou zonnestroom in 2017 al op een niveau van 1,83% zijn komen te liggen volgens de meest recente CBS cijfers (0,04 procent punten meer dan in de update van 30 mei). Die nieuwe cijfers kunnen nog steeds wijzigen, zoals reeds in de informatie rubriek bij de behandelde tabel wordt gemeld. Kijken we naar het aandeel van zonnestroom t.o.v. de netto stroomproductie cq. consumptie (na aftrek van eigen verbruik voor - meestal fossiele - installaties), ligt het iets hoger in 2017. Namelijk, op 1,88% (apart weergegeven in de oorspronkelijke CBS bron tabel).

Ook hier is de discrepantie met de berekende waarden in het NSTR 2018 rapport opvallend. Daar wordt namelijk een zonnestroom productie van "9,3 petajoule" (equivalent van 2.583 GWh) voor 2017 geclaimd, wat ruim 17% boven het nieuwe CBS cijfer ligt. Het aandeel op het nationale stroomverbruik voor dat jaar wordt op 2,2% geschat. Ook dat is een stuk hoger, ruim 20% (!), dan het nieuwe CBS cijfer. Zelfs als je het aandeel t.o.v. de "netto" stroom productie zou nemen, kom je nog steeds fors hoger uit in het NTSR 2018. M.i. zijn de cijfers in het NSTR 2018 dan ook te optimistisch gesteld. Zelfs met de wetenschap, dat er nog een update van het CBS zou (kunnen) komen.


(4) Historie CBS versus NTSR 2018, en voorzichtige prognose voor 2018

In deze grafiek, tot slot, de evolutie van de langjarig bijgehouden, en voor recente jaren bijgestelde nieuwe accumulatie cijfers EOY tot en met 2017 van het CBS (in rood), in een grafiek waarvan de vertikale as logarithmisch is weergegeven. In blauw heb ik de van de CBS waarden licht afwijkende EOY accumulaties weergegeven in het NTSR 2018 rapport. Ook heb ik, voor het eerste half jaar van 2018, de eerst gepubliceerde waarde van de aangekondigde detail publicaties ("Dutch Solar Quarterly") van Dutch New Energy Research (DNER, dezelfde Rolf Heynen die ook aan de basis staat van de NTSR rapportages) weergegeven. Dat cijfer werd door media partner Solar Magazine vrijgegeven in een artikel van 7 november 2018. Weergegeven werd een volume van 658 MWp groei in het eerste halve jaar (wat equivalent zou zijn aan 2,3 miljoen zonnepanelen, die dus gemiddeld zo'n 286 Wp zouden zijn geweest, een vrij hoge capaciteit voor "een gemiddelde"). Als we die 658 MWp bovenop het eindcijfer van NTSR 2018 voor 2017, 2.914 MWp, stapelen krijgen we een potentieel van een accumulatie van 3.572 MWp, medio 2018 (open blauw rondje rechtsboven).

Mede op grond van het feit van behoorlijk wat zeer grote, meestal grondgebonden projecten, die in de tweede jaarhelft van 2018 zijn opgeleverd, ga ik er van uit dat de tweede jaarhelft, bij gecontinueerde "normale" (lees: zeer sterke) groei van zowel de residentiële en commerciële markt segmenten, beslist nog meer volume opgeleverd zal moeten hebben. Ik blijf nog steeds bij een scenario van anderhalve GWp groei in 2018, met een waarschijnlijke max. van 1,6 GWp. De "onderkant van de spread" heb ik op basis van het nieuwe cijfer van DNER in combinatie met het NSTR 2018 eind cijfer, gelegd rond de 1,3 GWp mogelijke groei (YOY) in 2018. Deze spreiding leidt uiteindelijk tot een mogelijke eindejaars-accumulatie in 2018 die tussen de twee groene horizontale streepjes, rechtsboven weergegeven, zouden moeten komen te liggen. Dus ergens tussen de 4,2 en 4,5 GWp.

Tot slot

CBS publiceert meer statistieken over energie uit hernieuwbare bronnen. Een deel is een verificatie van eerder gepubliceerde cijfers (ongewijzigd, worden als "definitief" beschouwd: aantallen warmtepompen, diverse windenergie statistieken). Een deel is gewijzigd met kleine veranderingen, die ook als definitief worden beschouwd (biotransportstoffen, biomassa, aardwarmte en bodemenergie). Een ander deel is gewijzigd en wacht nog op definitieve revisie: de overall "hernieuwbare energie" statistiek, verbruik ervan en segmentaties naar techniek, de productie en de capaciteit van de verschillende bronnen (huidige bespreking, waarschijnlijk dus nog niet de laatste), en zonnewarmte en andere detail statistieken. Ik zal me blijven concentreren op de relevante data voor zonnestroom, en mogelijk nog de thermische zuster techniek nader gaan bekijken op relevante nieuwe info.

Cijfers van het CBS zijn altijd "leading". Ze worden in internationale rapportages (o.a. bij IEA) overgenomen. Polder PV blijft derhalve altijd als "officieel referentiekader" de gegevens van het nationale statistiek bureau hanteren.

Bron:

Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen (Gewijzigd op: 20 december 2018; Open Data portal van het CBS)


17 december 2018: Correcties kleinverbruik capaciteit PV installaties & rating gemeentes in netgebied Stedin. In de roerige statistiek geschiedenis rond de opgestelde capaciteit van PV installaties in Nederland is de hoop gericht op, onder anderen, de registraties bij netbeheerders. Als die het cijferwerk niet op orde hebben, kunnen we wel ophouden, bij gebrek aan een officiële nationale registratie van alle zonnestroom installaties in Nederland. Gelukkig is hier wel de nodige verbetering in gekomen, na de nodige problemen rond publicatie "gevoeligheid" i.v.m. registraties van (persoons-)gegevens. Af en toe worden nu wel (weer) updates gedaan van de totale capaciteit en andere data, per netbeheerder. Al is daar helaas weer geen uniforme invulling aan gegeven. Elke netbeheerder trekt daarbij een eigen lijn wat publicatie "ritme", vorm, en inhoud betreft. Waardoor 1 op 1 vergelijken vooralsnog niet mogelijk is.

Stedin, de derde grootste netbeheerder (na Alliander en Enexis), heeft eerder dit jaar reeds de nodige data gepubliceerd. Polder PV heeft deze uitgebreid geanalyseerd en grotendeels grafisch "geduid", in publicaties van 12 maart 2018 (tm. 2017), en, met nieuwe, eerste data voor het eerste halve jaar van 2018, van 20 augustus 2018. Zie voor die publicaties voor uitgebreid commentaar op genoemde cijfers.

Er is al een tijdje een nieuwe tabel voorhanden met data voor alleen de geaccumuleerde PV capaciteiten bij de kleinverbruik aansluitingen (KVB) van Stedin, met een status update van 10 oktober 2018. Ik ga hier onder kort in op enkele aspecten n.a.v. die nieuwe tabel.

Hierbij moet uiteraard beseft blijven worden dat de data die uit het zogenaamde Productie Installatie Register komen, niet volledig zijn. In een survey van luchtfoto's van Rotterdam en Delft bleek van de gevonden PV systemen 25% (van de aantallen installaties) niet te zijn aangemeld op de website energieleveren.nl, volgens de netbeheerder. Of dat ook voor het complete verzorgingsgebied zo is, is nog de vraag, maar het "missende" volume is beslist hoog te noemen. Ik heb eerder trouwens al aangegeven dat we ook voorzichtig moeten blijven om dat "percentage" door te trekken naar landelijke cijfers, omdat er beslist forse verschillen in "meldings-bereidheid" in hoog-urbane, en bijvoorbeeld sterk agrarische gebieden kan zijn. In de hier onder gepresenteerde cijfers moeten we dus uitgaan van een minimaal scenario: in werkelijkheid staan er behoorlijk veel méér PV installaties, met name achter kleinverbruik aansluitingen. En is er dus ook meer capaciteit aanwezig dan uit de cijfers blijkt.

Bescheiden correcties KVB volumes

In onderstaande grafiek heb ik de eindejaars-accumulatie cijfers voor KVB aansluitingen voor de drie peildata 6 maart, 20 augustus, en 10 oktober 2018 naast elkaar weergegeven, om de - relatief geringe - verschillen te laten zien.

Goed is te zien, dat zelfs al lang verstreken jaren lichte, of soms wat grotere (2013 ff) correcties hebben gekend, met name tussen de versies van 6 maart en 20 augustus 2018. De correcties in de versie van oktober 2018 zijn t.o.v. de voorgaande van augustus gering geweest. Daarbij valt wel op dat er nog een opwaartse correctie van ongeveer een MWp in 2011 is geweest (7 jaar geleden ...). De status voor medio dit jaar ("H1 2018") is met 5 MWp opgeplust (ruim anderhalve procent verhoging), en is nu (ruim) 331 MWp in de laatste versie. De verwachting is dat er nog wel wat kleine opwaartse correcties zullen gaan volgen in komende revisies van de jaargangen.

Als we uitgaan van de afschattingen van En-Tran-Ce in hun maandelijkse energie productie rapportages, over de (veronderstelde) nationale progressie van PV capaciteit, zou er begin juli 2018, halverwege het jaar, een totaal volume van zo'n 3.350 MWp kunnen zijn geaccumuleerd in Nederland (er wordt daar nog steeds voor 2018 uitgegaan van een - conservatief gestelde - maandelijkse groei van gemiddeld 100 MWp). Stedin zou derhalve op dat moment volgens de combinatie van deze twee cijfers bijna 10% van het nationale volume achter kleinverbruik aansluitingen kunnen hebben gehad. Ook al is de exactheid van dat percentage twijfelachtig (we weten niet nauwkeurig wat het nationale volume was halverwege 2018), het is niet verbazingwekkend, want hun netgebied omvat een groot deel van de dichtbevolkte Randstad (grootste deel van Zuid-Holland excl. het noordelijke deel, en Utrecht). Daarbij komt het nu nog onbekende volume achter grootverbruik aansluitingen, wat hard groeit. De status op peildatum 20 augustus is voor grootverbruik aan het eind van het eerste halve jaar voorlopig vastgesteld op 112 MWp. Dit kan beslist nog wel hoger gaan worden. Recentere cijfers ontbreken nog.

Bij bovenstaande dient ook gemeld te worden, dat de data voor regionaal netbeheerder Enduris, wat heel Zeeland omvat, niet in de cijfers voor Stedin zijn opgenomen. Zie daarvoor een apart artikel gepubliceerd in Solar Magazine (24 sep. 2018). Enduris is, als onderdeel van DNWG, door Stedin Groep medio 2017 overgenomen van de Zeeuwse energiemaatschappij PZEM. 1 van de laatste "final touches" van de grotendeels onder D'66 minister Brinkhorst ingezette "ontvlechting" van netbedrijven en commerciële energie-leveranciers.

Status gemeentes - Utrecht en Amersfoort vechten om de 1e plaats bij KVB


^^^
Klik op plaatje voor uitvergroting (apart tab-blad)

In bovenstaande grafiek zijn de gemeentes van links naar rechts in aflopende volgorde weergegeven van geaccumuleerde capaciteit, medio 2018, volgens de volgorde in de laatste update van 10 oktober 2018. De status voor de kalenderjaren 2011-2017 is telkens met een andere kleur weergegeven. Het verloop tussen de jaren onderling is niet altijd "rechtlijnig". Sommige gemeentes hebben tussentijds wat meer capaciteit toevoeging (bijvoorbeeld als het resultaat van een lokale inkoop actie o.i.d.), en kunnen dan, soms tijdelijk, daarvoor iets beter presterende gemeentes weer inhalen. Vandaar dat de curves wat grillig verlopen. Maar door de bank genomen is de progressie bij alle gemeentes duidelijk, met name bij de grotere exemplaren links in het diagram.

Daarbij moet goed beseft worden, dat de laatste toevoeging (oranje curve) slechts van het eerste halve jaar van 2018 is geweest, wat al een spectaculaire groei heeft laten zien. Hier moet de tweede jaarhelft dus nog "bovenop worden gedacht". Als die groei, voor huidig kampioen Utrecht, met halverwege 2018 al ruim 24 MWp achter KVB aansluitingen geaccumuleerd (een toename van 10,8 MWp t.o.v. het begin van het jaar!) vergelijkbaar zal zijn geweest in de tweede jaarhelft, zou deze gemeente eind 2018 mogelijk al in de buurt kunnen gaan komen van zo'n 35 MWp opgesteld zonnestroom vermogen achter KVB aansluitingen.

Amersfoort, wat er met het Nieuwland project rond de eeuwwisseling vroeg bij was, en waar in 2011-2012 een massale renovatie is geweest door Eneco (aankondiging en basis gegevens, renovatie- en andere foto's, bijdrage van renovatie partij Heijligers), is inmiddels flink opgeschoten, en zal Utrecht "op enige afstand" blijven volgen, met medio 2018 al 20,7 MWp. Het volume bekend bij Amersfoort gerelateerd aan dat van Utrecht is t.o.v. de voorgaande update iets terug gevallen (van bijna 69 naar ruim 68%). Opvallend is dat Den Haag op het vlak van PV capaciteit achter kleinverbruik aansluitingen beduidend achter ligt op bovengenoemd tweetal, met nog maar 15,3 MWp. Dat kan de Residentie toch niet op zich laten zitten, zou je denken...

Rotterdam is een relatieve laatkomer, na een zeer trage start. De havenstad lijkt de laatste 2 jaar aan een inhaal race te zijn begonnen, inmiddels op de vierde plaats eindigend met 14,8 MWp. Dan volgt een relatief diep "gat", waarna, opvallend, Goeree-Overflakkee (GO) de vijfde positie inneemt, met 10,9 MWp, daarbij nog eindigend boven het dichtbevolkte Zoetermeer (ruim 9,7 MWp). GO is natuurlijk een groot Zuid-Hollands eiland, met de nodige (relatief kleine) dorpen, maar als we de hierboven genoemde volumes relateren aan het aantal inwoners, begin 2018 (CBS Statline GO slechts 49.129, Zoetermeer 124.695), zijn de verschillen nog een stuk dramatischer. Goeree-Overflakkee staat bij dat tiental dan ver bovenaan, met 222 Wp/inwoner, gevolgd door De Ronde Venen (178 Wp/inwoner) en Woerden (150 Wp/inwoner). Bij de eerste tien met absoluut bezien de hoogste geaccumuleerde capaciteiten zijn juist de grote gemeentes de lantaarndragers: Utrecht met nog een beslist redelijke 69 Wp/inwoner, Den Haag met 28 Wp/inwoner, en, op dit vlak nog steeds slecht presteerder Rotterdam, met maar 23 Wp/inwoner. Zoetermeer vinden we nog voor Utrecht, met 78 Wp/inwoner, medio 2018.

Nabije toekomst

We gaan de komende jaren zien of en hoe de onderlinge verhoudingen in het verzorgingsgebied van Stedin verder zullen evolueren. Dat hangt van vele factoren af. En, ook zeer belangrijk, de ontwikkeling bij de nog niet bekende / geactualiseerde capaciteits-cijfers achter grootverbruik aansluitingen zal worden gedomineerd door de implementaties van de GWp-en omvattende beschikkingen uit de diverse SDE ("+") regelingen. Die zal een nogal sterk afwijkend beeld geven te zien dan die bij de kleinverbruik aansluitingen.

En daarbij wordt het ook weer een beetje "saai". Want met 2 grote zonneparken van Sunstroom (Enerstroom 1, Melissant, en 2, Ooltgensplaat, met in totaal zo'n 168 duizend zonnepanelen, en waarschijnlijk deze maand nog aan het net), al lang verkocht aan de internationale investerings-groep Encavis (ontstaan uit fusie van het vroegere Capital Stage AG en CHORUS Clean Energy AG), en nog een derde, komend exemplaar van Vattenfall/Nuon (combi met windpark Haringvliet), gaat wederom Goeree Overflakkee ook op het gebied van megawatt-pieken PV vermogen achter grootverbruik aansluitingen, beslist the lead nemen in het netgebied van Stedin. En zal het de komende jaren hoogstwaarschijnlijk met alle realisaties, in combinatie met het relatief bescheiden inwoner aantal, eenzaam op de eerste plaats komen te staan bij het totale Wp vermogen per ingezetene van dat 422 vierkante kilometer grote zonnige Zuid-Hollandse eiland. Als die drie parken eenmaal aan het net zijn gekoppeld, is GO dus met recht als de "Zonnedelta" van onze provincie te beschouwen.

Opgesteld vermogen productie-installaties (Stedin, PV capaciteit bij alleen kleinverbruik aansluitingen, status update 10 okt. 2018)


14 december 2018: CertiQ november rapportage 2. Nieuwe prognose eindejaars-volume 2018. Op basis van de eerste pogingen van Polder PV om het mogelijk geaccumuleerde gecertificeerde PV volume bij CertiQ voor eind 2018 af te schatten, en de net bekend geworden - tegenvallende - cijfers voor november, doe ik in dit artikel een nieuwe poging tot een betere voorspelling. Voor de eerste 5 exemplaren zie artikelen van 6 juli, 23 augustus, 7 september, 3 oktober en 2 november jl.

Net als bij de eerste pogingen n.a.v. de juni, juli, augustus, september, en oktober rapportages, heb ik op basis van de nieuwe, relatief "bescheiden" toevoeging voor november zowel een rechtlijnige (zwart), als een (best-fit 6e graads) polynoom (rood) trendlijn uitgezet. Eerstgenoemde, die door de begin- en eind-waarden van de snelle groei periode is getrokken (juni 2015 resp. november 2018), geeft een "logische minimum waarde" van, eind 2018, grofweg zo'n 1.430 MWp (vrijwel ongewijzigd t.o.v. exemplaar voor oktober). Minimum, omdat er een enorme groei versnelling in die periode heeft plaatsgevonden, zoals weergegeven door de gele kolommen (= data uit maandrapportages CertiQ). Een "logischer" curve is de best-fit 6e graads polynoom (berekend door Excel), die bij gecontinueerde (doch niet "zekere") trend, uit zou komen op een "maximale" waarde van zo'n 1.515 MWp, eind 2018. Laatst genoemd volume is wat láger dan geprognosticeerd op basis van de eerder verschenen cijfers voor oktober, dat is voor het eerst sinds ik deze prognoses ben gaan doen vanaf de zomer dit jaar.

Om aan de voorzichtige kant te blijven, nemen we het midden tussen deze twee uitersten als voorlopige nieuwe extrapolatie voor het te behalen geaccumuleerde volume aan gecertificeerde capaciteit bij CertiQ. Polder PV verwacht nu dus (minimaal) grofweg zo'n 1.470 MWp capaciteit in de boeken bij de TenneT dochter, eind dit jaar. Als ook de - nog zeer onzekere - prognose voor het totale volume van de Nederlandse markt er naast wordt gelegd (voorlopig minimaal 1,5 GWp jaargroei, en eind 2018 mogelijk zo'n 4,4 GWp accumulatie, op basis van extrapolaties vanuit cijfers QIII Alliander), zou dat kunnen betekenen dat het aandeel van CertiQ (bijna gehele volume: SDE gesubsidieerd) op het totaal van die accumulatie mogelijk al ruim 33% zou kunnen gaan worden, eind dit jaar (ongeveer een derde van totale volume). Of dat ook uit gaat komen, zullen we t.z.t. wel zien, als alle cijfers min of meer als "definitief" kunnen worden beschouwd. Er kan beslist nog het een en ander aan die uitgangs-data gaan veranderen. Zie dit s.v.p. dan ook als een "denkrichting", en niet als een betrouwbaar eind resultaat.

CertiQ jaargroei in 2018 mogelijk al richting de helft van nationale volume ?
Uitgaande van de bijgestelde eindejaars-capaciteit voor 2017 in het revisie rapport van CertiQ, 729 MWp, zou een - minimaal - EOY volume van 1.470 MWp eind 2018 kunnen leiden tot een jaargroei van - minimaal - 741 MWp in 2018. Aangezien oude maandrapport cijfers door CertiQ in het verleden altijd later opwaarts zijn bijgesteld, zal het zeer waarschijnlijk worden, dat het gecertificeerde eindejaars-volume ruim zal verdubbelen t.o.v. dat van eind 2017. En zal de jaargroei bij CertiQ, nog slechts 303 MWp in 2017, mogelijk zelfs al zo'n 2 en een half maal zo groot gaan worden in 2018. Dit gaat onherroepelijk betekenen, dat het aandeel van het nieuwe gecertificeerde volume bij CertiQ mogelijk al iets meer dan de helft zal kunnen worden van de totale jaargroei van alle zonnestroom capaciteit in Nederland. Hoe dat uiteindelijk zal gaan uitpakken, zal sterk afhangen van de later bij te stellen, nog lang niet bekende "definitieve cijfers".

In onderstaande tabel de verschillen tussen de EOY 2018 prognoses zoals gedaan op basis van de maandrapportages van juni tot en met november 2018.

trendlijn extrapolaties CertiQ PV volume EOY 2018 (MWp)
Juni
2018
Juli
2018
Augustus 2018
September 2018
Oktober 2018
November 2018
 
Verschil juni - juli (MWp)
Verschil juli - aug. (MWp)
Verschil aug. - sep. (MWp)
Verschil sep. - okt.
(MWp)
Verschil okt. - nov.
(MWp)
 
Verschil juni - nov. (MWp)
Verschil juni - nov. (%)
rechtlijnig
1.180
1.225
1.280
1.325
1.430
1.430
 
45
55
45
105
0
 
250
+21,2%
polynoom
1.425
1.470
1.490
1.505
1.535
1.515
 
45
20
15
30
-15
 
90
+6,3%
gemiddelde
1.303
1.348
1.385
1.415
1.480
1.470
 
45
37
30
65
-10
 
167
+12,8%

Aan de resultaten in bovenstaande tabel is te zien dat er ditmaal voor het eerst in de reeks, vanwege het "tegenvallende" nieuwe resultaat voor november bij CertiQ, een stabilisatie van 21,2% voor de rechtlijnige extrapolatie, en licht neerwaarts bijgestelde 6,3% (okt.: 7,7%) voor de verwachting op basis van een polynoom trendlijn, en 12,8% (okt.: 13,6% voor het gemiddelde van die twee trends is geweest, tussen de voorspellingen gedaan op basis van de cijfers in de juni resp. november rapportages.

In een volgende update zullen we kijken waar de eerste "eindejaars-cijfers" bij CertiQ daadwerkelijk op uit gaan komen. Dit kan beslist nog wat verrassingen opleveren, omdat er nogal wat zonneparken in bouw zijn, en deze mogelijk nog voor het eind van het jaar worden opgeleverd. En mogelijk dus ook nog voor het jaar einde bij CertiQ worden aangemeld om de SDE verplichtingen, én de garanties van oorsprong certificatie van start te doen gaan. Daarbij komt ook nog de wetenschap, dat CertiQ later, reeds gepubliceerde jaarcijfers altijd heeft aangepast. En altijd: in opwaartse richting. Zie daarvoor ook de paragraaf "Eerdere prognose PPV voor jaargroei 2018 wellicht nog 'te conservatief' ?" in de eerste publicatie van Polder PV n.a.v. het eerder verschenen augustus rapport.

CertiQ rapportage bespreking november 2018 - 1: zonnestroom
Prognoses evolutie CertiQ capaciteit 2018 - 2: juni, juli, augustus, september, oktober, november (huidige artikel)
CertiQ rapportage bespreking oktober 2018 - 3: garanties van oorsprong (komt later)

Brondata: CertiQ, uitwerking: Polder PV



13 december 2018: Sterk vertraagd CertiQ maand rapport november 2018 - forse terugval van nieuw toegevoegd volume, maar hoogste aantal nieuwe projecten in 2018. De laatste maand rapportages voor november 2018 zijn pas gisteren gepubliceerd door TenneT dochter CertiQ, terwijl normaliter die publicaties de eerste week van de maand verschijnen. Kennelijk is het ook bij CertiQ erg druk, en/of er waren complicaties bij de te verwerken data opgetreden. Mij is toegezegd dat er scherp op "vreemde" data gelet zou gaan worden die de netbeheerders aanleveren, na de zeer forse correctie die in het september rapport van 2017 moest worden doorgevoerd.

Na de record toevoeging in de oktober rapportage, ditmaal weer even met de voeten terug op aarde, want er is "relatief weinig" volume bijgekomen voor zonnestroom. Dit ondanks een netto toevoeging van 298 nieuwe PV projecten, wat het hoogste maand volume is dit jaar (eerder was dat juli, met 260 nieuwe projecten netto). Desondanks werd er slechts 28 MWp nieuwe gecertificeerde zonnestroom capaciteit toegevoegd binnen 1 maand tijd. Wat juist het láágste maand volume is in 2018. Daarmee werd begin december in ieder geval een geaccumuleerde, gecertificeerde capaciteit bereikt van bijna 1.398 MWp (bijna 1,4 GWp). In dit artikel de grafische en numerieke weergave van de door CertiQ gepubliceerde data. Als vanouds elke maand voor u samengesteld door Polder PV.

In het op 12 december dit jaar over de maand november gepubliceerde maandrapport van TenneT dochter CertiQ worden de volgende data gepresenteerd in historische context.

Wat de maandelijkse toevoegingen (of: tijdelijke afnames) van aantallen installaties betreft in bovenstaande grafiek, rode curve, met als referentie de rechter Y-as, zijn er in november "netto" 298 nieuwe PV projecten bij gekomen (oktober rapport 241, in november dus weer 24% meer). De 298 nieuwe projecten zijn in ieder geval een nieuw maand record voor 2018, wat de aantallen betreft. Al ligt het nog steeds ver onder het opvallende maand record van (netto) 445 nieuwe PV projecten in juli 2017. Kijken we naar het voortschrijdend gemiddelde per kalenderjaar, zit er beslist al langer weer een stijgende lijn in, in 2018, met minder opvallende uitschieters naar boven of naar onder.

In 2016 was het gemiddelde bij de (deels verouderde) maand rapportages nog 105 nieuwe projecten per maand, in 2017 158, en het gemiddelde in de eerste 11 maanden van 2018 ligt inmiddels op 212 stuks per maand. Overigens worden zowel de aantallen als de capaciteiten later in jaarlijkse revisies bijgewerkt. Voor de kort geleden verschenen update voor 2017 lag deze op gemiddeld 143 nieuwe installaties per maand (1.717 nieuwe installaties in 2017). 9,5% lager dan uit de oorspronkelijke maand rapportages afgeleid kon worden. Altijd moeten Nederlandse solar statistieken met prudentie worden genoten, omdat veel data achteraf nog kunnen worden bijgesteld vanwege trage administratieve processen.

De accumulatie is te zien aan de gele curve in bovenstaande grafiek (referentie: linker Y-as) die, na het "plateau" in 2013-2015, de laatste 3 jaar weer opvallend is gaan stijgen. De curve geeft eind november 2018 een accumulatie van 16.757 gecertificeerde PV projecten in de database van CertiQ (gemarkeerd data punt rechts bovenaan). De 15.000 stuks werd, zoals al in een vorige analyse voorspeld, in april dit jaar overschreden.

Zie ook de volgende grafiek voor de trends per jaar bij de aantallen installaties / projecten, op basis van de maand rapportages. NB, voor alle CertiQ data geldt: Netto effect = aantal bijschrijvingen minus het aantal uit de CertiQ databank verwijderde PV-projecten per maand.

Grafiek met de variatie in de (netto) groei van de aantallen installaties per maand (rapport) bij CertiQ. De fluctuaties kunnen fors zijn. Het gemiddelde installatie niveau is sedert 2011 behoorlijk terug gevallen, werd in de grafiek door de her-registratie operatie in 2013-2015 flink vertroebeld, maar trekt zeker het laatste jaar weer aan. De eerste elf maanden van 2018 laten weer een behoorlijke maandelijkse groei van de aantallen nieuwe registraties zien. Met als kers op de taart het maandrecord van november voor dat jaar (netto 298 nieuwe projecten, paarse kolom rechts). Het gemiddelde voor de maand rapportages komt daarmee voor 2018 op 212 nieuwe projecten per maand. Voor de afgeronde kalenderjaren 2016 en 2017 waren die gemiddeldes 105 resp. 158 stuks per maand (bijpassende gekleurde horizontale stippellijnen).

Dat er weer "aardige" groei volumes van de aantallen bij CertiQ geregistreerde projecten zijn te zien is voor een aanzienlijk deel te wijten aan de lopende realisaties van omvangrijke volumes onder de diverse SDE "+" regelingen beschikte PV projecten (voor overzicht beschikkingen en "officiële" realisaties, zie de vandaag gepubliceerde analyse van RVO cijfers van 4 oktober jl.). De grootste groei zit hem echter de laatste jaren niet zozeer in het "aantal" installaties, maar met name in de opgestelde productie capaciteit, wat daarmee wordt ingebracht. Dat stijgt ronduit spectaculair, zoals we hier onder weer zullen zien. Dat heeft alles te maken met het feit dat het om (gemiddeld en absoluut) véél grotere PV projecten gaat dan wat enkele jaren geleden "gebruikelijk" was voor Nederland. Hier bovenop zijn de nu daadwerkelijk fysiek gebouwde grondgebonden zonneparken gekomen. Die stuk voor stuk bij CertiQ worden aangemeld, en die met hun enorme capaciteit volumes in de databank worden opgenomen.


Voetnoot bij grafiek: de cijfers voor sep. 2017 zijn na vragen van Polder PV door CertiQ aangepast. Voor de reden, zie analyse herziening september 2017 rapportage !

In vergelijking met de groei van de aantallen nieuw geregistreerde gecertificeerde PV projecten (vorige grafiek), gaat het bij de netto toegevoegde capaciteit al een tijdje echt om substantieel grotere volumes dan wat we in eerdere jaren hebben gezien. Het verloop van de kolommen in 2018 is sterk verschillend van de situatie bij de "aantallen" projecten! Voor 2018 (paarse kolommen) heb ik voor het vierde jaar op rij alweer een nieuw capaciteits-bouw record voorspeld voor de totale Nederlandse markt. O.a. tijdens de informele winter-sessie van SolarPlaza, en recent nog in artikelen in Energeia, bij SolarPlaza / The Solar Future, en, tot slot, n.a.v. de halfjaar cijfers voor 2017 bij de grootste netbeheerder, Alliander (analyse met prognose). Het was derhalve niet vreemd dat ook in de sub"markt" van het CertiQ dossier, het ene na het andere record of hoge volume werd gepubliceerd door de TenneT dochter. Met oktober tot nog toe record houder, met netto 120,5 MWp toegevoegd.

Even pas op de plaats
November liet echter, ondanks het hoge volume aan (netto) aantallen nieuwe projecten, weer slechts een zeer bescheiden groei van maar 27,7 MWp zien, het láágste niveau dit jaar. Dat die verschillen zo extreem groot zijn, kan alleen maar liggen aan nog vrij sporadische bijschrijvingen van grote, grondgebonden zonneparken, die per stuk soms wel enkele tientallen MWp-en groot kunnen zijn. Er zijn er kennelijk in oktober meerdere ingeschreven bij CertiQ, en slechts 1, of maar een paar "kleintjes", in november. Aangezien CertiQ geen project specifieke info publiceert, en we niet (kunnen) weten hoe sterk de administratieve vertragingen van melding van (grote) PV projecten doorwerken in de work-load bij deze organisatie, blijft het gissen naar de werkelijke oorzaak van de enorme schommelingen in nieuw opgenomen capaciteiten in de databanken van CertiQ. In ieder geval is het bijgeschreven volume in november slechts 23% van het record volume in de voorgaande maand ...

In de eerste 11 maanden van 2018 is nu door CertiQ in de maand rapportages 725,8 MWp netto nieuwe gecertificeerde PV capaciteit gerapporteerd. Dat was in 2017, in dezelfde periode, nog slechts 250,7 MWp, dus dat is dit jaar al een factor 2,9 maal zo hoog, met nog 1 maand rapportage te gaan (waarin beslist weer verrassingen kunnen voorkomen)! Genoemd volume voor de eerste 11 maanden in 2018 is zelfs al een factor 4,1 hoger dan de 177,6 MWp in die periode in het jaar 2016. De groei in het opgeleverde project vermogen gaat onvervaard door, dat mag duidelijk zijn. Om deze enorme groei, en de schaalvergroting bij de project realisaties bij CertiQ beter te laten zien, de volgende grafiek. Een variant op het exemplaar voor het eerste half jaar wat ik eerder al heb gepubliceerd.


^^^
Nieuw toegevoegde gecertificeerde PV capaciteit aan de data registers van CertiQ, volgens de maandelijkse
rapportages in de eerste 11 maanden, voor de jaren 2010 tot en met 2018.
Een enorme schaalvergroting is te zien, beginnend in 2015, en vooral zeer sterk doorzettend in 2018.
Let op, dat de uiteindelijke "jaargroei cijfers" achteraf kunnen worden bijgesteld door CertiQ.
Tot nog toe waren dat altijd opwaartse bijstellingen (medio het opvolgende jaar gepubliceerd door de TenneT dochter).

Eerdere prognose PPV voor jaargroei 2018 wellicht nog "te conservatief" ?
Als we de maand rapportages voor het volledige kalenderjaar 2017 bij elkaar optellen, komen we uit op een toegevoegd jaar volume van 273,4 MWp. Echter, uit de recent gepubliceerde gecorrigeerde volumes in het gereviseerde jaar rapport van CertiQ (EOY 2017: 729,1 MWp), is, gecombineerd met het bijgestelde EOY volume voor 2016 in een voorgaand revisie rapport (426,0 MWp), een nieuwe jaargroei van alweer 303,1 MWp vast te stellen. Dat ligt dus bijna 11% boven het volume opgeteld vanuit de maand rapportages. We moeten er dus van uitgaan, dat een dergelijke - forse - opwaartse bijstelling ook voor 2018 en later zal gaan gelden. Ergo: de volumes in de maand rapporten zijn absolute minima, die later nog stevig omhoog zullen worden bijgesteld. Het is belangrijk om te beseffen dat hedendaagse prognoses op basis van dit soort voortschrijdende rapportages dus altijd minimum inschattingen zijn !

De nog te verwachten opwaartse bijstelling, tezamen met bovengenoemd spectaculair volume van al ver over de 0,7 GWp aan (vrijwel uitsluitend) gerealiseerde nieuwe SDE "+" PV projecten, gedocumenteerd door CertiQ, met nog 1, mogelijk nog verrassingen brengende maand te gaan dit jaar, én de ver voortgeschreden bouw van diverse (grote) zonneparken, sterkt mij in mijn overtuiging, dat voor de totale Nederlandse markt anderhalf GWp groei in 2018 beslist géén spectaculaire of "overspannen" prognose is. En wellicht zelfs nog iets aan de conservatieve kant zou kunnen zijn.

Gemiddelde groei per maand naar hoog niveau
Het maandelijkse gemiddelde van januari - november 2018, 66,0 MWp/mnd (paarse stippellijn in de hierboven weergegeven grafiek, iets terug gezakt t.o.v. het gemiddelde tm. oktober, 69,8 MWp), komt hiermee ver (189%) uit boven het maandelijkse gemiddelde voor 2017, (bijna 22,8 MWp/mnd, groene stippellijn). Het gemiddelde over 2016 (rose stippellijn) lag nog veel lager, rond de 16 MWp/mnd, zo'n 30% minder dan in 2017. De reden dat de volumes tot en met november 2018 weer zo hoog liggen, kan haast niet anders liggen aan het feit dat er, naast de "reguliere", nu al regelmatig gerapporteerde grote SDE rooftop projecten, waarschijnlijk al diverse zeer grote, grondgebonden installaties doorgedrongen moeten zijn tot de CertiQ databank.

Gemiddelde capaciteit PV projecten november 2018
Als we uitgaan van "relatief weinig uitstroom" uit de CertiQ bestanden, en de maandelijkse netto toevoeging van 298 nieuwe installaties, met genoemde 27,7 MWp netto nieuwe capaciteit combineren, zou hier uit resulteren dat een "netto nieuw toegevoegd project" in de november 2018 update een gemiddeld systeem vermogen zou hebben van zo'n 93 kWp per stuk. Dat is veel lager dan het record van oktober in de afgelopen drie jaar (500 kWp gemiddeld). Dus het lijkt vrij onwaarschijnlijk dat er grote grondgebonden projecten bij hebben gezeten (of misschien slechts 1), enkele grotere rooftops kan echter beslist.

Voor het overige blijven er beslist stapsgewijs grote grondgebonden zonneparken opgeleverd worden, ik heb er meerdere toegevoegd aan mijn projecten sheet de afgelopen maanden. Er staat sowieso een enorme capaciteit klaar, deels al met SDE beschikking, in mijn pending lijst. Zie ook mijn recente analyse van alle "veldopstelling" projecten bekend binnen de SDE regelingen. Naast de paar grote grondgebonden installaties verschijnen ook regelmatig kleinere veld projectjes, die, wat hun opgestelde capaciteit betreft, nauwelijks opvallen tussen de talloze rooftop systemen. Al dit soort grotere PV projecten stuwen de maandgemiddeldes inmiddels flink omhoog. Als ze tenminste als "administratief opgeleverd" in de betreffende maand worden opgenomen in het CertiQ register. Daar kan beslist een vertraging van een maand, of wellicht zelfs langer in zitten. Dit is voor het publiek echter "onzichtbare materie". We kennen immers in het geheel geen verplichte publieke registratie zoals in Duitsland, waar zelfs de inbedrijfstellings-datum openbaar wordt gemeld (die is immers doorslaggevend voor het betreffende feed-in tarief wat die installaties gaan krijgen) ...



Na het bereiken van de halve GWp aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit in het rapport van mei 2017 ging de groei verder, en na de heftige "correctie" t.a.v. het september rapport, op een behoorlijk consistent, gemiddeld hoog niveau in de laatste maand rapportages. In het juni 2018 rapport werd eindelijk de eerste "Gieg" in de CertiQ annalen bereikt voor zonnestroom capaciteit. De eerste negen maanden van 2018 gaven bovenop die recente trend weer een zeer flinke - record - "boost" te zien. Oktober deed er nog eens een flinke schep bovenop, met een record nieuw volume toegevoegd aan de al grote hoeveelheid megawatten die eerder werd ingeschreven. November voegde een "beperkte" hoeveelheid nieuw toe. De Y-as van deze grafiek werd gaandeweg diverse malen aangepast.

De enorme versnelling in het CertiQ dossier, sedert de nazomer van 2015 (juni: 129,5 MWp), is kristalhelder in deze al jaren door Polder PV geactualiseerde grafiek. De gecertificeerde PV capaciteit, bij CertiQ in januari nog slechts de zevende "100 MWp piketpaal" gepasseerd, ging met de aanzienlijke toevoeging in oktober en het bescheiden volume in november dit jaar al naar bijna 1.398 MWp (bijna 1,4 GWp). Een factor 64 maal het volume eind 2009 (22 MWp). En al 10,8 maal het volume in juni 2015 (129,5 MWp), vlak voordat de hoge groei bij CertiQ manifest werd. De tussenpozen tussen het bereiken van een nieuwe "100 MWp" grens bij de geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteiten zijn de afgelopen drie jaar in ieder geval steeds korter geworden. Ik heb, vanwege de forse groei, deze in de grafiek sedert het rapport van augustus vervangen door "piketpalen" voor het bereiken van, telkens, 200 MWp aan volume groei. Evident is, dat de afstanden tussen de vertikale blauwe stippellijnen bij het bereiken van een nieuwe hoeveelheid van 200 MWp (ook) steeds korter zijn geworden.

En er zal nog heel veel op bovenstaande gaan volgen, gezien de grote hoeveelheid SDE beschikkingen die er op het vlak van zonnestroom al eerder zijn afgegeven door RVO. Verhevigd door de enorme toevoeging van de eerste SDE 2017 ronde (4.386 beschikte projecten met een nieuwe record omvang van 2.354 MWp, analyse Polder PV hier). De in mei dit jaar gepubliceerde extra hoeveelheid van de najaars-ronde in dat jaar (nog eens 3.945 toegekende projecten, totaal volume 1.911 MWp). En de inmiddels bekende resultaten voor de eerste ronde voor SDE 2018 (beschikt 3.774 projecten, met 1.710 MWp, zie hier). Dan komt er ook nog eens een waarschijnlijk weer grote hoeveelheid beschikte PV capaciteit uit de record hoeveelheid aanvragen voor SDE 2018 II (bespreking). We mogen hopen dat de "tweede GWp" bij CertiQ binnen veel kortere tijd gehaald zal gaan worden dan de eerste.

De rode lijn in de grafiek is de "best match" bepaald via Excel, met een 5e graads polynoom trendlijn.



Systeemgemiddelde capaciteit
Met de aanhoudend forse groei van de accumulatie van (gecertificeerde) zonnestroom capaciteit, blijft ook de gemiddelde projectgrootte nog steeds sterk groeien in de cijfers van CertiQ, ook al is deze - tijdelijk - even afgevlakt met de bescheiden toevoeging in het november 2018 rapport. Zoals weergegeven in bovenstaande grafiek, met een "best fit" 4e graads polynoom als trendlijn (rood). Het systeemgemiddelde nam afgelopen maanden verder sterk toe, van 46,6 kWp (eind december 2017) naar 83,2 kWp gemiddeld voor alle eind oktober 2018 bij CertiQ bekende (grotendeels SDE-gesubsidieerde) projecten. Wat marginaal werd verhoogd tot 83,4 kWp met de toevoeging van de november (2018) rapportage. Dit is een factor 14,4 maal het gemiddelde begin 2010. En is al een factor 5,6 maal zo hoog dan de minimum omvang waarvoor een SDE "+" project sedert SDE 2011 (volgens wettelijk voorschrift) wordt geaccepteerd door RVO (15 kWp, blauwe stippellijn). Een minimum wat mogelijk binnenkort "opgetrokken" gaat worden voor nieuwe aanvragen onder SDE 2019 (zie bespreking kamerbrief Min. Eric Wiebes, onder SDE 2018 II gold nog de bestaande ondergrens van 15 kWp).

De gemiddelde systeemgrootte van de netto toevoegingen in de november rapportage lag op een wat hoger niveau, 93 kWp. Normaliter ligt dat de laatste jaren fors hoger, op een paar 100 kWp (tot in oktober zelfs 500 kWp). November lijkt wat dat betreft dus een uitzondering. Het gemiddeld hoge niveau wordt structureler, omdat er steeds meer zeer grote (druppelsgewijs ook grondgebonden) projecten worden opgeleverd. Het gemiddelde van de - spectaculaire - toevoegingen in de eerste 11 maandrapporten van 2018 lag dan ook op een hoog niveau van 325 kWp (3 en een half maal zo hoog dan het maandgemiddelde in alleen het november rapport).

Dat het in de grafiek getoonde gemiddelde voor alle geaccumuleerde projecten bij elkaar een stuk lager ligt dan bij de maandelijkse toevoegingen, komt door het blijvend "drukkende effect" van de duizenden kleine residentiële PV installaties uit de eerste 3 SDE regelingen (vaak met een omvang van maar een paar kWp per stuk). De verwachting is, dat dit effect op het totale systeemgemiddelde nog lang zal aanhouden gezien hun volume. Pas als er continu véél, en ook zeer grote fysiek opgeleverde nieuwe SDE projecten gaan cq. blijven instromen bij CertiQ, zal dat effect (deels) worden opgeheven. Daarbij s.v.p. niet vergeten dat de duizenden kleine residentiële installaties ook voor 15 jaar een SDE (2008-2010) beschikking hebben (zie grafiek met de actuele aantallen per grootte categorie). Dus het gros daarvan zal beslist nog tot en met 2023 in dienst zijn, en geregistreerd blijven bij CertiQ. Zonder registratie immers géén (voorschot-betalingen voor) SDE subsidie meer.


Gecertificeerde productie seizoens-gerelateerd

De accumulatie van de (gecertificeerde) PV capaciteit (magenta curve) is terug te vinden op de linker Y-as. Let op dat de GvO productie (blauwe curve, rechter Y-as, in GWh uitgegeven GvO's per maand) een maand achter loopt bij die voor de toegevoegde capaciteiten.

Het voorgaande record volume van 165,2 GWh in juli blijft met het nu besproken november rapport, wat de - voorlopig bepaalde - productie van oktober 2018 weergeeft, uiteraard ongebroken. Voor oktober is tot nog toe een substantieel lager niveau aan Garanties van Oorsprong door CertiQ aangemaakt voor zonnestroom, slechts voor 79,0 GWh. Met dien verstande, dat er beslist nog GvO's uitgegeven zullen worden voor de productie in die maanden, komt het beeld van de productie van Polder PV's installatie voor dit jaar beslist overeen met de "kadans" afgebeeld rechtsboven in deze grafiek. In volgorde van energieproductie van hoog naar laag, voor de laatst bekende maanden: juli > mei > juni > augustus > september > oktober (> november).

Overigens is genoemde 79 GWh voor oktober 2018 reeds 165% méér dan de hoeveelheid GvO's gerapporteerd in oktober 2017 (29,8 GWh), wat de hoge tussentijdse groei van (bij CertiQ bekende) gecertificeerde PV capaciteit weergeeft, in combinatie met de in die maanden opgetreden fysieke instraling. Wel is het uiteraard, omdat we de licht-arme winterperiode ingaan, alweer veel minder (24%) dan in september 2018.

Dit alles, nadat in dec. '17 / jan. '18 het laatste "winterse dieptepunt" werd bereikt met maar 13,8 GWh/maand. In deze maanden wordt normaliter al minder zonnestroom geproduceerd dan in de voorgaande zomerse maanden (zie begin 2018 ververste procentuele overzicht van het kern-systeem bij Polder PV). De cijfers liggen voor die wintermaanden echter wel alweer een stuk hoger dan het laagste niveau's in de winters van 2015/2016 en 2016/2017 (januari 2016 4,5 GWh; december 2016 10,4 GWh). Deze "winterdips", steeds hoger wordend qua output, zijn in de grafiek met blauwe pijltjes weergegeven.

De steeds hogere niveaus van de aangegeven "winter-dips" zijn het resultaat van de zeer forse tussentijdse groei van de gecertificeerde PV capaciteit, en de gemeten meer-productie van die nieuwe installaties bovenop de output van de al bestaande projecten. Te verwachten valt dat, door de reeds door CertiQ gepubliceerde, als nog komende forse capaciteits-toevoegingen in 2018, die "winter dip" in de komende koude periode (winter 2018-2019) alweer flink hoger zal komen te liggen. Daarbij dient wel rekening gehouden te worden met het feit, dat zeker de recenter gepubliceerde volumes achteraf altijd nog - meestal relatief bescheiden - aangepast kunnen gaan worden. De vorm van de curve kan dan ook nog enigszins gaan wijzigen (in ieder geval: een gladder verloop krijgen). Idealiter, zou die curve ongeveer de vorm moeten krijgen van de prachtige grafiek die Martien Visser van En-Tran-Ce maakte voor de berekende nationale zonnestroom productie (in GWh per dag), op basis van de databank, die ook gebruikt wordt voor de inmiddels aardig bekende energieopwek.nl website. De site waarop in mei tot en met juli het ene na het ander dagelijkse - berekende - momentane output, en dag productie record werd vermeld. Waarover Polder PV regelmatig heeft getwitterd. Zie ook de bijgewerkte grafiek tm 17 augustus, van de hand van Martien Visser.

De komende maand rapportages zullen, tot het voorjaar van 2019, geen nieuwe record volumes aan uitgegeven zonnestroom GvO's meer tonen, omdat we, mede gezien de relatief lage scores voor augustus tot en met oktober, alweer lang over de hoogste productie per maand heen zijn dit jaar. En de tussentijdse (veronderstelde) capaciteit bijbouw, met de daarmee gepaard gaande extra berekende zonnestroom opbrengsten, die terugval niet genoeg kan "opvangen". Juli 2018 was wat maand productie betreft absolute record houder bij veel recent opgeleverde PV installaties. Pas volgend jaar, met een flinke extra hoeveelheid tussentijds gebouwde capaciteit, kunnen we in 1 van de maanden mei tm. juli, afhankelijk van het gemiddelde weer in die top-productie maanden, waarschijnlijk weer de nodige nieuwe record volumes gaan verwachten bij zowel duizenden nieuwe particulieren, bedrijfs-installaties, en, uiteraard, uiteindelijk ook bij CertiQ.

De record - gecertificeerde - zonnestroom productie van 165,2 GWh in juli 2018, is het equivalent van het gemiddelde maandelijkse stroom-verbruik van ruim 693.150 gemiddelde Nederlandse huishoudens. Dat was 2.860 kWh/HH.jr anno 2017 volgens gegevens van het CBS, en is nog exclusief het op landelijk totaal bezien nog relatief lage eigen verbruik van zonnestroom.

Uiteraard is het gecertificeerde volume tot nog toe slechts een onderdeel van de totale, onbekende Nederlandse zonnestroom productie. Die inmiddels mogelijk grofweg een derde van de productie bekend bij CertiQ zou kunnen omvatten, dus - voor juli 2018 - het equivalent van het (elektra) verbruik van zo'n 2,0 tot 2,7 miljoen Nederlandse huishoudens. Echter, de capaciteit toename van de CertiQ bijschrijvingen groeit al lang, en snel. Het is te voorzien dat een steeds groter aandeel van de totale fysieke zonnestroom productie in ons land afkomstig zal zijn van die rap groeiende, bij CertiQ bekend wordende populatie van - soms zéér grote - SDE gesubsidieerde PV projecten.


Gecertificeerde PV capaciteit en gecertificeerde zonnestroom productie per jaar volgens (gereviseerde) jaar overzichten CertiQ

In een vorig maand overzicht heb ik ook de eerste resultaten voor het hele kalenderjaar 2017 weergegeven, n.a.v. het eerste verschenen jaar rapport van CertiQ. Die data zijn inmiddels fors bijgesteld in de revisie die CertiQ recent heeft gepubliceerd. Zie uitgebreide analyse van de wijzigingen en de stand van zaken, van de hand van Polder PV.


Landelijke zonnestroom en andere duurzame productie - berekend

Voor het destijds - mogelijk conservatief berekende (!) - nationale zonnestroom dagproductie record op de Energieopwek.nl site van 1 juni 2017 verwijs ik naar de korte bijdrage in de bespreking van een vorig maandrapport. Voor overige "oude records" in dat portal, zie de analyse van de september 2017 rapportage. De hoogst behaalde, berekende "momentane" (piek) vermogens bij zonnestroom, die zeer kort zullen zijn aangehouden waren per maand, de afgelopen jaren, als volgt (tabel verderop). In mei - juli 2018 volgde het ene record snel op het andere in dat portal. Sommige data kunnen in recentere versies zijn en/of worden aangepast op basis van nieuwe inzichten en berekenings-methodieken.

Het portal is na de zomer van 2018 behoorlijk sterk gewijzigd en uitgebreid (SER bericht: "Hiermee hebben we een compleet beeld van de opwekking van duurzame energie in Nederland"). Martien Visser van Hanzehogeschool meldde op Twitter dat de nieuwe opzet 28 augustus live is gegaan. Het portal bevat de producties van inmiddels, naast de oude bekende drie opties wind (nu gesplitst in on- en off-shore), zon, en biogas, nu alle (berekende) energie modaliteiten die officieel een bijdrage aan de "duurzame" opwek geven (inclusief hoogst twijfelachtige steenkolencentrales met biomassa bijstook, en afval centrales die forse hoeveelheden buitenlands afval mee stoken). Jammer genoeg is ook, indien de berekende output boven de 1 gigawatt uitkomt, deze weergegeven in gigawatten, tot 2 cijfers achter de komma. Daarmee gaat helaas wat detail verloren in de output waarden. Ónder de 1 GW output wordt wel in megawatten weergegeven, dus in meer winterse maanden, met sowieso minder hoge producties, is wat meer detail beschikbaar in de aangegeven waardes.

Check van de laatst bekende historische waardes heb ik gedaan op 4 september 2018, voor alleen 2018 op 13 december 2018. De historische reeks is nu langer beschikbaar voor PV output (vanaf eind januari 2016), en er zijn kennelijk capaciteit aanpassingen gedaan in het brondata bestand. Want er doken soms nieuwe record output dagen op per maand voor zonnestroom. Het tot nog toe door Energieopwek.nl geregistreerde, berekende momentane output record midden op de dag was voorheen voor 2 juli 2018 genoteerd: 2.394 megawatt, zie de Tweet van Polder PV, en de oude tabel bijgewerkt tot en met de CertiQ update van juli 2018. Dit is in de nieuwe opzet, en met een kennelijke tussentijdse aanpassing van de aan de berekeningen ten grondslag liggende (vermeend) opgestelde capaciteit, grover weergegeven als 2,65 Gigawatt, wat trouwens nu ook voor de 1e juli 2018 als maximum wordt weergegeven.

Let op, dat n.a.v. hernieuwde inzichten in de ontwikkeling van de capaciteit over recente jaren, de maandelijkse output data alsnog met terugwerkende kracht aangepast kunnen worden !

Max. output zonnestroom (GW nieuw)
Jan.
Feb.
Mrt.
Apr.
Mei
Jun.
Jul.
Aug.
Sep.
Okt.
Nov.
Dec.
2016
0,262 *
(31e)
1,05**
(29e)
0,957
(17e)
1,20
(21e)
1,29
(5e)
1,32
(6e)
1,33
(19e, 20e)
1,33
(17e)
1,18
(7e)
1,04
(5e)
0,760
(29e)
0,711
(5e)
2017
0,922
(22e)
0,938
(14e)
1,44
(27e)
1,66
(30e)
1,78
(26e, 27e)
1,82
(1e)
1,75
(9e)
1,67
(14e)
1,46
(3e, 23e)
1,19
(15e)
0,918
(6e)
0,654
(17e)
2018
0,897
(21e)
1,55
(25e)
1,93
(20e)
2,18
(19e, 21e)
2,44
(6e, 7e)
2,63
(30e)
2,65 ***
(1e, 2e)
2,55
(6e)
2,24
(2e)
1,93
(5e)
1,46
(8e)
1,08†
(4e)

* Eerst bekende berekende waarde 30 jan. 2016, hoogste waarde op 31 jan. 2016.

** Een eerdere "onmogelijk hoge" waarde van 1,81 GW gegeven voor 29 feb. 2016 (gesignaleerd in bespreking van een eerdere maandrapportage van CertiQ) is zo te zien later gecorrigeerd.

*** Voorlopig hoogste resultaat op 2 juli 2018 in de orginele, fijnere output cijfers weergevende opzet Energieopwek.nl site: 2.394 MW. In de nieuwe opzet, die de maximale output in Gigawatten weergeeft (boven 1 GW output), is voor zowel de 1e als de 2e juli 2018 een momentaan, kort durende vermogen output van 2,65 GW weergegeven door het - fors aangepaste - portal.

In december is, vóór publicatie van dit artikel (13 dec. 2018), op de 4e het "hoogste niveau" te zien (1,08 GW midden op de dag).

Voor inhoudelijk commentaar op de nieuwe cijfers van het Energieopwek.nl portal, zie de rapportage over augustus 2018. Het record voor september 2018 viel al op de 2e (2,24 GW), maar zelfs op vier dagen daarna werd de 2 GW output midden op de dag nog - krap - gehaald: op 13, 18, 26, en zelfs op 27 september nog. Voor oktober is de zonnige 5e de hoogste waarde behaald, 1,93 GW (62% hoger dan de hoogst berekende waarde voor oktober 2017, 1,19 GW op de 15e). In november is de 8e de hoogste waarde gehaald, 1,46 GW. Dit is 59% hoger dan de hoogste waarde berekend voor november 2017 (6e: 0,918 GW). Voor december 2018 moeten we nog even de resterende maand helft afwachten.

Per jaar zijn naast de hoogst gevonden waarden (rood) ook de laagste output maxima weergegeven in blauw. Uiteraard altijd in de wintermaanden december of januari te vinden. Voor 2016, met slechts de laatste 2 dagen in januari gemeten, lag het "maximum" op 262 MW (31e). In 2017 werd het "minimale maximum" op 17 december gevestigd (654 MW).

Vermoedelijk zal de maximaal berekende output in december 2018, vanwege nog ongunstigere zonnestanden, en grotendeels kortere daglengtes, waarschijnlijk niet meer gepasseerd kunnen worden t.o.v. de reeds berekende 1,08 GW op de 4e. Met dat nieuwe resultaat wordt de tot nog toe laagst berekende "hoogste" maand waarde, die voor 21 januari, nu definitief "de laagste" in 2018: 897 MW.

In de nieuwe opzet van het energieopwek.nl portal zijn ook "profielen" met de dag maxima te zien per maand, en per jaar.

Voor een uitgebreider intermezzo "stroom productie records" van het energieopwek.nl portal, zie de bespreking bij januari 2018. Het vorige record voor het totaal aan berekende output voor windstroom, zonnestroom, en elektra opwek uit biogas was gevestigd op 2 mei dit jaar. Door een combinatie van met name harde wind en stralend zonnig weer, werd voor die dag kort (berekend) een gezamenlijke output van 5,79 GW (oude portal: 5.522 megawatt) genoteerd door Energieopwek.nl (Tweet Polder PV). Maar dat is nota bene op de langste dag van 2018, 21 juni, alweer verbroken. Wederom door een combi van stralend weer met veel wind, werd toen een momentane output gehaald van maar liefst 6,14 GW (nieuwe portal; in het oude was het nog 5.990 MW) door deze drie modaliteiten. Alleen 1 juli kwam daar nog enigszins - onder vergelijkbare omstandigheden - in de buurt, met max. 6,01 GW in het nieuwe portal. In september was de 21e nog een "aardige" kandidaat, met een gecombineerde 5,75 GW output na 3 uur 's middags.

In de nieuwe opzet van het portal, kunnen bovenop de reeds genoemde energie opwek opties nog eens momentaan berekende vermogens van 7 andere modaliteiten gestapeld worden, alsmede een "restpost" met kleine opties (waar ook thermische zonne-energie onder valt). Zo was voor 26 september, met alle opties aangevinkt, de maximale output van alle "duurzame" energie opties 7,36 gigawatt, waarbij midden op de dag zonnestroom ongeveer 28% van de output verzorgde. 20 november ging daar, met 8,38 GW in de ochtend, met flink veel wind, en een hoge contributie (berekend !) van o.a. houtkachels, "off the chart", vet overheen. Maar dat kan natuurlijk per dagdeel fors variëren, zeker met de variabele input bronnen wind- en zonnestroom. In huidige koudere periode beginnen warmtepompen ook een behoorlijk variabele input in te brengen (tussen 527 en 69 MW op die 26e september). Vanaf 1 oktober lijken inmiddels ook houtkachels (kunstmatig) te zijn "ingeprogrammeerd", met op 2 oktober bijvoorbeeld een geprognosticeerde energie output tussen de 850 en 333 MW op dezelfde dag. Op 30 september waren die nog helemaal niet te zien, wat weer aangeeft dat het in het portal om rekenkundige aannames gaat. En niet om de (in dit geval niet fysiek te bemeten) werkelijkheid.


Energie producties - alleen actueel voorhanden, of per maand in nieuwsbericht SER

Op het nieuwe portal is helaas uitsluitend voor de actueel geldende dag de dagelijkse energie productie weergegeven, o.a. in de vorm van een "teller" die vanaf het begin van die dag de energie productie weergeeft in MWh "equivalenten". Voor eerdere dagen is deze optie niet meer te raadplegen, wat dus een verslechtering van de data verstrekking betekent. Vandaar dat er ook geen staatjes met de minimale en maximale energie producties (in inwoner equivalent energie verbruik) per maand meer gegeven kunnen worden. Voor een laatste staatje, dat van juli 2018, zie het desbetreffende artikel op Polder PV. De gemiddelde energie productie kan alleen maar indirect berekend worden, zoals Martien Visser op 30 november in een tweet aangaf n.a.v. een vraag daar over (zie ook vervolg in het draadje).

We moeten voor een snellere indruk van de verdeling tegenwoordig kennelijk in het maandbericht van de SER kijken. Op 3 december verscheen de terugblik op november bij de SER (NB: datum bovenaan het bericht klopt niet!). Daarbij werd gesteld dat de (berekende) energie opbrengst uit warmtepompen, 1,4 PJ, 3 en een half maal zo hoog lag dan de (berekende) opwek uit zonnestroom. Die zou rond de 0,4 PJ hebben gelegen, wat het equivalent is van ongeveer 111 GWh. Toch is de - relatief geringe - opwek in november 80% hoger berekend dan in november 2017. Vooral het gevolg van zeer hoge uitbouw van capaciteit, met als slagroom op de taart ook nog een wat zonniger november in 2018. Wind zou maar liefst 3,5 PJ hebben bijgedragen in die maand (2,1 PJ op land, 1,4 PJ op zee, productie vergelijkbaar met november 2017).

Inmiddels is ook weer een volledig overzicht van de energie cijfers voor Nederland van de hand van En-Tran-Ce verschenen over de maand november (zie link onderaan). Met dezelfde cijfers als vermeld door de SER. De opgestelde zonnestroom capaciteit voor begin november zou volgens dat rapport 3.750 MWp zijn geweest (er wordt nog steeds gerekend met een gemiddelde toevoeging van 100 MWp per maand in 2018). Dit wordt waarschijnlijk nog met terugwerkende kracht opwaarts aangepast, omdat ik van mening ben dat de volume groei groter is geweest dan begin dit jaar nog werd gedacht. Het gevolg hiervan zal zijn, dat de productie cijfers voor zonnestroom ook later met terugwerkende kracht opwaarts zullen worden bijgesteld. Er zou in november - volgens Europese normen - 7,2% aan energie uit hernieuwbare bronnen zijn geproduceerd t.o.v. de finale energie consumptie in die maand. We moeten naar 14% in 2020 (en 16% in 2023), de curve om dat te gaan halen wordt met elk maand rapport steiler ...

De berekeningen van het Groningse onderzoeks-instituut En-Tran-Ce zijn gebaseerd op o.a. aannames over de opgestelde capaciteit in ons land, zeker wat het opgestelde PV vermogen betreft. Bij windstroom en biogas zijn de cijfers makkelijker en zeer actueel te verkrijgen, het gaat daarbij om relatief geringe aantallen. Zonnestroom capaciteit is een compleet ander verhaal: er zijn enkele honderdduizenden installaties. Zie ook eerdere analyse, de daar op volgende op basis van nieuwe Klimaatmonitor data voor het jaar 2016, de meest recente, volledig herziene markt segmentatie van de hand van het CBS), en, tot slot, mijn nieuwste afschatting van het aantal PV projecten achter kleinverbruik aansluitingen, op basis van recent verschenen cijfers voor Enexis. De groei blijft ook op dat vlak fenomenaal. Het is jarenlang nauwelijks mogelijk geweest om daar een accuraat beeld van te krijgen, gezien de langdurig brakke cijfers over zonnestroom.

Voor record cijfers rond de (berekende) zonnestroom productie deze zomer, zie de vorige analyse voor september dit jaar. Voor de zeer uitgebreide maand rapportages van En-Tran-Ce, zie de website. Het laatste maandrapport daar is van november 2018.

Data: CertiQ maandrapportages (maandelijkse analyse updates door Polder PV), Energieopwek.nl (landelijk berekend voor Energieakkoord), en "Renewable Energy in The Netherlands" maand rapportages (En-Tran-Ce / Energy Transition Centre, Groningen).



13 december 2018: Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (RVO, 4 oktober 2018) - (1) snelle evolutie uitbouw. Het heeft weer langer dan "normaal" geduurd, de afgelopen periode, voordat RVO een nieuw status overzicht publiceerde van de (overgebleven) beschikkingen en de realisaties van de inmiddels al 13 verschillende lopende, vol-beschikte SDE en SDE "+" subsidie regelingen (tm. voorjaars-ronde SDE 2018). De "routine" van de kwartaal rapportages van het afgelopen jaar is weer doorbroken, sedert juni was er geen nieuwe update meer verschenen bij het agentschap. Op 12 december werd gelukkig weer een nieuw exemplaar gepubliceerd, met - wederom helaas - een vrij oude peildatum, 4 oktober dit jaar. Dat is dik 2 maanden geleden, waarin heel erg veel activiteit is geweest, vooral op het vlak van grote PV projecten. Zelfs al is de groei sedert de voorgaande juni update spectaculair, de informatie is dus weer behoorlijk gedateerd, gezien de zeer snelle progressie van de uitrol van SDE gesubsidieerde projecten. Voor de meest actuele status van het al veel omvangrijkere, behoorlijk actuele CertiQ dossier, per maand door Polder PV becommentarieerd, zie het oktober rapport van de TenneT dochter. Een nieuw exemplaar wordt spoedig besproken door Polder PV.

Dit artikel behandelt in ieder geval de status update voor zonnestroom (en, kort, thermische zonne-energie), gedateerd 4 oktober 2018. Een analyse van recente updates vindt u onder 12 juli 2018, 19 april 2018, 13 februari 2018, en voor 2017 onder 18 november, 4 september, 31 augustus, en 31 mei 2017.

In deze meest "recente" update is bij de opgeleverde capaciteit, als "officieel" SDE beschikt zonnestroom volume opgeleverd door RVO 1.124,1 MWp, verdeeld over 14.675 projecten, opgegeven. SDE 2014 realisatie was op dat moment bijna 71% van de oorspronkelijke aantallen beschikkingen (2.095 gerealiseerde projecten), en bijna 63% bij de beschikte capaciteit (552 MWp). En is daarbij wat relatieve invulling betreft de tot nog toe succesvolste SDE "+" regeling gebleven (voor de aantallen opgeleverde projecten ook succesvolste regeling geworden in de update gepubliceerd 19 april 2018). Er is, tm. de hier besproken RVO update, in totaal al 625 MWp aan beschikte SDE capaciteit, verdeeld over 8.563 projecten, voor zonnestroom verloren gegaan om diverse redenen. Daarnaast staan er nog 12.262 projecten met SDE subsidie beschikkingen open (vanaf SDE 2013), met een gezamenlijke, beschikte capaciteit van 6,54 GWp.

Gelieve voornoemde artikelen te raadplegen voor achtergronden van de getoonde data. In het huidige artikel presenteer ik zoveel mogelijk de harde, actuele, "officiële" cijfers, mijn commentaar, en interpretaties.

Update van de grafiek in de eerdere presentatie van juli 2018, die een korter tijdsframe had t.o.v. het voorgaande exemplaar, dan de laatste 2 jaar te doen gebruikelijk was geworden bij RVO. De tussenliggende periode t.o.v. het juli rapport is weer langer geworden, vermoedelijk vanwege grote drukte rond alle lopende SDE regelingen bij de cijferaars van het agentschap. Wederom is door Polder PV een nieuwe kolom toegevoegd ter rechterzijde ("RVO status 4 oktober 2018"). Bovenaan de kolommen beginnen inmiddels de volumes aan gerealiseerde PV beschikkingen uit de SDE 2016 najaar- en SDE 2017 voorjaars- rondes al een behoorlijke omvang te krijgen (in deze laatste update 192 MWp, resp. 139 MWp). En is ook voor SDE 2017 ronde II inmiddels al een "zichtbaar" volume aan realisaties ontstaan (19 MWp). Tot slot is op deze peildatum nog maar een zeer kleine hoeveelheid, zo'n 254 kWp, afgerond op 0,3 MWp aan (5) beschikkingen, voor de voorjaars-ronde van SDE 2018, reeds als gerealiseerd bekend bij RVO (met "ja vinkje" in hun lijsten), helemaal bovenaan de rechter kolom gestapeld. Opvallend is dat het met realisaties uit de beschikte volumes voor de voorjaars-ronde van SDE 2016 niet zo heel hard is gegaan. In de huidige update geaccumuleerd 82 MWp beschikt gerealiseerd, dat was in de vorige update al 68 MWp. SDE 2015 is in 1 keer op bijna 8 MWp gekomen (vorige update nog op 4 MWp), en heeft nog maar ruim een halve MWp verdeeld over 8 nog niet ingevulde beschikkingen staan. Zelfs bij realisatie zal daar dus niet veel verandering in komen, het totale volume blijft marginaal t.o.v. de latere jaargangen.

De Y-as is uiteraard weer aangepast vanwege de sterk verder gegroeide totaal kolom. Ik heb voor het huidige overzicht wederom de fysieke optelling genomen van de beschikte volumes (!) van alle gerealiseerde projecten in de volledige, net gepubliceerde spreadsheet van RVO.

Sedert de voorlaatste update van juni 2018 (889 MWp) is er weer een fors volume aan capaciteit bijgekomen. Achtereenvolgens waren die nieuwe volumes in 2017 50 MWp (jan.-apr.), 49 MWp (apr.-juli), 72 MWp (juli-okt.), 69 MWp (okt. 2017-jan. 2018), 133 MWp (jan.-apr. 2018), tot 122 MWp in de korte periode apr. - juni 2018). In de laatste update (tm. 4 oktober 2018) kwam er een record volume van maar liefst 235 MWp gerealiseerde capaciteit aan SDE beschikkingen bij, in een langer tijds-bestek. Daarmee is niet alleen in absolute zin wederom een record gebroken. Want als we terug rekenen naar het aantal dagen tussen de peildata, lag dat tempo in de juni update nog op gemiddeld 1.852 kWp/dag sedert de voorgaande versie (wat al een record was). In de laatste periode, tussen 8 juni en 4 oktober 2018, is het zelfs 1.990 kWp gemiddeld per dag geworden. Dus ook, ondanks de langere rapportage periode, een nieuw, "relatief" record. Deze bijna 2 MWp gemiddeld per dag aan opgeleverde SDE projecten (volgens beschikte volumes), moet u dan dus als minimaal project volume zien, bovenop andere realisaties bij projecten die andere incentives kennen (zoals EIA, EDS, MIA / Vamil, etc.), of zelfs helemaal geen subsidies. Zoals vaak bij nieuwbouw projecten, waarin eventuele PV daken in de bouwsom worden meegenomen. Dit nog exclusief de ook nog steeds booming residentiële markt, inclusief de grote portfolio's die bij de huur corporaties worden uitgerold (volumes: qua toegevoegde MWp-en onbekend, maar groot).

Alles bij elkaar opgeteld is er inmiddels voor een beschikt volume van 1.124,1 MWp aan "officieel gerealiseerde" PV-projecten (met "ja vinkje" in de gepubliceerde lijst) bekend bij RVO, die een (of meer) SDE beschikking(en) hebben. Zoals te zien bovenaan de laatste kolom.

SDE 2014 blijvend kampioen
Het grootste deel van al deze realisaties blijft vooralsnog afkomstig van de implementatie van de tot nog toe meest succesvolle SDE 2014 regeling (blauwe kolom segmenten en getallen), waarvan de "officiële realisatie" is gestegen van 335 MWp (3 juli 2017 update) via 377 MWp (12 okt. 2017), 410 MWp (4 jan. 2018), 456 MWp (3 april 2018), en 520 MWp (8 juni 2018), tot 552 MWp (4 oktober 2018). Een stijging van nog maar 32 MWp t.o.v. de update van juni, een halvering van de bijna 64 MWp toegevoegd sedert begin april dit jaar voor deze regeling. Daarmee is de realisatie snelheid sedert het vorige record in de juni update (964 kWp/dag gemiddeld) voor SDE 2014 fors terug gevallen naar gemiddeld 270 kWp opgeleverd volume per dag. Hieraan is duidelijk te zien dat de SDE 2014 "op haar eind loopt". Er staan nog slechts 73 beschikkingen klaar, met een gezamenlijke capaciteit van 63 MWp (gemiddeld plm. 864 kWp per beschikking), die mogelijk middels een verlenging alsnog gerealiseerd zouden kunnen gaan worden. In komende updates zullen we zien wat daarvan daadwerkelijk nog opgeleverd gaat worden.

Genoemd volume van (bijna) 552 MWp ("gerealiseerd beschikt") voor SDE 2014 was op de laatst bekende peildatum dus 49% van het totale "officieel gerealiseerde SDE volume" wat toen werd bereikt (1.124 MWp). Dat aandeel op het totaal is al fors lager lager dan de 65% in de update van februari dit jaar. Wat aangeeft, dat de progressie van de op SDE 2014 volgende SDE "+" regelingen, met name de 4 SDE 2016 en SDE 2017 rondes, inmiddels veel harder gaat. Wat logisch is, want daar zitten nog zeer grote volumes aan beschikkingen in. Maar liefst bijna 4,8 GWp aan door RVO toegekend volume.

Wat de inmiddels gerealiseerde (beschikte) capaciteit betreft, is op de peildatum begin oktober dit jaar 62,5% van de oorspronkelijk beschikte hoeveelheid van bijna 883 MWp voor SDE 2014 nu daadwerkelijk geïmplementeerd. Dat percentage lag nog op 58,9% in de voorgaande update. Dat het, ondanks alle problemen bij de uitvoering, toch al zo ver heeft kunnen komen was niet de verwachting van diverse spelers op de zonnestroom markt. De voorheen "succesvolste" SDE "+" regeling, SDE 2013 bleef bij de capaciteit invulling steken op 44,7%. Daar valt verder niets meer van te verwachten, er staat nog (steeds) maar 1 beschikking voor die regeling open. Als we de qua volume weinig voorstellende SDE 2015 even terzijde schuiven (70,4% realisatie, met maar 7,8 MWp), is inmiddels de voorjaars-ronde van SDE 2016 goed op weg. Met inmiddels al 46% van het oorspronkelijk toegekende volume gerealiseerd (ruim 82 MWp).

Voor alle andere absolute en relatieve prestaties per SDE resp. SDE "+" regeling, zie de tabel verderop.

Polder PV cijfers SDE / SDE "+" realisaties
Mijn huidige projecten sheet, met inmiddels ver over de 7.300 gerealiseerde (single-site) PV projecten en nog wat multi-sites en "categorie onbekend" (voor details iets oudere versie, zie analyse), geeft momenteel een volume van bijna 3 en een half duizend project sites met elk een volume >=15 kWp met SDE beschikking. Dat is goed voor een daadwerkelijk gerealiseerde capaciteit van 1.223 MWp aan SDE beschikte projecten. Dat ligt dus alweer fors boven het volume wat RVO nu als "gerealiseerde beschikkingen" opgeeft voor begin oktober. Maar er is inmiddels uiteraard weer veel bijgekomen, dus ik zal nog steeds het nodige aan volume (wat al is gerealiseerd) aan SDE beschikte projecten missen. Een substantieel daarvan zal kleinere projecten betreffen, die makkelijk over het hoofd worden gezien, waar niets meer over wordt gepubliceerd in de (sociale) media, en/of waar ik nog geen tijd voor heb gehad om die in de projecten sheet op te nemen.

Als we echter alle SDE beschikkingen tot 15 kWp met een "ja vinkje" in de huidige RVO lijst verwijderen (er van uitgaande, dat het overgrote merendeel puur residentiële projecten betreft uit de eerste 3 SDE regelingen), houden we nog maar 5.354 gerealiseerde projecten met SDE beschikking over, met een totaal volume van 1.095 MWp volgens het agentschap. Ik zit dus, weliswaar 2 maanden later, wel al zo'n 123 MWp boven het gerealiseerde volume bekend bij RVO op peildatum 4 oktober dit jaar, wat SDE beschikte projecten betreft.


RVO cijfers lopen echter fors achter op realiteit bij CertiQ
RVO loopt sowieso ook "achter bij de realiteit", nog even afgezien van het feit dat hun laatste peildatum alweer van 2 maanden geleden is. Er is altijd administratieve vertraging tussen de fysieke oplevering van een project en "het ja vinkje" in hun SDE dossier. Die vertraging kan fors oplopen, en is met het verschijnen van een relatief "oude" update alleen maar groter geworden. Dit laat een vergelijking zien met recent bekend geworden cijfers van CertiQ, waar inmiddels, met name wat de capaciteiten betreft, bijna alleen nog maar SDE gesubsidieerde PV projecten zijn opgenomen (vrijwel alle oude projecten met MEP subsidies zullen inmiddels zijn verdwenen uit die databank). De laatste relevante stand bij CertiQ was in het door Polder PV besproken rapport over de maand oktober 2018, waarin al een geaccumuleerd volume van 1.370 MWp werd opgevoerd voor gecertificeerde PV capaciteit in ons land. Eind september stond er bij CertiQ nog 1.250 MWp (analyse). Dat is dus al fors hoger dan het niveau van de RVO update voor 4 oktober 2018. Een kleine week na de CertiQ update stond er bij RVO 10% minder (SDE) capaciteit gerapporteerd als opgeleverd in de administratie van de TenneT dochter. Het lijkt niet waarschijnlijk dat dit forse verschil (alleen maar) kan liggen aan een groot volume gecertificeerde PV projecten bij CertiQ wat géén SDE beschikking(en) zou hebben. Waarschijnlijker is dat een substantieel deel daarvan nog in de administratieve molens zit voordat het "ja" vinkje bij RVO gezet mag gaan worden.

Afvallers
Terugkerend naar bovenstaande grafiek: bij de oudste regelingen, SDE 2008 tm. SDE 2012 zal er niets meer bijkomen, er staan geen beschikkingen meer "open" voor die regelingen. Voor SDE 2013 staat nog maar 1 beschikking open van 200 kWp, dus die regeling is (nog steeds) aan het aller laatste project toe. Wel zijn er in recente updates nog steeds om onbekende redenen soms reeds (lang) gerealiseerde projecten afgevallen (brand, diefstal, hagel schade, installatie afgebroken, verhuizing / nieuwe eigenaar niet geïnteresseerd in subsidie perikelen, andere reden?). Dat zijn er in de huidige update zelfs opvallend veel. In opsomming hier onder weergegeven t.o.v. de update van juni 2018. Met het aantal eerder beschikte projecten verdwenen uit de "records" van RVO, en de daarmee gepaard gaande capaciteit die verloren is gegaan*:

  • SDE 2008 13 projecten minder, 30 kWp
  • SDE 2009 3 projecten minder, 4 kWp
  • SDE 2010 5 projecten minder, 25 kWp
  • SDE 2011 1 project minder, 15 kWp
  • SDE 2014 21 projecten minder, 27,65 MWp
  • SDE 2016 I 8 projecten minder, 1,25 MWp
  • SDE 2016 II 52 projecten minder, 14,40 MWp
  • SDE 2017 I 192 projecten minder, 50,46 MWp
  • SDE 2017 II 10 projecten minder, maar 13,18 MWp méér !

* Solar Magazine houdt géén rekening met verloren gegane oude beschikkingen / realisaties, zoals blijkt uit hun cijfers voor de oudere regelingen (artikel 13 dec. 2018). maar ze zijn beslist ge-elimineerd uit de RVO lijst van 4 oktober 2018!

Opvallend zijn de uitgevallen projecten bij de 3 "oude", door residentiële installaties gedomineerde SDE regelingen. Het gaat gezien de capaciteiten om zeer kleine installaties. Redenen van die uitval zijn voor specifieke gevallen niet bekend, daar is alleen maar naar te gissen.

De totale uitval bij de beschikkingen is sedert juni 2018 gekomen op 305 stuks, met een geaccumuleerde verdwenen project capaciteit van bijna 81 MWp. Dat is, wederom, een fors volume (vorige update: 110 MWp verlies met 408 projecten). Alle moeite die in die projecten is gestoken is voor niets geweest.

Vreemd is het verlies van 10 projecten onder de najaars-ronde van SDE 2017, terwijl er juist, uniek, een toename van 13,18 MWp in de (overgebleven) totale beschikte capaciteit is geweest! Kennelijk is of zijn er opwaartse bijstellingen van de (oorspronkelijk) beschikte capaciteit(en) geweest van projecten onder die regeling ...

Realisaties
Uiteraard zijn er ook projecten tussentijds "volgens de administratieve definities" van RVO gerealiseerd. Sedert het juni 2018 rapport van RVO waren dat er maar liefst 113 voor SDE 2014 (31,9 MWp), 6 voor de vrij weinig impact voor PV hebbende SDE 2015 (4,1 MWp), 58 voor de voorjaars-ronde van SDE 2016 (14,5 MWp), en nog eens 158 voor de najaars-ronde (85,6 MWp). De voorjaars-ronde van SDE 2017 gaf als "best scorende" SDE regeling op het gebied van aantallen al 312 nieuw gerealiseerde projecten te zien, die echter 81,8 MWp toevoegden (wat capaciteit betreft dus iets minder dan SDE 2016 II), de najaarsronde gaf ook al een behoorlijke hoeveelheid van 131 projecten te zien (16,9 MWp toegevoegd). Hierbij komt ook nog een eerste teen in het water voor de voorjaars-ronde van SDE 2018, die in de huidige update volgens RVO 5 project realisaties met (slechts) 254 kWp beschikte capaciteit heeft opgeleverd (beschikkingen onder die regeling nog niet bekend in vorige update van juni 2018). Dit alles geeft een totaal van, netto, 761 nieuwe formele realisaties, met een capaciteit van de beschikkingen die optelt tot maar liefst 235 MWp t.o.v. de juni 2018 update. Let op dat hier sedert die voorlaatste update verloren gegane beschikkingen in zijn verdisconteerd.

Let wel bij de laatstgenoemde capaciteit (235 MWp "netto groei") op, dat dit beslist niet het fysiek gerealiseerde volume is. RVO geeft dat namelijk in de meeste gevallen niet op. Ik heb van talloze projecten met SDE subsidies fors verschillende opgeleverde capaciteiten in mijn spreadsheet staan, die soms wel tot 30% kunnen afwijken van het getal getoond in de RVO lijsten. Zowel afwijkend naar boven, als naar onder. Wel zie ik in de laatste updates van RVO af en toe correcties van eerder beschikte volumes. Kennelijk betreft het hier dan de "werkelijk opgeleverde" capaciteiten. Maar dat is vooralsnog eerder uitzondering, dan regel, gezien gedetailleerde project informatie die Polder PV op tafel heeft gekregen (via talloze bronnen). Voor de details van alle wijzigingen en "overgebleven" aantallen bij de verschillende categorieën, en de verschillende SDE regelingen, zie de volgende tabel hier onder.


Progressie bij de deel-dossiers van de SDE regelingen

Voor uitgebreide toelichting bij de (inhoud van de) tabel, zie artikel met analyse status 3 april 2017.


^^^
KLIK
op plaatje voor uitvergroting (komt in apart tabblad ter referentie, naast tabblad met tekst artikel)

In deze tabel alle relevante bijgewerkte cijfers voor de aantallen en Megawatten voor alle (bekende) SDE regelingen, tot en met de beschikkingen voor de eerste ronde van SDE 2018 (nieuw opgenomen in overzicht). Links de oorspronkelijk beschikte volumes, in rood de actuele status van wat RVO met de huidige update nog in portfolio heeft staan, in blauw de daar uit resulterende verloren gegane hoeveelheden t.o.v. oorspronkelijk toegekend. In groen volgen de fysieke volumes, volgens administratieve normen van RVO geldende "opgeleverde" (gerealiseerde) projecten. De laatste vier kolommen betreffen de overgebleven hoeveelheden, nog in te vullen (of t.z.t. af te voeren) beschikkingen van de betreffende SDE regimes. De beschikkingen voor SDE 2018 ronde I ("voorjaars-ronde") zijn toegevoegd in de tabel. Zowel voor de aantallen als voor de beschikte capaciteit, zijn dat volumes die weliswaar hoog zijn, maar die tegelijkertijd ook fors onder de record hoeveelheden van de voorjaars-ronde van 2017 (rode kaders) liggen. Vóór die tot nog toe "historische" regeling was dat bij de aantallen SDE 2014 (2.973 projecten oorspronkelijk beschikt). En bij de beschikte capaciteit was het de najaars-ronde voor SDE 2016 (oorspronkelijk 970,7 MWp beschikt). Bij de oudere "SDE" voorgangers waren de aantallen maximaal bij SDE 2008 (8.033 oorspronkelijke beschikkingen), bij de capaciteit was het SDE 2009, die voor de twee varianten bij elkaar ("klein" resp. "groot" categorie) 29,0 MWp kreeg beschikt (rode kaders).

In oranje veldjes heb ik in het blok "overgebleven beschikte volumes" bij de primaire data aangegeven dat er wijzigingen zijn geweest t.o.v. de voorgaande update (in negatieve zin). Data in de overige "blanco" veldjes zijn niet meer gewijzigd sedert die update (van juni 2018), of ze zijn nieuw in de tabel (SDE 2018 I).

(a) Verloren gegane beschikkingen t.o.v. de oorspronkelijk toegekende volumes (blauwe sectie in tabel)

Er is t.o.v. de accumulatie status getoond in de vorige update weer wat extra volume verloren gegaan (beschikkingen om wat voor reden dan ook ingetrokken of alsnog ongeldig verklaard door RVO, zie ook paragraaf "afvallers" hier boven). Voor SDE 2014 is inmiddels in totaal een capaciteit van 267,8 MWp verspeeld (805 projecten, 21 exemplaren verdwenen t.o.v. de update van juni 2018), bijna 28 MWp meer dan in de vorige update. Het verlies is opgelopen tot ruim 30% (aantallen: ruim 27%) van oorspronkelijk beschikt. Naast een relatief gering verlies bij de SDE 2015 regeling (totaal 10 projecten, bijna 3 MWp), zijn er in de oktober update van RVO voor de SDE 2016 voorjaars-ronde al 200 beschikkingen weggestreept (bijna 40 MWp verlies), en voor de najaars-ronde zelfs 500 (!) projecten met een capaciteit van ruim 115 MWp. Geaccumuleerd raakten deze 2 SDE 2016 regelingen al 700 beschikte projecten kwijt, "goed" voor ruim 155 MWp aan beschikte capaciteit. Dat is al 13,5% van het oorspronkelijk beschikte volume voor deze twee regelingen (1.149,5 MWp).

SDE 2017 verloor tot nog toe met name bij de voorjaars-ronde veel projecten, 315 stuks / ruim 73 MWp. Met de najaars-regeling er bij genomen was het verlies voor SDE 2017 (I + II) al 331 project beschikkingen met een geaccumuleerde capaciteit van 60,4 MWp (waarbij de vreemde bijplussing van de capaciteit t.o.v. de voorgaande update is meegenomen). Genoemd netto verlies volume voor beide jaar rondes onder SDE 2017 is t.o.v. de enorme, oorspronkelijk beschikte capaciteit (ruim 4,26 GWp), gelukkig vooralsnog relatief bescheiden: 1,4%. Dit kan echter beslist veranderen, als de claim van energie specialist Siebe Schootstra bewaarheid gaat worden "dat van de voorjaarsronde van 2018 nog niet de helft gerealiseerd zal worden. Voor 2017 geldt ook zoiets", aldus een nogal onrustbarende tweet van 5 september jl. ...

Met het nog bijna intact gebleven oorspronkelijk beschikte volume voor de voorjaars-ronde van SDE 2018, tellen nu voor alle SDE regelingen bij elkaar de verloren beschikte capaciteiten inmiddels op tot 624,8 MWp, 82 MWp meer dan de 542,8 MWp in de update van juni 2018.

Dat verloren gegane volume van bijna 625 MWp aan ooit beschikte SDE capaciteit voor zonnestroom, ligt iets onder het niveau van de totale geaccumuleerde eindejaars-capaciteit in het jaar 2013 (650 MWp alle projecten, inclusief alle huishoudens e.a. installaties, volgens waarschijnlijk nog bij te stellen CBS cijfers van juni 2018, die met een nieuwe onderzoek-systematiek tot stand zijn gekomen). Het totale verlies is al zo'n 7,5% van de oorspronkelijk beschikte volumes voor al die regelingen (inclusief pas recent op gang komende voorjaars-ronde voor SDE 2018, dus een "geflatteerd beeld" gevend). Maar aan dat verloren volume kan beslist nog "het nodige" worden toegevoegd, gezien de vele "riskante" grote project beschikkingen van de afgelopen rondes in 2016-2018. M.b.t. de aantallen is het verlies al fors groter, 8.563 projecten, 24% van oorspronkelijk toegekend door RVO en haar voorgangers. Dat ligt vooral aan de enorme verliezen bij de oude SDE regelingen (6.050 stuks, 71% van totale verliezen). Die staan boven de stippellijn in de tabel, het betreft veelal beschikkingen voor particulieren, maar ook woningbouw projecten die niet zijn doorgegaan of om diverse andere redenen.

(b) Fysieke realisaties per SDE jaar-ronde "volgens de officiële RVO cijfers" (groene sectie in tabel)

SDE 2014
Onder het SDE 2014 regime is weer de nodige groei geweest: 2.095 (juni 1.982, apr. 1.831, jan. 2018 1.652, okt. 2017 1.568, juli 2017 1.419) projecten volgens RVO directieven tot nog toe "officieel" opgeleverd, met een gezamenlijke beschikte capaciteit van bijna 552 MWp (juni 520 MWp, apr. 456 MWp, jan. 2018 410 MWp, okt. 2017 377 MWp, juli 2017 335 MWp). By far het hoogste absolute realisatie volume tot nog toe, van alle SDE jaarrondes, m.b.t. capaciteit realisatie. Met een gemiddelde systeemgrootte van inmiddels alweer 263 kWp per project. In april 2017 was dat zelfs nog maar 231 kWp. De opgeleverde projecten van die belangrijke regeling zijn dus gemiddeld genomen groter geworden. Daarmee is SDE 2014 volgens de - uiteraard niet actuele - RVO cijfers op een realisatie van bijna 63% gekomen t.o.v. de oorspronkelijk beschikte capaciteit (juni 2018 59%, jan. 2018 46%, juli 2017 38%). Bij de aantallen beschikkingen is het zelfs al bijna 71% (juni 2018 67%, jan. 2018 56%, juli 2017 48%).

In mijn huidige projecten lijst heb ik momenteel een fors minder groot aantal gevonden SDE 2014 realisaties (zo'n 425 minder). Dat kan verschillende oorzaken hebben. Het zullen waarschijnlijk de wat "kleinere" projecten zijn die nauwelijks meer worden gerapporteerd, en die ik "dus" nog niet heb gezien, of waar ik nog niet aan toegekomen ben. Projecten waarvan een beschikking ID niet was te achterhalen (geanonimiseerd bij RVO). Of, en dat moet ook niet vergeten worden: het kan liggen aan het feit dat nogal wat (SDE 2014) projecten meerdere (!) beschikkingen op "een lokatie" hebben. Die lokatie kan dan bijvoorbeeld verschillende adres nummers hebben, waar slim van gebruik is gemaakt bij de aanvragen (er mocht maar 1 aanvraag per adres, eigenlijk "EAN nummer" worden gedaan).

Ondanks bovenstaande, heb ik inmiddels wel al bijna een even groot volume opgeleverde "SDE 2014 capaciteit" staan in mijn projecten overzicht (grofweg 10 MWp minder). Een tweede signaal, dat ik dus al de nodige in de tussentijd opgeleverde "grotere" projecten uit die regeling heb gevonden als "fysiek opgeleverd en netgekoppeld", ondanks de achterstand bij de kleinere projecten. Grote projecten, die in de laatste update echter nog geen "ja" vinkje bij RVO hebben gekregen. Grote, grondgebonden projecten en installaties op distributiecentra e.d. hebben immers een forse impact op het totaal aan bereikte capaciteit binnen een SDE regeling. Als je dergelijke projecten (nog) niet in het geheel hebt zitten, mis je een fors volume.

Totale volumes
In totaal is er tot deze officiële RVO update een volume van 1.124,1 MWp "SDE beschikt" opgeleverd, verdeeld over 14.675 projecten (juni 2018 889,2 MWp, 13.914 projecten). Een zeer substantieel deel van dat "aantal" komt uit de oude SDE regelingen, toen duizenden particulieren mee konden doen. Het aandeel SDE op totaal realisatie "SDE + SDE+" bedroeg 9.997 (overgebleven !) beschikkingen = 68% bij de aantallen (inclusief opgenomen SDE 2018 I regeling). Dat aandeel zal stapsgewijs blijven dalen, naarmate er meer SDE"+" projecten zullen worden opgeleverd. Het aandeel van opgeleverde SDE beschikkingen is slechts bijna 50 MWp op een totaal van momenteel 1.124 MWp = 4,4% (dit was nog zonder SDE 2017 II in de april update 6,4%; in juli 2017 was het nog ruim 10%). Wezenlijk verschillend, dus. Dat heeft alles te maken met de enorme schaalvergroting onder het SDE "+" regime, waar onder de "bovencap" van, ooit, 100 kWp is ge-elimineerd, en er enorm grote projecten werden beschikt, en inmiddels, in een steeds rapper tempo, zijn, en worden opgeleverd. Zoals Scaldia op Walcheren (Zld), met ruim 54 MWp tot nog toe voorlopig een tijdje als grootste, en voorlopig, tot waarschijnlijk eind 2019, "uniek in zijn soort". Dat park is echter nog niet in de huidige update opgenomen door RVO. Evenals enkele andere inmiddels netgekoppelde, zonnestroom leverende, forse grondgebonden installaties, die nog steeds een "Nee" vinkje hebben staan ...

Kijken we bij de realisaties naar de percentages t.o.v. de oorspronkelijke beschikkingen, duiken andere "record houdende SDE jaarrondes" op: Voor de "oude SDE" was dat SDE 2009 voor zowel aantallen en capaciteiten (67 resp. 77 procent van oorspronkelijk beschikt). Hierin zal geen wijziging meer komen, die regelingen zijn al lang "afgerond". Voor het "SDE+ regime" is dat inmiddels voor zowel de aantallen (71%) als de capaciteit (63%) de SDE 2014 regeling. Daarmee is op het vlak van capaciteit eerder al SDE 2013 naar de 2e plaats verwezen. Bij de aantallen al langer ook SDE 2011. Die inmiddels ook al (fors) is ingehaald met de aantallen door de SDE 2016 II en SDE 2017 I regelingen.

Opvallend is de zeer slechte prestatie voor de (ook reeds afgeronde) SDE 2012: slechts 32% van aantal oorspronkelijke beschikkingen opgeleverd, en zelfs maar 28% van de capaciteit. Uiteraard was er ook maar heel weinig beschikt (oorspronkelijk 17,1 MWp, waarvan er echter maar 4,8 MWp is overgebleven), anders had dat een "ramp-subsidie-jaar" geworden. Latere regelingen kunnen uiteraard nog forse realisatie toenames laten zien. Voor SDE 2014 projecten gaan de laatste loodjes wegen: de laatste in bouw zijnde projecten moeten, eventueel met een eenmalige verlenging op zak, echt binnenkort aan het net gaan, anders dreigen de paar tientallen overblijvende beschikkingen te worden ingetrokken. De grootste beschikking onder SDE 2014 (10,8 MWp), voor Solarpark Roodehaan, zal binnenkort worden ingevuld. Het byzondere, van dunnelaag modules (Hanergy) voorziene zonnepark oostelijk van Groningen, en onderdeel van het "Masterplan Groningen Energieneutraal", wordt mogelijk dit jaar nog opgeleverd door project ontwikkelaar Sunrock, met co-financiering door Triodos Bank.

Gemiddelde beschikking grootte bij de realisaties
In de kolom realisaties ziet u achteraan de uit de aantallen en beschikte capaciteiten berekende gemiddelde project (eigenlijk "beschikking") groottes volgens de toekenningen van RVO. Hierin is een duidelijk trend van schaalvergroting herkenbaar. Van zeer klein (gemiddeldes van zo'n 2-9 kWp per beschikking onder de 1e 3 SDE regimes), tot fors uit de kluiten gewassen in groeiende tendens onder de "SDE+" regimes vanaf SDE 2011. Groeiend van gemiddeld 48 kWp onder SDE 2011 tot ver over de 200 kWp in de SDE 2014-2016, een nieuw - voorlopig - record onder SDE 2016 II (gemiddeld 314 kWp per beschikking bij de realisaties), en daarna weer wat afnemend naar 119 kWp onder SDE 2017 II, die nog "op stoom" moet komen. De paar realisaties onder SDE 2018 I zijn nog zeer klein, gemiddeld 51 kWp per stuk. Voor alle realisaties bij elkaar heeft het gemiddelde per beschikking een omvang van 77 kWp. Dit wordt fors gedrukt door de vele kleine residentiële projecten onder de 3 oudste SDE regimes.

De volumes bij de overgebleven beschikkingen (rode veld in tabel) zijn hoger dan die bij de realisaties. Dit komt omdat nog vele (zeer) grote projecten nog niet zijn gerealiseerd. Als die worden opgeleverd, zullen ze een opwaartse druk geven aan het systeem gemiddelde van de uiteindelijk gerealiseerde projecten cumulaties.

(c) Actuele portfolio aan overgebleven SDE beschikkingen voor PV (zwarte sectie in tabel)

Dit alles (oorspronkelijk beschikt minus verloren gegane beschikkingen cq. realisaties) leidt tot een "overgebleven" pool aan beschikte projecten die nog opgeleverd moet gaan worden. Of, als de Nornen in een kwade bui zijn, tot extra verlies om wat voor reden dan ook. Begin oktober 2018 waren er bij RVO nog 1.261 beschikkingen tm. SDE 2016 (rondes I en II) over (juni 1.677, apr. 2.276, jan. 2018 2.806, okt. 2017 3.229, juli 2017 3.671), met een gezamenlijk volume van 784 MWp (juni 963 MWp, apr. 1.154 MWp, jan. 2018 1.336 MWp, okt. 2017 1.439 MWp, juli 1.532 MWp). Met de (overgebleven) beschikkingen van SDE 2017 I en II, en de nieuw toegevoegde van SDE 2018 I er bij geteld komt het totale aantal "nog in te vullen" op 12.262 stuks, resp. 6.539 MWp. Een enorm volume voor een land wat inmiddels mogelijk nog slechts ruim 4 GWp aan geaccumuleerde PV capaciteit heeft staan.

Voor de resterende 63 MWp uit de SDE 2014 regeling (7% van oorspronkelijk beschikte capaciteit, ruim 10% van overgebleven beschikte volume, 614,8 MWp) gaat de tijd dringen. Er gaat waarschijnlijk nog wat volume van afvallen. Hoeveel, dat blijft nog even de vraag. Een van de opvallendste overgebleven projecten is het al lang geleden aangekondigde 22 MWp rooftop project bij Tata Steel in Velsen, wat een 14-tal beschikkingen kent voor de diverse daken op dat uitgestrekte terrein. Daar is tot nog toe niets van "activiteit" bekend geworden bij de project ontwikkelaar. Wat mogelijk iets met de beurs-notering van het bedrijf heeft te maken.

(d) Ratio SDE+/SDE

Onderaan twee velden in de tabel heb ik ook nog de ratio berekend tussen de officieel overgebleven beschikte volumes voor alle SDE+ resp. de oude SDE regelingen (rode veld), en dit herhaald voor de reeds door RVO als opgeleverd beschouwde projecten (groene veld). Die verhouding ligt, vanwege heftige toevoegingen van beschikkingen onder met name de twee SDE 2017 rondes, inmiddels rond de 1,7 (in juli 2017 was dat nog 0,6) voor de beschikte hoeveelheden. De SDE werd door duizenden particuliere toekenningen gedomineerd, en die was tot nog toe bepalend voor deze inmiddels aardig "recht getrokken" verhouding. Bij de realisaties is die verhouding echter veel schever (slechts 0,5), omdat veel grote projecten uit latere "SDE +" regelingen nog niet zijn opgeleverd, en de vele reeds afgeronde oude SDE micro projectjes die som nog zwaarder "onder druk zetten".

Bij de capacititeiten is de verhouding precies andersom, omdat "SDE +" gedomineerd wordt door talloze zeer grote projecten. Bij de overgebleven beschikkingen, incl. de toegevoegde SDE 2017 (I en II), en SDE 2018 I regelingen, is die factor opgelopen tot een heftige factor 153 : 1 (in vorige update nog 120 : 1). Bij de realisaties een stuk lager, inmiddels bijna 22 : 1 (in de juni 2018 update was dat nog 17 : 1). Met dezelfde oorzaak: veel zeer grote projecten in de beschikkingen zijn nog niet opgeleverd, inclusief de grote volumes uit SDE 2017 I en II, en SDE 2018 I. Tot slot, bij de gemiddelde systeemgrootte vinden we die trend wederom terug. "SDE +" staat tot SDE bij de beschikkingen 91 : 1, maar bij de realisaties nog "maar" een factor 46 : 1 (juni 2018 update 43 : 1). Ook deze verhoudingen kunnen wijzigen, naar gelang er een fors aantal grote "SDE + projecten" daadwerkelijk alsnog gerealiseerd zal gaan worden. Echter, omdat deze verhoudingen t.o.v. de voorgaande update relatief gering zijn gewijzigd, moeten daarvan eerst grote volumes opgeleverd gaan worden. Dat kan nog wel "even" gaan duren, al blijven tegenwoordig SDE beschikkingen niet erg lang geldig. Zeker voor de kleinere projecten niet, waarvoor de realisatie termijn is terug geschroefd naar nog maar anderhalf jaar ...


Thermische zonne-energie

In dit kleine andere zonne-energie dossier is er met name bij de beschikte volumes het nodige in negatieve zin gewijzigd. T.o.v. de juni 2018 update zijn er weer 8 projecten afgevoerd: 1x SDE 2014, 2x SDE 2016 II, en zelfs 5 beschikkingen uit de voorjaars-ronde van SDE 2017 afgevoerd. Het gaat daarbij om een totaal thermisch vermogen van bijna 5,6 MWth wat is "verdampt" (afgevoerd / niet gerealiseerd).

Daarnaast is er wel één groot thermisch zonne-energie project t.o.v. de juni 2018 update bijgekomen. Dat is een installatie met een beschikking voor maar liefst 15,7 MWth bij Ter Laak Orchids in Wateringen (ZH). Dat orchideeën telende bedrijf heeft een innovatieve daglicht kas met gebruik van geconcentreerde zonnewarmte laten bouwen (artikel in Trouw).

In totaal resteert er nu ruim 69 MWth aan toegekende zonnewarmte capaciteit, verdeeld over 84 overgebleven cq. nieuwe project beschikkingen, waarvan er 22 nieuw zijn toegevoegd onder SDE 2018 ronde I. Als we kijken naar de "officiële realisaties", volgens de richtlijnen van RVO, zijn daarvan tot nog toe 16 projecten opgeleverd (19%), met een beschikt totaal thermisch vermogen van 19,8 MWth (29%). 7 daarvan (bijna 1,8 MWth totaal) hebben een SDE 2014 subsidie beschikking, maar de installatie van Ter Laak is veruit de grootste tot nog toe opgeleverd.

Al met al blijft dit alles zeker teleurstellen, en in veel gevallen nog kleinschalig. Het grootste thermische zonne-energie project van Nederland (bij Tesselaar Freesia in Heerhugowaard), blijkt niet met de veel besproken SDE subsidie, maar met hulp van incentives vanuit de EU en vanuit de provincie, én, volgens de medio december verschenen Marktgids Zonne-Energie 2019 van Solar Magazine (pdf, p. 19), met een ISDE subsidie van RVO, te zijn gerealiseerd (zie eerder onder bespreking van een eerdere CertiQ rapportage, een na laatste paragraaf).

Er is voor de dag van publicatie van dit artikel nog geen nieuw overzicht met de status met alle opties verschenen bij RVO. Als die wordt gepubliceerd, voeg ik die hier onder toe.


Bronnen

Zie ook andere recente SDE 2016-2018 analyses:

Verbreding SDE"+" vanaf 2020 - Kamerbrief (27 nov. 2018)

Fasering SDE 2018 ronde II - meer details, historie toegekende budgetten, kengetallen (19 nov. 2018)

Kamerbrief najaars-ronde SDE 2018 - trendbreuk gebroken: budget EUR 6 md met 29% overvraagd; 3,7 GWp PV projecten aangevraagd (16 nov. 2018)

Nagekomen 2 - Late kamerbrief SDE 2018 I (26 sep. 2018)

SDE 2018 voorjaarsronde 3 - Grondgebonden installaties nieuw beschikt en totalen voor alle (overgebleven) SDE beschikkingen (29 aug. 2018)

SDE 2018 voorjaarsronde 2 - Evolutie aantallen en capaciteit van beschikkingen zonnestroom onder SDE "+" regime (25 aug. 2018)

SDE 2018 voorjaars-ronde vol beschikt - 41% "onderbenutting", ruim 1,7 GWp PV toegekend (> 2 miljard Euro), 860 MWp afgewezen (24 aug. 2018)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (8 juni 2018) - (2) grondgebonden zonneparken (14 juli 2018; vervolg op eerste artikel)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (8 juni 2018) - (1) flinke progressie (12 juli 2018; voorlaatste update SDE van RVO)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (3 april 2018) (19 april 2018)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (4 januari 2018) (13 februari 2018)

Status update "officiële" stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (18 november 2017)

Wederom nieuw record fotovoltaïsche projecten SDE regime: SDE 2017 ronde II overtreft voorjaars-ronde, 3,2 GWp aangevraagd (12 nov. 2017)

Verdeling aantallen projecten en vermogens over grootte categorieën SDE 2016 tm. SDE 2017 ronde I (5 sep. 2017)

Data SDE 2017 ronde I bekend - record toegekend budget en capaciteit voor PV (4 sep. 2017)

Nieuw record aanvragen fotovoltaïsche projecten SDE regime SDE 2017 - > 2,6 GWp (6 april 2017)

Status update stand van zaken realisaties SDE regelingen voor zonne-energie (3 juli 2017) (31 augustus 2017)

Feiten en cijfers SDE(+) (RVO, extern)

Artikel voorbereid en geschreven op 12 dec. 2018, gepubliceerd 13 dec. 2018

 
 
 
© 2018-2019 Peter J. Segaar/Polder PV, Leiden (NL)
^
TOP